De 15-jarige Pauline en Juliet waren dol op elkaar. Zo dol dat de vader van Juliet hun vriendschap “ongezond” noemde. Tijdens een gesprek met de ouders van Pauline sprak hij zijn ongerustheid uit over de intensiteit van die vriendschap en hij raadde hen aan hun dochter naar een psychiater te sturen. “Homoseksualiteit”, luidde diens vonnis. Maar Pauline zou er wel overheen groeien, stelde hij de moeder gerust.

Pauline kreeg huisarrest. Terwijl ze in bed naar het plafond lag te kijken, dacht ze: “Het leven is ondraaglijk zonder Juliet. Ik wil dood. Ik heb gaandeweg besloten dat dat de beste oplossing zou zijn.”

Het verhaal van Pauline en Juliet was het thema van de onlangs op TV 1 uitgezonden film Heavenly Creatures, die op ware feiten berust die zich in de jaren vijftig in Nieuw-Zeeland hebben afgespeeld. De rauwe werkelijkheid wil dat Pauline uiteindelijk haar wanhoop niet op zichzelf afreageerde maar samen met Juliet haar moeder doodsloeg. Met dat gruwelijke feit eindigt de film.

Dat de zelfmoordgedachten van Pauline helemaal niet zo uitzonderlijk of voorbijgestreefd zijn als men zou kunnen of willen denken, bleek meteen in de daarop volgende TerZake. Uitgerekend diezelfde dag was er immers een studie van de RUG gepubliceerd die stelde dat anno 1998 in ons eigen landje, naast of achter onze deur, gelijkaardige wanhoopskreten worden geslaakt: 12,4 procent van de homo- of biseksuele jongens tussen 15 en 25 jaar probeert minstens één keer zelfmoord te plegen; voor homo- of biseksuele meisjes bedraagt dat percentage zelfs 25 procent. De cijfers voor heteroseksuele jongeren liggen iets onder de zes procent.

In TerZake vertelde de Vlaamse jongeman Eric hoe hij als 14-jarige helemaal van de kaart was toen hij zich realiseerde dat hij homoseksueel was. Hij kende geen levensechte homo’s, kende enkel de stereotypen: homo’s zijn vrouwelijk, lopen op hoge hakken, dragen jurken. “Ik dacht: als ik zo door het leven moet, dan hoeft het voor mij niet.” Op een dag besloot hij er een einde aan te maken: “Ik kon echt geen dag meer aan”. Gelukkig werd hij op het nippertje door een vriend gered en heeft hij inmiddels zijn homoseksualiteit aanvaard. Toch zit hij nog met vragen: “Hoe komt het dat ik op een school waar seksuele voorlichting werd gegeven het woord homo alleen maar kende als scheldwoord op de speelplaats?”

Eric is nu 21 en praat dus niet over lang vervlogen tijden. De voorbije jaren zagen we dat er in het parlement over de rechten van homo’s en lesbiennes werd gedebateerd, dat bij onze noorderburen twee bruiden elkaar op het stadhuis omhelsden, dat kinderen opgroeiden bij ouders van hetzelfde geslacht… Dat alles wekte de indruk dat niemand nog opkijkt van een liefde tussen twee mannen of twee vrouwen en dat de tijd dat ouders hun tieners naar een psychiater stuurden lang voorbij is. Dat blijkt nu dus een illusie.

Uit diezelfde studie kan ook afgeleid worden dat vooral meisjes gebukt gaan onder de situatie: een kwart van hen probeert ten minste één keer zichzelf te doden en bijna de helft (45 procent) zegt aan zelfdoding te hebben gedácht. Eer iemand eraan denkt zichzelf van kant te maken, heeft er zich al heel wat pijn en verdriet opgestapeld. Je kan je dan ook afvragen of er bij de resterende helft nog wel één meisje te vinden is dat gewoon gelukkig is omdat ze verliefd werd op een andere meid.

Deze cijfers zouden iedereen die beweert dat vrouwenemancipatie een feit is aan het denken moeten zetten. Vormingswerkster Mips Meyntjens verklaarde in De Morgen dat het de meisjes vooral aan geslaagde voorbeelden of rolmodellen ontbreekt. In Zizo, blad voor lesbiennes, homo’s en bi’s, weten jongens inderdaad meteen een antwoord wanneer hen naar hun idolen wordt gevraagd: Tom Lanoye, Jo Depoortere, Koentje van Get Ready!. Voor de meisjes is het heel wat moeilijker om een lesbienne van eigen bodem te vinden om naar op te kijken. Sommigen verwijzen naar Yasmine, die nu in de media openlijk over haar relatie met Alexandra Potvin praat maar ook toegeeft eerder haar lesbisch-zijn ontkend te hebben uit schrik voor negatieve reacties. Nu zegt Iris in Zizo: “Yasmine heeft mij in mijn aanvaarding en coming out vooruitgeholpen.”

Niemand kan verplicht worden om publiek te maken hoe hij of zij leeft. Maar dit rapport legt toch wel een enorme verantwoordelijkheid op schouders van lesbische vrouwen. Misschien hebben ze zelf – na een veel te lang gevecht – eindelijk de weg naar een harmonieus leven gevonden, en wie kan van hen eisen dat ze die rust laten verstoren? Mips Meyntjens roept hen echter op om met hun geaardheid naar buiten te komen. “Het helpt écht.”

De heterosamenleving zou hen alvast kunnen steunen door waar mogelijk vooroordelen en discriminaties luidop te bekampen.

Jo Blommaert / Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content