Ze horen samen. De ene bestaat niet zonder de andere. En dat is al zo sinds het midden van de jaren zeventig, toen Pierre et Gilles met elkaar kennismaakten op een feest van de ontwerper Kenzo.

JESSE BROUNS

Er waren eens… een illustrator en een fotograaf. Op een dag was de ene niet tevreden met een filmpje dat hij pas had ontwikkeld. Dus stelde hij de andere voor de foto’s te beschilderen. Wat hen zo is bevallen, dat ze sindsdien nimmer meer apart de kunst hebben bedreven. Het oeuvre van Pierre et Gilles is sindsdien min of meer beroemd geworden : de droeve matroos, de glinsterende waarzegsters en matadors, de huilende sovjetsoldaat in een krans met bloemen, de hoofden van de groep Deee-Lite die uit rozen poppen, kitscherige zelfportretten, portretten van schooiertjes, Jean-Paul Gaultier met een boeket madeliefjes, en een hele reeks heiligen.

In het begin hadden ze het soms moeilijk. Niet iedereen apprecieerde hun werk. Er waren mensen die het bastaardkunst vonden. Anderen, zoals de ontwerper Thierry Mugler, hebben hen vanaf het begin gesteund. De portretten van Pierre et Gilles werden ook meteen gepubliceerd. Niet veel, maar genoeg om van hun kunst te kunnen overleven. Ze tekenden toen nog met hun twee volledige namen. Sommige tijdschriften vonden dat alleen de vermelding Pierre et Gilles niet kon. Maar vrienden hadden het altijd over Pierre et Gilles, of Gilles et Pierre : ze waren altijd samen. Dus tekenden ze op een dag gewoon met hun voornamen.

Ze zitten om een enorme tafel in de eetkamer van hun omgebouwde fabriekje in PrĆ©-Saint-Gervais, net buiten Parijs : schilder Gilles, blond, en fotograaf Pierre, donker hun beider armen een en al tattoo. Aan de muren hangen tientallen kaders : foto’s van tieneridolen, kitscherige portretten, religieuze taferelen, Indische affiches, werk van zondagsschilders, en overal Michael Jackson. De woning lijkt nog het meest op een sprookjeskasteel, met een televisietoestel als het middelpunt van een blinkend altaar. Een parkiet nestelt zich op mijn rechterschouder terwijl op de achtergrond Dalida een lied zingt. Pierre et Gilles zijn verlegen. Ze vragen of ik bier wil. Ik vraag hen of ze een filozofie hebben. “Toen we elkaar pas kenden, maakten we portretten van onze vrienden, ” zegt Gilles. “De decors zijn er later bijgekomen. We hebben ons eigenlijk nooit ingewikkelde vragen gesteld over ons werk, over de richting die we wilden uitgaan. We hebben een eigen universum gecreĆ«erd, en dat al doende ook zelf ontdekt. Je kan het een grote reis noemen. “

“We hebben niet echt een filozofie, ” mompelt Pierre. “We doen wat we graag doen. “

“Ons universum ligt dicht bij het echte leven, ” zegt Gilles. “In tegenstelling tot wat men vaak denkt. We werken altijd met mensen die we kennen, mensen die we hebben ontmoet tijdens onze reizen. We proberen nooit om alles te begrijpen of te analyzeren… We houden er niet van al op voorhand te weten wat we binnen een maand gaan doen. “

“We werken met plezier, ” voegt Pierre eraan toe, “ook al is het soms moeilijk. “

Gilles : “Het is intensieve arbeid. En soms twijfelen we aan onszelf : hebben we het wel goed gedaan ? We stellen ons vragen over de relevantie van ons oeuvre. Maar werken is een noodzaak. Ons werk, ons leven, alles hoort samen. Misschien is dat wel onze filozofie. “

Ze gaan me voor naar de kelder, een grote betonnen ruimte waarvan ze hun studio maakten. Terwijl we de wenteltrap afdalen, vertelt Gilles dat ze die namiddag nog aan een portret hebben gewerkt. “Van een jongen die als twee druppels water op Elvis lijkt. Hij ligt uitgestrekt in een grasveld. Hij heeft de ogen open, maar je ziet niet of hij dood is of niet. “

Het grasveld ligt er nog. Het is van plastiek, helemaal artificieel. De wolken zijn van watten gemaakt. Als het decor al ergens aan doet denken, dan zeker niet aan een foto van Pierre et Gilles. “De mensen zijn altijd verbaasd, ” zegt Gilles, “als ze de decors zien. Het is de belichting die het verschil maakt. “

Een muur van de kelder wordt in beslag genomen door affiches van vooral karatefilms. Aan de andere kant staat een paspop met een masker van Michael Jackson. Er is ook een diepe kuil met een kruis erin, een oud decorstuk. De kuil moet ooit een echt vijvertje worden, vertellen ze. Trots, bijna.

