We moeten meer en beter praten over seks, dat is de tendens van de nieuwe campagne die gezonde relaties beoogt. Na de ‘bla-bla-boem-boem’ van toenmalig minister Vogels liet de overheid niets meer van zich horen. ‘Sensoa’ neemt dan maar zelf het initiatief.

:: Info : Antwerpen 03 238 68 68 ; Gent 09 221 07 22 ; Brussel 02 219 33 51 en www.sensoa.be

E en goed gesprek maakt goede seks, staat er op de nieuwe affiches van Sensoa, het Vlaamse service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv. Dat baseert zich met die uitspraak op allerlei onderzoeken waaruit blijkt dat Vlamingen vaak lacherig uit de hoek komen als het om seks gaat. Boris Cruyssaert, woordvoerder van Sensoa : “Je kent het beeld wel. Mannen scheppen op met schuine moppen bij de toog en vrouwen bespreken geanimeerd de maten van de penissen van hun partners. Die aanpak lijkt gemakkelijker dan een diepgaand gesprek met de partner over seksuele verwachtingen.”

Maar de behoefte aan communicatie heeft ook andere wortels. “Het aantal hiv-besmettingen stijgt, samen met de besmetting met seksueel overdraagbare aandoeningen. Er zijn nog altijd te veel ongewenste zwangerschappen en ook seksueel grensoverschrijdend gedrag is een probleem. Blijkbaar is het nog lang niet algemeen aanvaard om anticonceptie en andere bescherming te vragen aan de sekspartners.”

Arts-seksuologe Greta Bolle, die in het Brusselse al 25 jaar lang beroepshalve praat en laat praten over seks, bevestigt dat. “Terughoudendheid zal altijd bestaan”, merkt ze op. Sensibiliseren blijft dus nodig. Toch meent ze een mentaliteitsverandering op te merken. “Ik zie vooral mensen met relatieproblemen of mensen die aan een specifiek seksueel probleem willen werken. Natuurlijk stel ik veel open vragen om hen over een eventuele barrière te helpen, maar ik hoor mijn cliënten toch vlotter over seks praten dan vroeger. Dat heeft veel te maken met wat er in de media verschijnt. Toen bijvoorbeeld erectieproblemen nog niet op een eenvoudige manier behandeld konden worden, was een gesprek daarover niet vanzelfsprekend. Nu mensen weten dat er een behandeling mogelijk is, komen ze sneller met hun probleem. Ik krijg nu te maken met mensen die over hun seksleven even vlot praten als over hun werk, dat was twintig jaar geleden toch nog zeldzaam.”

Toch beseft Greta Bolle dat praten over seks met de partner niet gemakkelijk is. “Dat vereist, zoals alle goede communicatie, nu eenmaal veel vaardigheden. Wie aan een partner wil vragen naar een condoom, of naar wat hij leuk vindt, zit in een onderhandelingssituatie. Om dat tot een goed einde te brengen, moeten de gesprekspartners beiden sterk in de schoenen staan. Onderhandelen brengt angst en onzekerheid mee. Als het over seks gaat, is de vrees voor afwijzing een cruciaal punt.”

Greta Bolle ziet nog een moeilijkheid. “Tussen vaste partners kan een gesprek misschien meer op een vertrouwensband steunen. In losse seksuele relaties, waar minder vertrouwdheid is, wordt dat praten over seks nog minder vanzelfsprekend. Als je een sekspartner niet goed kent, weet je per definitie niet hoe hij of zij zal reageren op je vraag. Dat voedt onzekerheid. Zelfs wie zich houdt aan seriële monogamie, zit nog vaak in een relatie waarbinnen het onderhandelen vaak zoeken en tasten is. Bovendien is het perfect denkbaar dat mensen het praten laten of uitstellen om de sfeer en de pret niet te bederven.”

Dokter Bolle ziet vele zinvolle initiatieven, zoals communicatietraining in scholen, assertiviteitscursussen allerhande en het diverse aanbod aan therapieën en campagnes. Maar zelf een goed gesprek voeren, zal altijd moeilijk blijven, zegt ze. “Twijfel is nu eenmaal het thema van de adolescentie, en iedereen moet er vroeg of laat door. Ook op het vlak van seksuele identiteit is het voor iedereen een hoogst persoonlijke zoektocht. Elke opgroeiende persoon moet tussen al wat er via de media en de maatschappij op hem afkomt een eigen weg distilleren. Jongeren vergelijken hun eigen borsten of penis met wat ze zien, vragen zich af of ze wel normaal zijn en of een partner hen wel zal aanvaarden. Niet alle twijfel kan wijken door een goed gesprek, maar het is toch al een stap in de goede richting. Alleen, hoe doe je dat ? Ik vind dat de meeste campagnes te weinig benadrukken hoe moeilijk dat is.”

