Op de röntgenfoto is niets te zien, en toch doet uw schouder pijn. Of u hebt chronisch last van uw rug, maar er is geen pil of zalf die helpt. Misschien ligt de oplossing in de alternatieve aanpak van de osteopaat.

Osteopathie is een manuele geneeskunst die de oorzaak van pijnklachten en van sommige aandoeningen in de biomechanica van het lichaam zoekt. De osteopathie is ontstaan uit de wanhoop van een zeer toegewijde en vooral nieuwsgierige Amerikaanse dokter, net voorbij het midden van vorige eeuw.

Andrew Taylor Still verloor zes van zijn zeven kinderen door de ontoereikendheid van de toenmalige geneeskunde. Om zijn eigen onvermogen als arts te overstijgen, bestudeerde hij clandestien opgegraven lijken en alle medische literatuur die beschikbaar was. Zo kwam hij ertoe om het menselijk lichaam te gaan beschouwen als een machine. Een machine bestaande uit een skelet, overtrokken met spieren, ligamenten en huid, en voorzien van bedrading (zenuwen) en energiebevoorrading (bloedcirculatie). Een machine die zoals alle andere mechanieken onderhevig is aan druk en spanning. En die maar functioneert als de draden en buizen behoorlijk ineenzitten.

Het verhaal van Andrew Taylor Still is natuurlijk veel langer en interessanter dan deze simpele voorstelling. Belangrijk is dat zijn jarenlang onderzoek resulteerde in een holistische opvatting van mens, ziekte en gezondheid. Anno 2000 worden zijn inzichten door sommigen beschouwd als een modern en werkbaar alternatief voor bepaalde zwakke schakels in de conventionele geneeskunde.

Een osteopaat vertrekt altijd vanuit bewegingsverlies, in of rond een pijnlijke plek. Hoewel osteopaten ook bekend zijn als krakers, gaat het om een zachte therapie. Geen koude instrumenten in hun kabinet, zij werken met hun handen.

Vaak vertrekt een osteopaat van wat hij ziet op röntgenfoto’s of van door de dokter geschetste symptomen. Maar hij zal het probleem in de eerste plaats zelf manueel opsporen. De pijnlijke lichaamsdelen, in de osteopathie klachtenregio’s genoemd, worden betast en bewogen, om te bepalen vanuit welke structuur de klacht komt. De term structuur in de osteopathie slaat op alle lichaamsweefsels: skelet, spieren, ligamenten, zenuwen, bloedvaten. Zo kan bijvoorbeeld een tenniselleboog zowel een ontsteking van een pees, als van het bot of van een spiertje in de elleboog zijn.

Eenmaal hij de pijnlijke structuur heeft gelokaliseerd, spoort de osteopaat de oorzaak op. En die kan in theorie overal vandaan komen. Soms gaat het om mechanische belasting: een stijve knie kan ontstaan door een blokkade in de voet. Een pijnlijke voet kan zijn oorzaak hebben in de circulatie: te weinig bloed in de klachtenregio. Of het kan gaan om neurogene stress: een pijnlijke spier die niet goed bezenuwd is. Komt die bezenuwing bijvoorbeeld vanuit de wervelkolom, dan zal de osteopaat die wervelkolom vrijmaken, in de betekenis van beweeglijk maken. Dat vrijmaken, ook normaliseren of manipuleren genoemd, gebeurt opnieuw volledig manueel.

Osteopatische technieken zijn zeer specifiek en gaan van zacht tot wat steviger. Als ze goed worden uitgevoerd, doen deze handelingen zelf geen pijn. De klachtenzone wordt eerst voorbereid, warm gemaakt, versoepeld, alvorens ze wordt genormaliseerd. Het uitgangspunt is dat van zodra een pijnzone is vrijgemaakt van alle stress (mechanische druk, of metabolische, neurogene of circulatorische belemmeringen) ze klaar is om te genezen.

Eenvoudig, logisch en het werkt voor veel pijnklachten.

