PARELS IN DE BETONNEN STAD

Het Franse Le Havre werd lang als een vervallen Oostblokstad afgedaan, maar is nu werelderfgoed en bloeit helemaal op. Het is een geschikte plek voor al wie houdt van fiftiesarchitectuur. © BERTRAND LIMBOUR

In Normandië worden er nooit aardbevingen geregistreerd, maar havenstad Le Havre zindert wel, nu de vulkanen van de legendarische architect Oscar Niemeyer weer oplichten. Dit is het rendez-vous voor al wie tuk is op vintage architectuur en design uit de fifties.

Toen ik hier aankwam, eind jaren negentig, dacht ik in Boekarest te zijn beland”, bekent de dame aan de balie van het schattige Hotel Oscar, genoemd naar Oscar Niemeyer. “Ik dacht, hier blijf ik hooguit één of twee jaar. Maar ondertussen is het hier best leuk. Als er wat zon schijnt op de roze gevels, wordt de stad zelfs mooi.” Dan lijkt Le Havre, tot 2000 beschouwd als het lelijke eendje van Frankrijk, zelfs een heel klein beetje op Brasilia. Dat is natuurlijk overdreven, maar het is ook een nieuwe stad, opgetrokken in de jaren vijftig en zestig, na het grote bombardement van 1944. Er kwam overdadig veel moderne betonarchitectuur. De stad doet ook denken aan die mysterieuze Wereldtentoonstellingsstad EUR naast Rome, met grote lanen, voorzien van gaanderijen. Le Havre is voor alles een havenstad waar nog altijd pakketboten aanmeren uit New York en de Cariben en waar de mensen een vrijere en lossere mentaliteit hebben dan in de rest van het landelijke Normandië.

In het centrum van de stad, aan de Bassin du Commerce, legt men nu de laatste hand aan de restauratie van Le Volcan, volgens kenners een van de mooiste creaties van de legendarische Braziliaanse architect Oscar Niemeyer. In 1972 ontwierp hij twee betonnen vulkanen, een kleine voor de mediatheek, en een grote voor een theaterzaal met jazzclub. De vorm lijkt een kruising van kathedraal van Brasilia met een île flottante. Le Volcan was aan een grondige opfrisbeurt toe en opent nu zijn deuren opnieuw voor het publiek.

Dit is niet het enige gebouw dat Le Havre tot een architectuurparel van de twintigste eeuw maakt. Nadat de stad bij de bombardementen van de geallieerden bijna van de kaart was verdwenen in 1944, werd ze heropgebouwd door Auguste Perret, een van de tenoren van de moderne architectuur.

BETONGOOCHELAAR

“Perret was een bijzondere figuur,” zegt stadsarchitect Vincent Duteurtre, “hij werd in België geboren, als zoon van een Parijse vluchteling van de Commune. Hij was hier trouwens niet zo welkom, omdat de meeste mensen hoopten dat de stad in een soort neo-Normandische stijl zou worden heropgebouwd. Perret koos voor een moderne, strakke art-decostijl.” De vader van Perret was steenhouwer en samen met zijn broers runde Auguste een betonbedrijf. Het verklaart waarom de nieuwe stad een betonnen kunstwerk werd. Weliswaar van een schitterende kwaliteit, want zelfs meer dan een halve eeuw later blijkt alles nog in goede staat te verkeren, wat voor beton niet vanzelfsprekend is. “Bovendien wendde Perret het beton aan als natuursteen, vermengd met marmerpoeders en schelpen, waardoor er allerlei oppervlakten en kleurnuances ontstaan”, aldus Duteurtre.

Dat maakt Le Havre tot een van dé mijlpalen van de betonarchitectuur. Maar in tegenstelling tot Brasilia is alles hier kaarsrecht, waardoor die grillige Volcan van Niemeyer voor een verrassend contrast zorgt. Perret heeft met zijn beton gegoocheld, hij creëerde schitterende lanen en een enorme kerk, de Saint-Joseph, met een nooit geziene holle toren van meer dan honderd meter hoog. Atheïst Perret heeft met dit betonspektakel de hemel aanbeden. De keuze viel destijds trouwens ook op Perret omdat beton goedkoop was. Duteurtre : “Le Havre is bovendien een van de eerste en grootste experimenten van prefab architectuur, veel gevelplaten en binnenwanden werden op voorhand gegoten.” Qua stijl is de stad zowel modern als klassiek, de vele zuilen en kroonlijsten zorgen voor een neoklassieke toets en grandeur.

VROEGER OOSTBLOKSTAD

Velen denkt dat de stad een communistische creatie was. Klopt niet. De stad werd niet door de communisten gebouwd, maar wel veel jaren door hen bestuurd. Niemeyer werd bijvoorbeeld door de communistische burgemeester uitgenodigd om zijn vulkaan te bouwen. De link die velen met het communisme leggen heeft meer te maken met de toestand van de stad tot in het begin van de eenentwintigste eeuw. “Tot voor de eeuwwisseling lag Le Havre er verwaarloosd bij, met veel leegstand en verval. Het leek een grauwe Oostblokstad. Behalve een handvol architectuurfreaks kwamen hier amper toeristen”, vertelt Vincent Duteurtre.

