Hilde Verbiest

Hij is beeldhouwer, muzikant en vader van vier kinderen. Peter Jacquemyn: “We hebben een stevig feest gehouden toen ik dertig werd. Maar ik voelde ik mij niet anders dan het jaar ervoor of erna. Je voelt je natuurlijk wel opschuiven. Als muzikant van twintig speelde ik vaak met mensen die ouder waren; intussen speel ik in ensembles waarvan de leden een stuk jonger zijn dan ik. Ik vind dat fijn. Ik heb grote, goede muzikanten gekend die zich vaderlijk om mij bekommerden en nu kan ik hetzelfde doen voor een komende generatie. Uiteraard, in de mate dat je jongeren op sleeptouw neemt, heb je daar een verantwoordelijkheid voor. En die moet je ook op je nemen. Verantwoordelijkheid is, denk ik, een sleutelwoord: het groeien van. Dat heb ik het sterkst gevoeld toen ik kinderen kreeg. Mijn dochter is geboren toen ik 25 was. Zo’n kind wordt groter, gaat naar school… Er ontstaat regelmaat en je leven krijgt een nieuwe vorm. Hun geboortes zijn de sterkste momenten van mijn leven geweest. Mijlpalen die ik niet zou hebben willen missen. Misschien zou ik zonder kinderen meer vrijheid gehad hebben om me te concentreren op mijn werk. Maar je moet ook input krijgen. En mijn werk is fundamenteel veranderd door het krijgen van kinderen. Negen maand lang die buik zien groeien en een kind zien geboren worden… dat is een onwaarschijnlijk mooi moment. En als je erin slaagt om maar een fractie van dat gevoel in een sculptuur of een concert te vatten, dan zit je goed. Ik denk dat daardoor al mijn projecten veel minder vrijblijvend zijn geworden.”

“Mijn eerste huwelijk is stukgelopen. Misschien wat te vroeg getrouwd, misschien op een verkeerd moment… Feit is dat ik mij op een bepaald moment realiseerde dat het niet zou blijven duren. Dat was moeilijk, voor alle betrokkenen. Maar gelukkig hebben we dat kunnen afronden zonder rechtszaak, grote ruzies of andere miserie. Sedertdien ga ik wel zorgzamer om met mijn relaties. Als twintiger neem je alles veel te vanzelfsprekend aan. Terwijl zo’n beslissing om voor iemand te kiezen en daar de rest van je leven bij te blijven, eigenlijk niet zo vanzelfsprekend is. Maar ik blijf wel geloven in de romantische liefde: ik maak het elke dag mee. Ik heb ook het geluk – of niet – dat mijn vrouw ook kunstenaar is. We werken op hetzelfde terrein en doen een hoop dingen samen. Wij staan op en gaan slapen met de kunst, zeg maar.”

“Vriendschappen zijn belangrijk, maar ik ben niet iemand die ze bewust onderhoudt. Sommige vrienden ken ik al 25 jaar of langer. Maar het gebeurt dat we elkaar jaren niet zien, tot zich een gelegenheid voordoet om samen aan een project te werken en dan zijn we vertrokken. Zo zijn we deze zomer op reis gegaan met een Duitse vriendin en haar gezin. Zij is violiste en we hebben samen al een cd gemaakt, en meteen na de reis hebben we gewerkt aan een nieuwe. Die mensen zijn absolute boezemvrienden, maar ik zal nooit zomaar even naar Wuppertal rijden om ze gedag te zeggen.”

“Ik merk wel dat ik, nu ik eind dertig ben, mijn creatief proces beter kan organiseren dan vroeger. Dat besef dat je het in de hand hebt en kan leiden, is nieuw voor mij. En ik begin nu pas te begrijpen hoe dat voor mij functioneert. Je moet je niet alleen mentaal, maar ook lichamelijk opwarmen. Zodat je je op één punt kunt concentreren. Je ervaring, je kunnen, je bagage… Alles bundelen tot één daad, daar gaat het om. De emotionele geladenheid is dan groot, en ik hoop dat het zo overkomt. Je kan daar natuurlijk op gepakt worden, als je je bloot geeft. Maar dat raakt mij niet, of in elk geval minder.”

“Dertig is voor mij een periode van stabiliseren. Als twintiger probeer je je weg te maken: op je gezicht gaan, recht krabbelen, opnieuw beginnen… En gezien de maatschappij waarin wij leven, hebben wij een veel langere jeugd, hebben wij de kans om tien jaar langer te experimenteren en te zien waar we naartoe willen. Dat is een luxe: wij kùnnen kiezen. En nu ik 38 ben, heb ik het gevoel van stilaan mijn plek gevonden te hebben.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content