Zitten de osteopaten niet in het vaarwater van de kinesitherapie? Eigenlijk niet. Kinesisten en osteopaten kunnen perfect naast elkaar werken. Veel kinesisten zijn osteopaat en omgekeerd. Ze werken op terreinen waar osteopaten zich niet begeven: revalidatie na trauma of beroerte om er maar twee op te noemen. Maar ze behandelen, net zoals de meeste allopaten, symptomatisch en plaatselijk. Ze zijn verplicht om het voorschrift van de arts uit te voeren, en mogen geen verantwoordelijkheid nemen. Veel kinesisten komen dan ook bijna automatisch bij de osteopathie terecht.

Etienne Vergote ( Belgische Vorming der Osteopathie): “Neem een patiënt met lumbalgie, een moeilijk woord voor lendenpijn. Waar komt die pijn vandaan? Wie een beetje doordenkt, ziet relaties naar andere structuren. Elke structuur behoort bij een segment in de ruggenwervel, en wordt vandaaruit bezenuwd. Maar er is ook een relatie met de huid, met spieren, met gewrichten en zelfs met inwendige organen.”

Door deze totaalvisie, die overigens een grondige kennis van de neurofysiologie vraagt, is osteopathie een oorzakelijke therapie. Een zoektocht naar de oorsprong van een lichamelijk mankement, vanuit een totaalbeeld van de patiënt. Iemand die voortdurend zijn voet verzwikt, heeft misschien een complexer probleem waarin zowel zijn knie, zijn bekken, zijn heup, als zijn ruggengraat een rol spelen. Veel klassieke geneesheren hebben hier wat moeite mee. Vinden zij geen objectieve oorzaak voor bijvoorbeeld lage rugpijn, dan verwijzen velen naar de psychosomatiek, het hele arsenaal aandoeningen met een diepere psychologische oorzaak. De osteopathie daarentegen is gebaseerd op anatomische kennis van het lichaam.

We weten bijvoorbeeld dat de segmenten van het ruggenmerg bestaan uit 31 afdelingen waaruit de 31 ruggenmergzenuwparen ontspringen. Van daaruit worden huid, bloedvaten, gewrichten en organen bezenuwd. Deze zenuwen hebben ook in de wervels onderliggende relaties. Daarom kunnen er verbanden zijn tussen twee organen in het lichaam die ogenschijnlijk niets met elkaar hebben te maken, maar die te verklaren zijn door de verbanden tussen de segmenten in de rug. In de osteopathie worden dit segmentaire verschijnselen genoemd. Ze vormen de basis van een logisch redeneren over de oorzaak van aandoeningen.

Etienne Vergote: “Ongeveer 80 procent van de mensen komt met rug- en nekproblemen. De invloed van rug en nek op het menselijk lichaam is enorm. Zelfs op ons verteringsstelsel. De klassieke medische opleiding ziet dit niet. Anderzijds hebben osteopaten niet voor alles een oplossing. Mensen die overbelast zijn met werk en verantwoordelijkheden kunnen stressklachten krijgen ter hoogte van de lendenen, anderen krijgen problemen in de nek. Je kan in de ruggengraat een faciliteitenzone hebben, een zone die beschadigd is of minder weerstand biedt. Bij problemen, bij verzwakking of infecties gaat die zone het eerst over de pijngrens. Daar worden signalen gegeven dat het misgaat. Dat kan te veel emotionele of professionele druk zijn. Dan mag je alles doen om die ruggengraat weer goed te krijgen, zonder aanpassing van de levenswijze zal er niets veranderen.”

Wie is geholpen met osteopathie? Neem een op het eerste gezicht ordinair probleem: een stijve nek. Op röntgenfoto’s kan een slijtage te zien zijn, maar misschien ook niet. Wat doet de osteopaat? Met een mechanisch, manueel onderzoek nagaan waar de beperking van de beweging vandaan komt. Eenmaal de beperking gevonden, probeert hij ze te verbeteren en zoveel mogelijk beweeglijkheid terug te krijgen. Daarom moet hij wel weten wat de beperking veroorzaakt: artrose, spierspanning, een afwijkende stand van de wervels? Daarna zal de osteopaat zoeken welke andere structuren in het lichaam beïnvloed worden door het betrokken segment in de stijve nek.

