Tachtigduizend zijn het er in dit land, elke dag : mannen die naar de hoeren gaan. Nuchter en koel stond het in het dagblad te lezen. Hoewel ik op mijn leeftijd niet volslagen naïef meer ben, maakte dat cijfer toch indruk. Tachtigduizend. Dat is de voltallige bevolking van een stad als Kortrijk. Zet die mannen achter elkaar, zo leert een snelle berekening, en je krijgt een wachtrij van wel 40 kilometer. Een menselijke ketting vol bronstig mannetjesvolk, broek op de enkels, van Wetteren tot Koekelberg. Gelukkig hoef je al die geile heren in de naakte werkelijkheid nooit zo koddig achter elkaar te zien aanschuiven. Ze kunnen zich immers verspreiden over zo’n 18.000 dames van de horizontale kunst die in dit landje klaarstaan om hun lusten te bedaren.

Zoals elk gezond jongmens heb ik in het verleden ook wel eens door zo’n hoerenbuurt gedwaald, in de hoop links en recht een glimp op te vangen van een begeerlijke dij of gestroomlijnde kuit. Dat ik van de diensten van zo’n meisje nooit gebruik heb gemaakt, is niet zozeer uit morele afkeuring of pudeur. Meer uit schrik voor enge ziektes en de angst er verslaafd aan te raken, zoals die twintig procent van de mannen die volgens studies zeer regelmatig betalen voor seks. Het wonderlijkste van dat cijfer vind ik nog dat het er niet méér zijn. Want blijft het niet bizar dat zelfs de meest afstotelijke kerel voor een handvol euro’s naar bed kan met een babe die hem normaal nog niet met de nek zou aankijken ?

Een extra reden waarom ik de betaalde seks schuw, is dat ik graag wat prikkels wil opsparen voor later, als een erotisch appeltje voor de dorst. Als ik nu al mijn toevlucht zoek tot parenclubs en gribussen, welk afrodisiacum rest mij dan op mijn vijftigste om de appetijt aan te scherpen ? Been there, seen that, bought the T-shirt : die constatering lijkt mij dodelijk voor het liefdesleven. Dan spaar ik liever nog wat grenzen op, al was het maar om ze bijtijds te kunnen verleggen. Dat houdt de spanning in het land.

Een vriend van mij, P., houdt er een pragmatischer visie op na. Sinds enkele jaren trekt hij een vast budget uit voor seks. Net zoals gas en elektra houdt hij dat keurig bij op een spreadsheet. Duizend euro per maand, dat kan hij zich als succesvol advocaat wel permitteren. Gemiddeld eens per week doet hij een van zijn vaste adresjes aan en laat zich daar uitgebreid bedienen. Als hij vermoeid en futloos is, laat hij al eens een escortmeisje aan huis komen om de stress weg te masseren. Ik blijf het een kleffe bedoening vinden, maar hij voelt er zich blijkbaar best oké bij. “Met zo’n meisje krijg je achteraf nooit gedonder”, zegt P. “Het is als een restaurant waar je al veel jaren komt : je weet wat je krijgt voor je geld. En je verliest er je hart niet aan. Een zakelijke transactie, clean en zonder complicaties.” Zoals wel meer dertigers is hij in het verleden zo gekwetst geraakt dat hij liever voor seks betaalt dan nog een keer in liefde te verdwalen.

Zo nonchalant als P. met prostitutie omgaat, zo verkrampt reageert M. erop, een van mijn schaarse kennissen die de islam aankleven. “De hoer en de hoereerder : gesel elk van hen met honderd zweepslagen”, zegt quran 24 : 3 niet voor niets. Hoewel M. al bijna zijn hele leven in België woont, zou hij er niet over piekeren om naar de hoeren te gaan. Intussen droomt hij wel van een hiernamaals dat voor ons westerlingen verdacht veel wegheeft van een gigantisch luxebordeel. Een eeuwigdurende erectie en zeventig keer zeventig hoeri’s ofte paradijsmaagden, dat zijn de schimmige beelden die mijn bron mij doorseint van het islamitisch paradijs. De liefde wordt er krek zo bedreven als op aarde, al duurt het hoogtepunt er tachtig jaar. Toch blijven de meisjes eeuwig maagd. Dat is andere koek dan onze rijstpap met gouden lepeltjes.

Maar testosteron kruipt waar het niet gaan kan, vooruitzicht op hemelse maagden of niet. Neem nu de kapers van de 9/11-aanslagen. Bij de laatste levensuren van dergelijke lieden stel ik mij ingetogen gemurmel voor en geblader in beduimelde gebedsboekjes, de blik gericht op de zon die je voor de laatste keer bloedrood ziet wegzakken onder de skyline. In werkelijkheid brachten de kapers, zo weten u en ik intussen, hun laatste nachten door met het opbellen van callgirls. Hallucinant detail was dat de onderhandelingen afsprongen op de prijs die de hoertjes voor hun diensten vroegen.

Waarom wilden Mohammed Atah en de zijnen nog vlug even naar de hoeren, als ze dan toch zo overtuigd waren dat ze straks hun hoeri’s kregen ? Tot vandaag houdt dat vraagstuk mij wel eens bezig, bij voorkeur in het blauwe uurtje voor de dageraad, als ik de slaap niet kan vatten. Die vroege ochtenduurtjes, zo vertelde een vriendin uit het wereldje mij, zijn trouwens ook al piekmomenten voor prostituees. Massa’s kantoorbedienden willen voor het prikken nog vlug even prikken. Mannen zullen altijd mannen blijven, denk ik dan. Allesvreters in het diepst van hun gedachten. Een ex-prostituee die zich inzet voor de rosse buurt in Antwerpen, noemde dat cijfer van de tachtigduizend hoererende Belgen per dag niet voor niets “onderschat”. “Alleen”, voegde ze daar meteen aan toe, “zullen de klanten het nooit toegeven.”

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content