Een vrouw alleen, ver van huis. U weet of u weet misschien niet hoe dat gaat. Ik logeer een week op mijn eentje in het hart van Antwerpen. Ik heb het druk. Overal waar ik kom, word ik, begrijpelijk na wat er is gebeurd, overstelpt met vragen over New York. Het zijn interessante, intense dagen maar een mens moet zich ook al eens ontspannen. Ik bel dus naar Marc, een charmante vriend, beetje rebels, beetje macho. “Heb je tijd om me vanavond eens de ruige buurten van Antwerpen te tonen?” vraag ik. Enkele uren later zijn we op weg. Hij, de geboren en getogen Antwerpenaar die niet graag reist en ik, de halve New Yorkse die graag het onbekende verkent. Wat we delen is een passie voor de steden waarin we wonen. Ondanks zijn honkvastheid heeft Marc een gezond gevoel voor proporties. Hij verwittigt me dan ook dat ik me van die ruige buurten niet te veel moet voorstellen. “Antwerpen heeft eigenlijk maar weinig problemen,” zegt hij, “ik voel me er overal op mijn gemak.” De stadsgids van mijn dromen.

Onze tocht brengt ons ook in het Schipperskwartier, waar ik tot mijn schande nog nooit geweest ben. Hier en daar hangen zwarte vlaggen, uit protest tegen de plannen om de buurt ‘schoon te maken’. Ik lees de aanplakbiljetten achter de ramen van gesloten zaken die van ‘mensenhandel’ zijn beschuldigd. We wandelen langs een cafĆ© dat zwart ziet van de zwarte meisjes, met daartussen een enkele blanke klant aan de toog. In de straatjes is het stil, hoewel er toch veel mannen rondlopen. Wie praat, doet het met gedempte stem, een beetje zoals in de kerk. Verkeer is er niet. De wijk heeft iets van een onderbelichte filmset. De huisjes en etalages lijken decors die naar willekeur kunnen worden afgebroken. De schreeuwerige Amsterdamse Walletjes vond ik intimiderend, maar hier voel ik me een beetje in een dorp in de stad. Later toont Marc een afgelegen straat aan de rand van de stad die volgens hem is uitgekozen om een nieuwe sekslaan te worden. Is het toeval of werd dit treurig idee geĆÆnspireerd door de poging van burgemeester Giuliani om de New Yorkse sex commerce naar de stadsrand te verbannen? “Als het ooit zover komt, zouden ze toch minstens een stukje van het Schipperskwartier intact moeten laten”, zeg ik. Marc betwijfelt sterk of daaraan gedacht wordt.

Nu ben ik weer thuis. Het is donker en ik wandel, alleen, op Times Square, het oude New Yorkse Schipperskwartier. De strijd om de sekshandel hier te verdrijven begon zo’n honderd jaar geleden. Het is bijna gelukt. Ik sta even stil voor de Peep-O-Rama. De zaak met de toch wel leuke naam is nu zo’n beetje de dinosaurus van de straat geworden. Ze ligt geprangd tussen een steakrestaurant en een souvenirwinkel. De rood-witte neonletters boven de deur branden al een hele tijd niet meer. Toch is de zaak open. Een man komt net buiten. Twee anderen gaan binnen. Profiteer ervan jongens, nu het nog kan. Peep-O-Rama is de enige overblijvende sekswinkel in dit stuk van de 42ste straat. Vier andere moesten eerder dit jaar hun deuren sluiten. In heel de wijk, die in 1977 nog 96 dergelijke etablissementen telde, zijn er nu nog tien. Je ziet ze niet als je op het gesaneerde Times Square bent, maar ze liggen nog wel op loopafstand.

De variatie aan seks die op de 42ste straat werd verkocht, is legendarisch. Het begon, op het einde van de 19de eeuw, met de silk hat-bordelen, zo genoemd naar de hoge zijden hoeden van de klanten die discreet in hun koetsen werden voorgereden. Minder discreet waren de matrozen en soldaten die er later werden bediend. Tijdens de Depressiejaren vervoegden mannelijke prostituĆ©s hun vrouwelijke collega’s en lokten ze klanten in theaters waar mannen en vrouwen stripten. In de jaren zestig en zeventig floreerden de peepshows, massage parlors en pornowinkels die het smoezelige decor vormden van de film Midnight Cowboy. Tussen de bedrijven door probeerden burgervaders weleens de wijk te fatsoeneren maar pas in 1995, onder impuls van Giuliani, kwamen de eerste strikte vestigingswetten voor sekszaken. De astronomisch gestegen grondprijzen gaven de doorslag: de buurt kon te veel poen opleveren om in handen van de sex commerce te laten. Nu is de straat een verzameling glimmende multiplexen, theaters en winkels waar niet alleen vader maar heel het gezin vertier vindt.

Eind oktober keurde de gemeenteraad nog gauw enkele wetten goed om de gaten in de wet van 1995 te dichten. Hierdoor hangt ook de toekomst van Peep-O-Rama aan een zijden draadje. De zaak bestaat sinds 1950. Enkelen pleiten er nu voor om de Peep-O-Rama, of toch minstens zijn gevel, voor het nageslacht te bewaren. Ik vind het een heel goed idee. De laatste sekswinkel van de 42ste straat in ere houden lijkt me even betekenisvol als wat men heeft gedaan met het Tenement Museum in de Lower East Side, een vroegere huurkazerne waar bezoekers kunnen zien hoe de allerarmste immigranten rond de vorige eeuwwisseling moesten leven. Door zo’n plekken te bewaren, schrijven steden hun autobiografie. De fascinatie in literatuur en film met stedelijke onderbuiken is eindeloos. Een stukje van de realiteit ervan bewaren, zou dan ook logisch zijn.

Jacqueline Goossens vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content