Zo is alles wat onder het middenrif hangt, bezenuwd door de nervus phrenicus, een zenuw die zijn oorsprong vindt in een nekwervel. Door ondervraging van de patiënt, en eventueel met bijkomende testen door een geneesheer, wordt nagegaan welke functies nog gestoord zijn. De osteopaat probeert dus niet alleen de nek weer soepel te krijgen, maar kan daarnaast de verwante klachten helpen beoordelen.

Etienne Vergote: “De patiënt moet onder de pijndrempel geraken. Daar verslijt hij op een normale manier, door zijn leeftijd. Het is de bedoeling beperkingen in beweging op te heffen en een goede neurofysiologie te bekomen: betere bezenuwing, betere doorbloeding.”

In de praktijk is niet altijd duidelijk hoe bepaalde effecten worden bereikt. Neem het niet eens zo zeldzame voorbeeld van iemand met een ischias, heuppijn veroorzaakt door zenuwpijn in het gebied van de ischiadiscus (de heup). Op de scan is een letsel te zien. Er zijn meerdere behandelingen mogelijk. Misschien komt de patiënt bij een osteopaat terecht, of bij de kinesist voor massage en oefeningen, misschien zelfs bij een acupuncturist. Resultaat: de pijn gaat over. Toch toont een nieuwe scan nog steeds een letsel aan.

Etienne Vergote: “Niet alles is wetenschappelijk aan te tonen. Die patiënt heeft geen overdruk meer ter hoogte van de heup. Waardoor? Dat is niet altijd duidelijk. Maar hij is genezen van zijn pijn, dat telt. Als een goede geneesheer via suggestie een patiënt kan afhelpen van pijn, wat is daar dan mis mee? Er zijn ook in de osteopathie minimale aspecten die niet uit te leggen zijn. Maar alle manuele handelingen liggen wel vast. Een wervelsegment losmaken, verhoogt de vascularisatie, verbetert de bezenuwing, en bevordert de eventuele parallelle medicamenteuze behandeling. Osteopathie sluit de allopathie en ook de homeopathie niet uit.”

Osteopatie is zowel curatief als preventief. Wie een beetje met zijn lijf bezig is, voelt soms dat het stretchen niet meer zo vlot gaat, het lopen wat stram wordt, of een oud letsel weer tegenwringt. Eens de stramheid in de gewrichten is gefixeerd, wordt het moeilijk om de klok terug te draaien. Een osteopaat kan deze sluimerende mechanische belemmeringen preventief signaleren en verhinderen.

Etienne Vergote: “Mensen die een acuut probleem hebben gehad, komen gemakkelijker terug. Die wachten niet meer tot zij opnieuw bedlegerig worden. Toch zijn osteopaten vaak een ‘volgende kans’ voor mensen die met hun probleem alle klassieke wegen bewandeld hebben: geneesheer, medicatie, specialist, eventueel kinesist. Velen komen bij een osteopaat terecht na mond-aan-mondreclame, anderen worden doorverwezen door hun arts. De meerwaarde die wij geven, is het probleem in zijn totaliteit bekijken en het oorzakelijk behandelen.”

Vijfennegentig procent van de osteopathische behandelingen zijn wetenschappelijk onderbouwd. Ze zijn gebaseerd op bestaande anatomische kennis. Maar de osteopathie heeft ook een aantal zwakke schakels die in bepaalde scholen wat meer naar voren komen dan in andere. Bijvoorbeeld de opvatting over de beweging van de schedel. Nogal wat osteopaten hebben moeite om dit te accepteren. Het is overigens niet bewezen dat de schedel kan bewegen. Anderen volgen deze opvattingen tot op zekere hoogte. Grégoire Lason ( International Academy of Osteopathy): “Ter hoogte van de schedel doen zich fenomenen voor die je kunt voelen. Als je die fenomenen verandert, geeft dat bij bepaalde aandoeningen een effect. Zo bestaat er bij pasgeborenen een soort slikstoornis die verdwijnt na toepassing van zachte technieken op de schedelbasis. Maar dat wil niet zeggen dat alle baby’s met slikproblemen osteopathisch moeten worden behandeld. Ook in de osteopathie zijn er aspecten die louter gebaseerd zijn op vermoedens. Er zijn er die zich een beetje laten meeslepen, wat zweverig doen. Maar dat is eigenlijk zeer beperkt. Osteopathie baseert zich vooral op de klassieke medische kennis van het menselijk lichaam.”