Wat is hun suksesrecept ? Pierre antwoordt dat veel van het model afhangt. “Bijvoorbeeld, we zien iemand die ons zin doet krijgen een portret van hem of haar te maken. Dan maken we kleine tekeningetjes, we praten met het model. We bouwen het decor, regelen het licht… We herscheppen de natuur. Het is een beetje zoals teatertje spelen. “

“Als het decor af is, ” vervolgt Gilles, “maken we de nodige afspraken. Stilist, kapper, maquilleur. Soms hebben we die nodig, soms ook niet. ” “Daarna maak ik de foto, ” zegt Pierre, “wat ongeveer een halve dag duurt. Gilles schildert daarna op de afdruk. Wat dan uiteindelijk Het Kunstwerk oplevert. “

Gilles haalt twee recente werken uit een kast, verrassend grote vellen glanzend papier. Het ene kunstwerk is in romantische stijl, het ander is een portret van een Noordafrikaans jongetje dat bloemen verkoopt in de Parijse metro.

Pierre et Gilles zien hun portretten graag wijdverspreid. Ze willen dat zoveel mogelijk mensen hun werk zien. Dus komt het terecht op de covers van tijdschriften (Actuel, Die Zeit Magazin, The Sunday Times), op platenhoezen (Etienne Daho, Marc Almond, Boy George, Khaled, Deee-Lite, Erasure), op Japanse reklameaffiches. In het begin van hun carriĆØre vonden ze het niet zo nodig hun werk in galeries te tonen. Omdat, zo beweren ze nu, ze dachten dat er in de kunstwereld geen plaats voor hen was.

“We vonden het interessanter om in opdracht te werken, ” bekent Gilles. “Maar op een bepaald moment zaten we met een hele reeks foto’s die we voor onszelf hadden gemaakt, foto’s die de meeste mensen nooit hadden gezien. Toen heeft een galerie ons voorgesteld die beelden tentoon te stellen. “

Pierre mompelt dat ze nog steeds graag voor andere mensen werken, maar dat ze wel hun eigen ding moeten kunnen doen. “We eisen vrijheid, ” zegt hij. Wat niet betekent dat ze nooit toegevingen doen. “Het respekt moet van beide kanten komen. Als we een artiest fotograferen, dan moet die natuurlijk zin hebben om met ons te werken. “

Gilles : “Maar zo’n artiest kan iets voorstellen dat ons een bepaalde richting doet uitgaan. En als die richting ons bevalt, zijn we heel blij. Als het idee ons niet bevalt, dan doen we het niet. ” De ideeĆ«n van Madonna vonden ze niet veel zaaks. Dus lieten ze een fotosessie met de ster maar zo. Met Nina Hagen, AndrĆ©e Putman, Julie Delpy en Catherine Deneuve was het gemakkelijker werken.

Gilles : “Deneuve wou al een hele tijd haar portret door ons laten maken. “

Pierre : “En ze heeft geprofiteerd van een film die ze pas had gemaakt. La reine blanche. “

Gilles : “Ze wou een portret waarop ze er jong en mooi uitziet, als een schoonheidskoningin. In de film is ze een jaar of vijfenveertig, en in Ć©Ć©n scĆØne houdt ze haar meisjesjurk in de handen. Voor ons portret hebben we haar in dezelfde jurk gestoken. “

Pierre : “We mochten doen wat we wilden. “

Gilles : “Weet je, elk portret is als een souvenir, elk beeld betekent iets voor ons. “

Idolen zijn belangrijk voor Pierre et Gilles. Hun jeugd werd erdoor gemarkeerd, zeggen ze. Gilles knipte de foto’s van Sylvie Vartan, Claude FranƧois, Elvis en andere yĆ©yĆ©-ikonen uit tijdschriften en plakte ze aan de muren van zijn jongenskamer.

Toen ze in de eerste helft van de jaren zeventig allebei in Parijs kwamen wonen, ontdekten ze het werk van Andy Warhol, oude films met Marlene Dietrich. Hun fascinatie voor felle kleuren, grote vedetten en melodramatische taferelen weerstond aan de alles op zijn pad verwoestende punkbeweging.

“We maakten beelden die uit de toon vielen van wat toen in de mode was, ” zegt Pierre. “Maar we kenden al die mensen wel. We waren punks die naar Claude FranƧois luisterden. “

“Punk was in Frankrijk in elk geval meer mode dan een sociaal fenomeen, ” zegt Gilles. “Het belangrijkste was uitgaan, je amuseren. Maar er zijn ook hier mensen aan doodgegaan. De drugs kwamen sterk opzetten. De Franse punks waren minder op muziek gericht dan de Britse. Ze waren mondainer. De punks werden voortdurend uitgenodigd bij Loulou de Falaise, bij RĆ©gine. “

Tegenwoordig is Michael Jackson zowat het grootste idool van Pierre et Gilles. Zijn beeltenis is alomtegenwoordig in hun appartement. “Tja, ” zucht Pierre, “we houden innig van Michael. “

Waarom ?