Gecensureerde monden

De laatste preventiecampagne rond ongewenste zwangerschappen en besmettingen – denk aan het legendarische Zet ‘m op – is intussen al negen jaar oud. In 2001 kwam toenmalig minister van Volksgezondheid Mieke Vogels met het algemene Doe je mond open voor je sekst, wat in lage drempeltaal bla-bla-boem-boem vereeuwigd werd. Het voorspelde vervolg bleef uit.

Sensoa besefte dat het niet langer moest wachten op overheid en werkte zelf een sensibiliseringscampagne uit. Sensoa verkoos te werken met mooie beelden en oneliners die iets vinniger zijn en die ons zin moeten geven meer en beter over seks te praten. Behalve Oraal, vaginaal, anaal. En verbaal ? vind je op de posters ook : Zoenen, likken, bijten, zuigen. Met je mond kan je ook praten bij een kussend koppel. Of bij een vrijend koppel : A-a-a-a. En de rest van het alfabet ?

Wat vooral de aandacht zal wekken zijn de erotische beelden van de naakte en vrijende koppels met een zwarte balk over de mond. Boris Cruyssaert : “Met die zwarten balken verwijzen we naar het bedekken van borsten en geslachtsdelen, zoals dat bij aanstootgevende prenten gebeurt. Op onze affiches zijn de monden beplakt, een manier om te zeggen dat er minder taboe rust op het tonen van erotische beelden dan op het praten erover.”

Cruyssaert merkt op dat er in deze maatschappij een grote gewenning is aan seksueel geladen beelden. Vaak draait het om de verkoop van de meest uiteenlopende producten, waarbij het naakt amper relevant is. Maar voor een campagne die net gaat over het bespreekbaar stellen van seks, vindt Sensoa erotische beelden een evidente keuze. Bovendien beschikt de organisatie maar over een beperkt budget, en moeten alle kansen optimaal benut worden. “De campagne draait op eigen middelen en de steun van de privé-sector. Fotograaf Mark Lagrange en reclamebureau LDV Bates werkten tegen productiekosten. De mediaruimte waarover we nu beschikken, is verkregen via ruilovereenkomsten of goodwill van de uitgevers. Zulke buitenkansen moet je aangrijpen met opvallende affiches, dat is nu eenmaal een realiteit.”

Het werden naakte lijven en een zeer directe taal. Een man en een vrouw liggen vrijend op een divan, een man en een man doen een anaal standje, twee jongeren kussen elkaar. Stijlvol in beeld gebracht, dat zeker, en er straalt ook een zekere intimiteit uit de foto’s. Dat was volgens Cruyssaert ook de expliciete bedoeling. “We kozen voor een controversiële campagne, waarin we toch de uitgangspunten van Sensoa niet zouden verloochenen. Wij willen seks blijven verbinden met normen en waarden. Het vervullen van de eigen wensen en verlangens stopt waar ze de anderen kwetsen of in gevaar brengen.”

Kunnen ze het nu nog niet ?

Hoe kan praten over seks zo’n probleem blijven ? Elk schooljaar studeren toch jongeren af die almaar vaker getraind zijn in sociale vaardigheden en alle denkbare thema’s van seksualiteitsbeleving in groep besproken hebben ? Is het dan gek te verwachten dat die jongeren een eerlijke babbel over seks stilaan onder de knie moeten hebben ? We vroegen het aan Liliane Pues (45) van het Sint-Ursulalyceum in Lier, die als lerares geregeld werkt rond de relationele en seksuele vorming van de leerlingen. Het valt haar op dat jongeren tijdens die lesuren nog zeer weinig met vragen over seks voor de pinnen komen. “Ik werk vooral met vijfdejaars, die werkelijk een bad krijgen van seksuele voorlichting. Behalve de nodige informatie krijgen ze ook adressen, goede websites, interessante telefoonnummers. En ze gebruiken die ook.”

