Bij het bekijken van verschrikkelijke beelden op de televisie ben ik soms blij dat ik al zolang geleefd heb. Als het op vrouwen aankomt, kamp ik echter met het gevoel ietwat te vroeg te zijn geboren. Nu zijn de vrouwen mooier dan vroeger. Ze hebben hagelwitte tanden die niet meer met lood gevuld zijn. Hun huidskleur is gevarieerder, hun borsten zijn groter dan toen ik als tiener van tepelhoven droomde. Niet dat de omvang van borsten mij speciaal aantrekt. Ik ben geen borsten- of billenman maar een gezichtenvent, die zich vooral laat bekoren door een intense blik of het mysterie van een opgetrokken wenkbrauw – om nog te zwijgen van de rijkdom aan gedachten die zich daarachter kan ophouden.

“De tijd heeft zijn sporen nagelaten”, schrijft mij een vrouw die ik gekend heb in haar gloriedagen. “Ik voel mij nu onvermijdelijk onzeker. Er is de wreedheid van de spiegel, het grijnzen van de kraaienpoten. Er is S. met zijn perfecte lichaam en zijn fotomodelmooie exen. Soms heb ik het moeilijk te aanvaarden dat ik niet langer perfect ben.”

Fijn kan het niet zijn om te kampen met zulke twijfels. “Perfectie is als een mes dat te scherp gewet is”, antwoord ik om haar te troosten – en ook gewoon omdat het waar is. “Voor je het weet, snij je je aan perfectie tot op het bot in je vingers.” Ik schrijf dat aan de keukentafel, in de nabijheid van het messenblok en van een kom met ontbijtgranen, zonder toegevoegde suikers.

In de fruitschaal ligt een tros nieuwe bananen en nog één enkele oude. Je hebt mensen die dan de oude banaan eerst opeten, en je hebt mensen die schaamteloos de nieuwe tros aanbreken. De oude laten ze liggen voor hun huisgenoten, die er misschien wél een voorkeur voor voze plekken op nahouden. Van die twee soorten mensen behoor ik meestal tot de eerste, de oudebanaaneters. Toch durft een neiging tot asociaal gedrag ook bij mij de kop opsteken. Wij krijgen daarvan dagelijks voorbeelden, van automobilisten die vluchtmisdrijf plegen tot Russische straaljagers die voor de aardigheid laag boven Amerikaanse oorlogsbodems scheren. Ze dollen met de wereldvrede. Soms heb je de indruk dat we collectief ons verstand hebben verloren. Die indruk wordt sterker, zoals lekkende kranen de neiging hebben harder te gaan lekken.

Niet alleen bij de keuze van bananen, ook elders lopen er onzichtbare breuklijnen dwars door de mensheid. In de bio-taveerne waar ik mij wekelijks een middag ga voeden, hebben ze een belletje van het soort dat je op hotelbalies aantreft. Zo’n ronde, blinkende schel met een knopje dat doet denken aan de tepel van een vrouwelijke robot. Spaghetti ? Druk op de bel, staat er met krijt op een leisteen geschreven.Voor ik dat durf te doen, sta ik altijd enige oogwenken schaapachtig in het rond te kijken en oogcontact te zoeken. Ik schiet het best op met mensen die er zich net als ik voor generen een tik op die bel te geven. Hen begrijp ik beter dan mensen die het hun geboorterecht vinden die bel luid door de ruimte te laten weerklinken, teneinde een huis-elf te zien opdraven om hun verlangens te bevredigen.

Maar er zijn ingrijpender breuklijnen dan deze die getrokken worden door belletjes of bananen. Zo is er de kloof die gaapt tussen mensen die nog niets akeligs hebben meegemaakt, en mensen die van het leven al lelijk op hun toot hebben gekregen. Als je op je toot krijgt van het leven, kan het twee kanten met je uitgaan: je wordt harder en bitterder, of je wordt sterker en wijzer. Dat laatste geniet veruit mijn voorkeur. Ik vind het indrukwekkend hoe mensen vechten en op geluk en gezondheid blijven hopen, te midden van kankers en oorlogen. Soms vind ik ons allemaal heldhaftig, zonder uitzondering – zoals elk van ons, ook de domste en de sloomste, ooit de snelste is geweest van talloos veel miljoenen, in die donkere ratrace naar de eicel.

jp.mulders@skynet.be

JEAN-PAUL MULDERS

Soms heb je de indruk dat we collectief ons verstand hebben verloren. Die indruk wordt sterker, zoals lekkende kranen almaar harder gaan lekken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content