Bijna niemand zag de architecturale kwaliteit van de stad, ook het gemeentebestuur niet. Maar na het inventarisatie- en sensibiliseringswerk van architect Duteurtre en enkele historici kwam de kentering. Uiteindelijk werd de stad in 2005 op de Unescolijst van het werelderfgoed geplaatst. Sindsdien werd er flink gerestaureerd, werd Le Havre een toeristische trekpleister en kreeg de lokale economie een boost. “Maar hier komen enkel ‘interessante’ toeristen op af, geïnteresseerd in architectuur, kunst en design, het zijn niet de modale bezoekers van Normandië”, aldus Nathalie Jegousse, zelf fervent vintageverzamelaar, die het Hotel Oscar runt en het ooit samen met Duteurtre in vintagestijl heeft gedecoreerd met ter plaatse – op de puces – gevonden spullen.

Wie tuk is op authentieke interieurs moet zeker naar L’Appartement Témoin, een absolute topper. In een van de talrijke flatgebouwen werd een appartement uit 1946 gereconstrueerd met alles erop en eraan, van het fornuis tot en met het speelgoed en de schoonheidsproducten in de badkamer. Hiervoor bracht Duteurtre schitterende designmeubelen en objecten bij elkaar. Dat alleen is al een reden om de stad te bezoeken. Maar er is zoveel meer. Neem bijvoorbeeld het MuMA (Musée d’Art Moderne André Malraux) dat in 1961 opende en waaraan Jean Prouvé heeft meegewerkt. Het kan best zijn dat Mies van der Rohe er zich op heeft gebaseerd voor de veel bekendere Neue Nationalgalerie in Berlijn. Het MuMa is niet alleen een pracht van een modern museum, ook de collectie is bijzonder. De mooiste impressionisten, van Renoir tot Monet, Manet, Degas en zoveel anderen : ze hangen er allemaal. Niet onlogisch als je weet dat dit net de streek is waar het impressionisme geboren werd. Je kunt in het MuMa ook tijd nemen voor een hapje, want vanuit het restaurant geniet je van een riant havenzicht.

OUD EN NOUVEL

Le Havre heeft trouwens meer te bieden dan de heropbouwarchitectuur van Perret. Momenteel komt de oude haven met haar prachtige negentiende-eeuwse warenhuizen opnieuw tot leven. Je kunt er een duik nemen in het mooiste badhuis van Frankrijk, Les Bains des Docks, in 2008 gebouwd naar de plannen van Jean Nouvel, die een hedendaagse versie afleverde van het Romeinse badhuis. Het prachtige complex telt baden, sauna’s, spa en hammans, zelfs op een grijze dag is het een heerlijke plek.

In deze stad is het water dus alomtegenwoordig, ze werd trouwens in de zestiende eeuw opgetrokken als een moderne haven. Families hebben er generaties lang fortuin gemaakt als reder en handelaar in koffie, katoen, suiker en thee. Daarover komen we meer te weten op twee verrassende adressen. Vooreerst het Hôtel Dubocage de Bléville, een eeuwenoud pand waar je het oude Normandië binnenstapt. Het werd opgetrokken als een boot, vol oude balken en nu loopt er een tentoonstelling over de handel op Oost en West.

De tweede waardevolle plek is het Maison de l’Armateur, op de kop van de oude haven. Het bleef daar als bij wonder gespaard tijdens de bombardementen. Dit is zonder meer een van de mooiste huizen van Frankrijk. Deze parel werd tussen 1790 en 1800, in volle revolutietijd opgetrokken in directoirestijl. Het onderste deel was een pied-à-terre voor intieme afspraakjes, want in die tijd lag het theater om de hoek. “Le Havre was toen een behoorlijk mondaine stad”, stipt conservator Elisabeth Leprêtre aan, die net als Duteurtre tuk is op historische interieurs en dit gebouw opnieuw tot leven heeft gewekt. Het heeft een uniek grondplan, met van binnen een uitkijktoren waaromheen intieme salons en slaapkamers liggen. Het is uitzonderlijk gaaf. “Een geluk dat het meer dan een halve eeuw heeft leeggestaan en nooit werd aangepast aan de ‘moderne tijd'”, legt de conservator uit. “Het was tevens een uitkijktoren van waaruit de reders die hier huisden hun schepen zagen binnenvaren.” Leprêtre heeft echt haar ziel in dit huis gelegd. Ze liet het zacht herstellen en aankleden zoals vroeger, en verwierf heel wat archieven en objecten van de talrijke redersfamilies die nog altijd in deze regio wonen. Kortom, het Maison de l’Armateur is een huis, geen museum. Vergeet je bezoek aan deze stad niet af te ronden met een hapje in de buurt. Tegenover het huis is er dagelijks een vismarkt, je botst er op heerlijk volkse eethuizen.

Heb je nog tijd over, stop dan in het vergeten Vikingstadje Harfleur naast Le Havre, bezoek de abdij van Montvilliers of trek naar Saint-Adresse, het badplaatsje dat tijdens Wereldoorlog I even de administratieve hoofdstad van België was.

Info : www.lehavretourisme.com

DOOR PIET SWIMBERGHE & FOTO’S BERTRAND LIMBOUR

In Le Havre is alles kaarsrecht, Oscar Niemeyers Volcan werkt als contrast

Niemand zag de kwaliteiten van Le Havre, zelfs het stadsbestuur niet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content