Een andere theorie die in sommige osteopathische scholen wordt onderwezen, is die van de inductie: de hand van de behandelende arts of paramedicus wordt aangetrokken door de organen van de patiënt om daar vervolgens iets teweeg te brengen. Die stelling heeft misschien wel iets magisch, maar mist nuchterheid.

Verder zijn er ook scholen die bijzonder veel nadruk leggen op de primaire respiratie, en die hun heil zoeken in een evenwicht tussen beweging en ademhaling. Van die zwakke punten willen de meeste moderne osteopaten liefst zo snel mogelijk af.

Osteopaten zijn beslist geen dokters. Met tandpijn, gebroken botten en een maagzweer moet u bij hen niet wezen. Osteopathie heeft zijn beperkingen. Is bij het eerste onderzoek duidelijk dat de pijnklacht niet voortkomt uit een bewegingsverlies maar bijvoorbeeld uit een verwonding, dan kan de osteopaat niet helpen.

Luc Peeters ( International Academy of Osteopathy): “Dé klacht van alle mensen is pijn. Pijn in gewrichten en spieren. Ook een maagbloeding en een kater geven pijn. De osteopaat stelt zich twee vragen: welke structuur doet pijn, en waarom? Iemand met krampen in de benen heeft een arterieel probleem, uitstralingspijn in een been is neurogeen en wijst op een zenuw als oorzaak, stramheid en stijfheid wijzen op problemen met kapsels, gewrichten of ligamenten. Wij sporen alle klachten van spieren, skelet, weefsel, huid, zenuwen en bloedvaten op en onderzoeken waar ze vandaan komen. Komen ze voort uit een bewegingsverlies van om het even welk weefsel, dan moeten we voor een duidelijke verbetering kunnen zorgen met drie tot vijf behandelingen. Indien niet, dan zoeken we verder of elders.

Grégoire Lason: “Een osteopaat sluit met een aantal provocatietesten structurele aandoeningen uit. Breuken, ernstige ziekte, kanker zijn geen indicaties voor ons. We moeten deze aandoeningen wel kunnen herkennen. Wij kennen het menselijk lichaam en de signalen die wijzen op problemen. Wat die zijn, moet een dokter uitmaken. Als uw televisietoestel begint te roken dan hoeft u toch ook niet te weten hoe het toestel werkt om meteen te begrijpen dat u de brandweer moet bellen?

Kan osteopatie gevaarlijk zijn? Of anders gezegd, wordt er weleens iemand een beetje te hard gekraakt?

Luc Peeters: “Is een mes gevaarlijk? Voor een volwassene niet, maar in de handen van een kind wel. Trek die vergelijking door. Van alle medische en paramedische beroepen is osteopathie het enige waar de verzekeringsmaatschappijen de premie spontaan hebben verlaagd.Osteopaten genieten in ons land vrijwel uitsluitend een ernstige opleiding die, al naargelang van de voorkennis en de school, drie tot vijf jaar duurt. Veel osteopaten zijn kinesist of dokter voor ze aan de studie beginnen.

De sector heeft wel last van ernstige wildgroei, en er ontbreekt nog steeds een legaal statuut voor de osteopathie. Maar daarin wordt van overheidswege verandering beloofd. Samen met homeopathie, acupunctuur en chiropraxie, staat osteopathie op het lijstje van te erkennen alternatieve geneeswijzen. Als die erkenning er komt, willen de verschillende scholen, registers en beroepsverenigingen de handen in elkaar slaan en zelf orde op zaken stellen. Er is nood aan eenvormigheid in de opleiding en de registratie van de Belgische osteopaten. Patiënten worden daar alleen maar beter van.

Marianne Meire

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content