Pierre : “Omdat hij bijna een goddelijk imago heeft gecreĆ«erd. “

Gilles : “Omdat hij ireĆ«el is, een figuur uit een sprookje. “

Pierre : “Hij is geen man, geen vrouw, niet blank, niet zwart. “

Gilles : “Geen kind, geen volwassene. “

Enkele jaren geleden maakten ze een portret van Jeff Stryker. Pierre et Gilles lieten de pornoster poseren in een gouden broekje, hoorntjes op het hoofd, een bende roze knuffelkonijnen op de achtergrond. Ze zijn er nog altijd ondersteboven van. “Hij was heel puur, schattig, een echte artiest, ” herinnert Pierre zich. “We hebben hem ontmoet via Thierry Mugler, die Stryker als model had opgevoerd in een van zijn defilĆ©s. Mugler had verschillende beroemdheden uitgenodigd. We moesten het hem maar zeggen als we iemand wilden fotograferen. Dus hebben we Jeff gevraagd. “

Gilles : “Op een middag stond hij dan voor de deur. Hij kende ons werk niet. Maar hij heeft ons boek doorbladerd, gezegd dat hij het goede foto’s vond. Hij was ongelooflijk, ireĆ«el, niet helemaal aanwezig. Hij zei dat ons werk artistiek was en dat hij ervan hield als iets goed gedaan was. Dat hij dat ook probeerde. Dat men voor zijn films ook veel moeite deed om het licht goed te krijgen, de make-up, de rest opdat dat alles mooi zou zijn… “

Hoe belangrijk is seks in jullie kunst ?

Gilles : “We houden van erotische beelden. “

Pierre : “We hebben al wel expliciete foto’s gemaakt, maar nooit echte porno. We zouden graag verder gaan. Er is heel mooie pornografie, en heel lelijke, zoals met alles. “

Gilles : “Je moet natuurlijk de mensen vinden die het willen doen. Maar het zou ons zeker plezieren. “

“We zijn altijd een beetje apart geweest, ” zegt Pierre.

“We hebben ons nooit echt op de kunstwereld gekoncentreerd, ” replikeert Gilles. “We houden van artiesten die buiten het artistieke circuit werken. Zoals Tom of Finland, die tijdens zijn leven alleen voor seksbladen heeft gewerkt en pas nu enigszins bekend wordt. Misschien dat we daarom graag werken voor de mode, de muziek, de reklame, de pers. Het zijn verschillende manieren om uit te drukken wat we in ons hebben. Als iets recht uit het hart komt, als je niet vals speelt, dan zit je goed. Dat noem ik goede smaak. Wat je in jezelf hebt. “

En slechte smaak ? Gilles : “Slechte smaak is wat je zonder hart doet. Aan andere dingen denken dan wat je doet… bijvoorbeeld : iets louter voor het geld doen, of om oppervlakkige redenen. Je moet jezelf zijn. Uitdrukken wat je in je hebt, dat is uniek. En uniek zijn, dat is het belangrijkste. Er zijn oude dingen die heel mooi zijn, die modern blijven. “

Is het moeilijk om nieuwe ideeƫn te blijven vinden ?

Gilles : “Neen. De ideeĆ«n komen vanzelf. En we hebben zo al geen tijd om alle ideeĆ«n uit te werken. “

Pierre : “We kunnen niet meer dan twee foto’s per maand maken. “

Gilles : “Voor de foto zelf volstaat gewoonlijk een middag, maar de voorbereiding duurt lang, en het schilderen ook. “

Gilles vraagt aan Pierre of ik geen goed model zou zijn voor een foto die ze binnenkort gaan maken. “Mja, ” zegt Pierre. “Misschien. ” We praten nog wat na, dan begeleiden ze me naar buiten. Als we al op straat staan, vraag ik hen nog wanneer een foto voor hen geslaagd is. “Als we verrast zijn, ” zegt Gilles. “We bereiden dan wel alles goed voor, maar het gebeurt nog steeds dat het resultaat ons verbaast. We hebben altijd schrik dat het niet goed zal zijn. Maar als het goed is, dan zijn we tevreden. We kijken graag naar voltooid werk. Werken is voor ons een plezier. Een moeilijk plezier, soms, maar een plezier. “

Pierre et Gilles stellen de komende maanden tentoon in AustraliĆ«, Japan, Mexico, en Spanje. Bij de Duitse uitgeverij Benedikt Taschen verscheen vorig jaar een boek met een selektie van hun werken (325 fr.). Bij het Franse Actes Sud verscheen onlangs het flinterdunne boekje “Pierre et Gilles, un naturel confondant”, bestaande uit een interview en enkele recentere foto’s (600 fr.).

Gilles (links) en Pierre : “Uniek zijn, dat is het belangrijkste. “

“Les amoureux de Paris”, “JĆ©sus d’Amour”, “Le Petit Chinois” en “Rosi” (Almodovar-akrice Rossi de Palma) : “Het is een beetje zoals teatertje spelen. “

Boy George als Shiva (een werk uit ’89) : “Idolen zijn belangrijk. “

Lady Kier, Dmitry en Towa Towa van Deee-Lite : “De voorbereiding duurt lang en het schilderen ook. “

Jean-Paul Gaultier met een boeket madeliefjes : “Als je niet vals speelt, dan zit je goed. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content