Er bestaat nauwelijks een merk naar wiens producten we met meer enthousiasme uitkijken dan die van Smart. Omdat ze doordacht uitvallen, niet gebukt gaan onder hun verleden, voor originaliteit gaan en een verfrissend soort minimalisme hanteren. En zo hoort het in een autolandschap waarin elke constructeur zich tegenwoordig verbeeldt dat hij een nieuw segment heeft bedacht. De Smart Roadster mag dan visueel grondig verschillen van zijn ‘klassieke’ broertje, hij bezit dezelfde basisfilosofie : compact, licht, voorzien van hoog resistente, stalen veiligheidscel voor de passagiers en een kleine motor met achterwielaandrijving. En hij valt niet echt goedkoop uit.

Het nieuwste model bestaat in twee varianten : de gesloten coupé en de roadster waarmee we enkele dagen op stap kunnen. Het uiterlijk is origineel, zijn lengte van 3,42 meter is nog een stuk korter dan de concurrentie. Toch bezit het innoverend concept nostalgische verwijzingen naar de kleine, Engelse roadster uit de jaren zestig. Die kwam destijds het best tot zijn recht in de handen van de legendarische Colin Chapman, die zwoer bij zijn Lotus-lichtgewichten. De Smart Roadster met kunststofkoetswerk bewandelt dezelfde weg en zet amper 790 kg op de weegschaal, dat is 270 kg minder dan de FordStreetka en zelfs 350 kg minder dan de Peugeot206CC. Daardoor kan hij de weg op met de piepkleine driecilinder die we leerden kennen bij zijn voorganger en waarvan de cilinderinhoud van 600 naar 700 cc evolueerde. Uiteraard wordt die kleine aangeblazen door een turbo, terwijl het geheel gekoppeld zit aan een sequentiële, geautomatiseerde zesbak. Met een gewicht/vermogensverhouding van 9,6 kg/pk is hij meteen gewapend om zonder blozen de degens te kruisen met andere kleine roadsters.

De zit is opvallend laag en dat zal later de opwindende rijsensaties ondersteunen, de stoel kan behoorlijk ver naar achteren schuiven en de steun ervan is opvallend goed. Rond de rijder is het al plastic wat de klok slaat, maar in zo’n origineel concept is dat geeneens een nadeel : de Smart is authentiek en hoeft zich niet anders voor te doen dan wat hij is, een eigenzinnig buitenbeentje. Voor wie wil schakelen, ligt de pook prima in de hand, maar met een druk op de knop zit men in de geautomatiseerde cyclus en dat is perfect in de onvermijdelijke files.

Over de bagageruimte kunnen we kort zijn, die is zeer beperkt : vooraan zit een hoekig volume van 59 liter, net genoeg voor een groot uitgevallen beautycase (M/V). Achterin bevindt zich boven de motor een platte opbergruimte waarin een dubbelgevouwen kostuum nog net een plaats vindt. Wie met de roadster op reis wil, is gewaarschuwd : ook vestimentair wordt het minimalistisch.

Met een druk op de knop glijdt het dak in schijfjes achter de stoelen. Wil men het gevoel van vrijheid verder benadrukken, dan moet men manueel de twee dakbalkjes demonteren en in de voorste koffer vastklikken (waardoor er nog minder bagageruimte rest).

De kleine accelereert opvallend goed en heeft aan elf seconden genoeg om de 100 km/uur te bereiken. In de lage zit oogt dat als 140, en wie blijft doorduwen, komt aan een top van 180 echte kilometers. Toch verbazingwekkend voor zo’n driecilindertje. De ophanging is aan de harde kant, de wegligging prima. Maar het schakelen mocht wat sneller gebeuren en wie het sportief wil doen en in de bochten overstuur (waarbij de achterpartij uitbreekt) wil forceren, wordt teruggefloten door de elektronische waakhond, die ESP heet, we leven nu eenmaal in een maatschappij die elk risico schuwt en opwinding afkeurt. Toch heeft de lezer de boodschap begrepen : de roadster zorgt binnen de kortste keren voor het opwindende jongensgevoel, en dat is onbetaalbaar.

Alhoewel. De versie die we uitprobeerden en 82 pk onder de vleugels heeft, kost al 18.995 euro. Daartegenover staat dat BIV en autobelasting bijzonder laag uitvallen. En later komt er een instapversie met 62 pk die 14.995 euro moet kosten.

PIERRE DARGE