Het item haalde zelfs het VRT-nieuws : het stadsbestuur van Roeselare organiseert oefensessies parkeergarageparkeren voor senioren. Het moet zijn dat er zich in de catacomben van de stad van Rodenbach en Meneer Rik onvermoede drama’s afspelen. Nu, voor één keer zou ik het niet erg vinden om tot de senioren gerekend te worden. Begrijp me niet verkeerd : in de meeste omstandigheden functioneer ik vrij doeltreffend. Ik heb hoogtevrees noch vliegangst, ben lucht- en zeeziekbestendig, kan zonder overgeven tegen de rijrichting trammen, treinen en bussen. Het enige waar ik moeite mee heb, is autorijden. Vooruit gaat nog, achteruit is problematisch. Nog een geluk dat wij ons op ’s lands wegennet doorgaans voorwaarts bewegen. Ook in parkeergarages trouwens. Maar daar komt het op precisie aan. Het begint al bij de ticketautomaat : mik je er te ver naast, dan lukt het niet om op de knop te drukken zonder je gordel los te maken en sukkelachtig uit het autoraampje te hangen. Kom je te dicht, dan krijgt de zijspiegel een tik.

Dan is er de afdaling. Sommige parkeergarages vereisen hachelijker manoeuvres dan het circuit van Zolder. In die van een Antwerps ziekenhuis staat de muur vol zwarte strepen van stakkers die uit de bocht gingen. Is een mens al wat van zijn melk wegens een geliefde in belabberde toestand, wordt hier ook nog de opperste concentratie geëist. En vooral niet te vroeg juichen. Stuur je de neus van het voertuig links keurig langs die muur, schuur je rechts met je velg tegen zo’n smerig opstaand boordje.

Nu komt het eropaan om een leeg en voldoende ruim parkeervak te vinden. Wat niet helpt is het concept parkeergarage : zoveel mogelijk auto’s in zo weinig mogelijk ruimte onderbrengen. Een ruimte die schemerig is bovendien en vaag naar urine ruikt. En dat iele muziekje dat uit de luidsprekers klinkt en geruststellend bedoeld is, heeft bij mij het effect van de soundtrack van Jaws. Want hier loert het echte gevaar : geen haaien, maar palen. Geniepige palen die altijd dichterbij zijn dan je in het halfduister vermoedt, vooral bij het achteruitrijden. “Je moet je voorstellen dat de achterkant van je auto de voorkant wordt”, zei mijn rijinstructeur destijds. Alsof het nog niet lastig genoeg was. Een geluk dat palen, in tegenstelling tot andere weggebruikers, geen proces verbaal eisen. Leve de parkeerverklikker, hoog op mijn lijst van cruciale uitvindingen. En dat het initiatief van Roeselare navolging moge vinden, in alle Vlaamse steden en voor alle leeftijdscategorieën.

LINDA ASSELBERGS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content