Met ingehouden adem, de armen wijd, voetje voor voetje : leven in een nieuw samengesteld gezin is een lastige evenwichtsoefening. Vanaf dit jaar is er een goed uitgebouwde cursus met praktische do’s (laat de opvoeding aan de biologische ouder over) en don’ts (géén : ‘zeg maar papa’).

Mijn stiefdochter had voor het eerst haar maandstonden en ik had haar – met de beste bedoelingen – geleerd hoe ze een tampon moest gebruiken. Haar moeder heeft me dat vreselijk kwalijk genomen. Ik dacht net dat ik het goed had aangepakt.” Het is een van de verzuchtingen die te horen zijn op de ‘Oefenschool voor nieuw samengestelde gezinnen’, een cursus die de Gezinsbond vanaf dit jaar in heel Vlaanderen wil aanbieden. Waarom de moeder verontwaardigd was ? “Omdat ze op zulke momenten het gevoel krijgt dat haar dochter van haar wordt afgenomen“, vertelt coördinatrice Jo Knockaert. “Zoiets hoort bij uitstek een intiem moment tussen moeder en dochter te zijn – iets waar niemand mag tussen komen. Dat de moeder gekwetst was, daar moet de stiefmoeder begrip voor kunnen opbrengen. Omgekeerd weet de moeder ook wel dat het misschien moeilijk anders had gekund. Het goede van zo’n cursus is dat biologische ouders en stiefouders bijeen zitten. Van verschillende families bovendien, zodat ze uitgebreid elkaars situatie kunnen leren begrijpen, zónder gekwetst te worden.” Dat er enorm veel interesse was voor een cursus voor nieuw samengestelde gezinnen, hoeft volgens Knockaert niet te verwonderen. “Ze worden uiteraard almaar talrijker. En deze generatie is bovendien de pioniersgeneratie : we hebben geen voorbeelden. Het traditionele kerngezin wordt al te vaak als norm genomen. Als ideaalbeeld zelfs. Fout natuurlijk : een nieuw samengesteld gezin heeft een volledig andere dynamiek, je kunt de twee niet met elkaar vergelijken. Logisch dus dat mensen op zoek zijn naar handvatten. Zeker omdat bij samengestelde gezinnen de overlevingskans van de prille relatie haast volledig afhangt van het al dan niet slagen van dat nieuwe gezin. In een kerngezin zijn de kinderen vaak de motor, in een nieuw samengesteld gezin zijn die net meestal de splijtzwam.”

Moeilijk is normaal

De cursus werd samengesteld door de Gezinsbond Oost-Vlaanderen, met de hulp van Nicole Vliegen, psychologe aan de KULeuven, en Kaat Schaubrouck, die het boek Bijna Familie schreef. De titel wijst al op een pijnpunt. “We moeten dringend een passende taal vinden voor nieuw samengestelde gezinnen”, vindt Schaubrouck. “Stiefmoeder of -vader klinkt te negatief. Bovendien moeten we het onderdeel ‘moeder’ of ‘vader’ vermijden. Kinderen hebben maar één moeder en vader. Geen twee. Vermijd verwarring. Of pijnlijke situaties : zoals een geschenk op Moederdag dat naar de stiefmoeder gaat. Kies een nieuwe naam. Of waarom niet gewoon de eigennaam ?”

Vliegen hamert erop dat nieuw samengestelde gezinnen niet mogen uitgaan van de ideale situatie. “Als het klikt tussen kind en stiefouder, dan heb je geluk. Mensen denken vaak dat het andersom is : ‘Klikt het niet, dan heb je pech.’ Nee, dat is net normaal. Alles loopt onvermijdelijk stroef in het begin. En als een kind zich afzet tegen een nieuwe partner, betekent dat niet automatisch dat het kind iets tegen die persoon heeft. Meestal wortelt die houding in loyaliteit en liefde voor de biologische ouder.”

De belangrijkste vuistregel volgens Knockaert ? “Laat de opvoeding over aan de biologische ouders. Probeer je als stiefouder te beperken tot het maken van afspraken. Een voorbeeld : een stiefouder mag de kinderen vragen om telkens de lichten achter zich te doven. Maar laat de uitleg over de reden daarvoor liever over aan de biologische ouder. Waarden doorgeven als ‘respect voor het milieu’ en ‘spaarzaam zijn’ : dat hoort bij de opvoeding en is dus gereserveerd voor de biologische ouders. Uiteraard is het onderscheid soms moeilijk te maken. Maar vaak geeft die vuistregel wel een houvast.”

De cursus, die vijf avonden omvat, besteedt ook veel aandacht aan de nieuwe partnerrelatie. Knockaert : “Die is tenslotte het cement van het gezin. Die moet sterk genoeg zijn om de hele storm te doorstaan. Aan de proefcursus nam een vrouw mee die verliefd geworden was op een man met twee kinderen. ‘Maar’, zo zei ze, ‘ik voel me eigenlijk helemaal geen moeder, ik ben er ook het type niet voor. En toch heb ik geen andere keuze.’ En zo zie je het vaak. Net die mensen hebben heel veel nood aan onze tips, én aan ervaringen en verhalen van anderen in gelijkaardige situaties. We merken dat de deelnemers van de proefcursussen nu op eigen houtje nog elke maand samenkomen. Ook leuk om te merken dat sommige deelnemers nadien hun ex naar de cursus sturen. Hoopgevend, want een goede verstandhouding met de ex-partners is bijzonder belangrijk voor het slagen van een nieuw samengesteld gezin.”

De eerste cursussen vinden plaats in Gent en Kruishoutem. Nadien moet de oefenschool in alle Vlaamse provincies aangeboden worden.

Info op www.gezinsbond.be of 02 507 88 11.

Leden van de Gezinsbond betalen 25 euro, anderen 30 euro.

Door Guinevere Claeys – Illustratie Inge Bogaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content