Jongeren vinden wellicht beter dan vroeger de weg naar een antwoord op hun persoonlijke vragen. De vraag blijft of ze hun kennis ook benutten. “Tijdens de zogenaamde ‘methodieken’ zeggen ze volmondig dat ze hun grenzen kennen als het om seks gaat, en dat ze die ook duidelijk maken. In een groepsgesprek gaan ze daar prat op. Maar in de spannende context van verliefdheid is algauw geen plaats voor rationele inzichten. Ze zijn nieuwsgierig, verlegen, verloren. Het enige wat ze vaak nog denken bij het vrijen is : ‘Oké, ik kan zwanger worden of een besmetting oplopen, maar dat zou nu wel moeten lukken’.”

Het zijn niet enkel de vlinders in de buik die jongeren de mond snoeren. Onze lerares wijst ook naar een denkbeeld dat volgens haar de tijdgeest typeert. “Jongeren denken vaak dat ze voor álles een vangnet hebben. Wie slechte resultaten heeft, wordt niet meer dom genoemd. Hij of zij moet op zoek naar iets wat past bij de eigen capaciteiten. Het systeem van afstraffing is verdwenen. Ouders staan klaar, opvoeders staan klaar, er is in onze onderwijsaanpak altijd wel een oplossing te vinden. Ik vrees dat dit het verantwoordelijkheidsbesef van veel jongeren geen deugd doet. Vaak zijn leerlingen inderdaad assertief, maar tegelijk ook nonchalant. Ze gaan ervan uit dat de opvoeders zelfs voor een ongewenste zwangerschap begrip kunnen opbrengen en oplossingen in petto hebben.”

Verantwoordelijk gedrag bij besmetting

De meeste jongeren en jongvolwassenen blijken bij het begrip voorbehoedmiddel ook meestal aan het bestrijden van ongewenste zwangerschappen te denken. Dat stelt Koen Block keer op keer vast. Hij is bij Sensoa verantwoordelijk voor Positief, een programma voor mensen met hiv-besmetting. “Veilig vrijen ? Dan neem je de pil. Aan besmettingen wordt nog te weinig gedacht. En nog altijd duwt men alles wat met aids te maken heeft naar de hoek van homo’s en drugsgebruikers. Uit studies weten we dat een hoog percentage mensen ervan uitgaat dat de besmette zelf het initiatief zal nemen om zijn sekspartner in te lichten. Wie er goed uitziet en niets zegt, is dus veilig, denkt men.”

Die besmette zwijgt echter al te vaak. Dat kan verontwaardigen, maar het is een realiteit. Block legt uit : “Wie nog maar pas besmet is, heeft nog geen antistoffen en scoort in een test dus negatief. De kans op besmetting van anderen is dan het hoogst. Een tweede test na drie veilige maanden is dan ook een absolute noodzaak. Voor mensen die van hun besmetting op de hoogte zijn, is het niet eenvoudig om dat bij het vrijen mee te delen. In gesprekken met hiv-besmette mensen hoor ik vaak dat de wil om veilig te vrijen er wel was, maar dat ze zichzelf of de andere niet voldoende in de hand hadden. Ze hadden angst om afgewezen te worden, ze voelden zich verdoofd door de sfeer of door drank, ze hadden de moed niet of ze konden niet op tegen het aandringen van de partner om onbeschermd en dus prettiger te vrijen.”

Affiches die doen praten

De affiches van de praatcampagne van Sensoa vinden een weg in de media, maar ook in de holebi-horeca en de jeugdhuizen. Voor de scholen is een iets braver pakket gemaakt, dat verspreid wordt via Klasse, het tijdschrift voor onderwijzend personeel met ook een uitgave voor leerlingen en één voor ouders. Op de website van Sensoa kan al wie wil een dossier downloaden om ermee aan de slag te gaan.

Omdat praten over seks gepromoot moet worden in vaste relaties, in losse relaties, bij hetero’s en holebi’s, bij jong en oud, tonen de foto’s verschillende taferelen, maar toch vooral met jongvolwassenen. Alweer geen beelden van oude gerimpelde huid, overhangende buiken of hangborsten, al benadrukt Sensoa dat ze bewust voor levensechte lijven koos. Je kunt niet alle taboes in één campagne aanpakken, natuurlijk.

Tekst Gretel Van den Broek

“Wie een condoom vraagt, zit in een onderhandeling, wat onzekerheid oproept. Als het over seks gaat, is de vrees voor afwijzing een cruciaal punt.”

“Jongeren zeggen hun grenzen te kennen, maar in de spannende context van een verliefdheid is algauw geen plaats voor rationele inzichten.”

“Aan besmettingen wordt nog te weinig gedacht. En nog altijd duwt men alles wat met aids te maken heeft naar de hoek van homo’s en drugsgebruikers.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content