OP PASSIE STAAT GEEN LEEFTIJD

"Op mijn leeftijd heb je niets meer te verliezen en kun je risico's nemen." © Diego Franssens

Drieënzeventig is Isabel Allende intussen, maar de meest gelezen levende Spaanstalige auteur, filantrope en mensenrechtenactiviste heeft nog niets aan spirit en engagement ingeboet. Recent verschenen twee nieuwe romans van haar, reden te over voor een openhartig gesprek.

Sterke vrouwen, afwezige vaders, bannelingen, mensen die nergens thuishoren, liefde, geweld, dood… De thema’s in Isabel Allendes boeken zijn die van haar eigen leven. De Chileense diplomatendochter wordt in 1942 in Lima, Peru geboren. Als echte wereldburger zal ze later ook in Bolivië, Libanon en verschillende Europese landen wonen. Isabel is drie als haar vader het gezin in de steek laat. Samen met haar moeder en twee broers keert ze terug naar Chili, waar ze haar middelbare school afmaakt en haar eerste echtgenoot Miguel Frías ontmoet. Ze krijgen twee kinderen, Paula en Nicolás. Isabel werkt als journaliste en tv-presentatrice. Op 11 september 1973 maakt ze van dichtbij de staatsgreep door generaal Pinochet mee, waarbij de marxistische president, haar oom Salvador Allende, in mysterieuze omstandigheden om het leven komt. Isabel is genoodzaakt naar Venezuela uit te wijken. In 1978 gaan zij en Frías uit elkaar. In 1981 hoort Allende dat haar grootvader, 99 jaar oud, op sterven ligt. Ze begint hem brieven te schrijven die uitgroeien tot het manuscript van Het Huis met de Geesten, haar eerste roman en een instantbestseller. In San Francisco hertrouwt Allende met de Amerikaanse schrijver Willie Gordon. Sindsdien woont ze in Californië. In 1992 slaat het noodlot toe : haar geliefde dochter Paula, dan 28, sterft, na een verkeerde diagnose, aan de stofwisselingsziekte porfyrie. Na het boek Paula lijdt Isabel drie jaar aan schrijversblok. Maar eens verteller, altijd verteller. Sinds 1997 levert Isabel elk jaar een boek af, dat binnen de kortste keren op de internationale bestsellerslijst staat. Dat geldt ook voor de thriller Ripper (2014) en voor de roman De Japanse minnaar (2015).

Wat geeft de vonk tot een nieuw boek ?

Isabel Allende : Ik begin elk boek op 8 januari. Dat was de verjaardag van mijn grootvader. In 1981 begon ik op 8 januari over hem mijn eerste boek te schrijven. Aangezien het een groot succes werd, begin ik nu elk boek op die datum te schrijven. In het begin was dat bijgeloof, nu meer een vorm van discipline. Ik heb een ingewikkeld leven, moet bij het begin van het jaar tijd vrijmaken om alleen en in stilte te kunnen schrijven. Dan trek ik naar mijn studio, steek een kaars aan, brandt wat salie en wacht… Ik heb geen script, ik weet niet waar ik naartoe wil, ken alleen tijd en plaats, waarover ik van tevoren research gedaan heb. Beetje bij beetje duiken de personages op en beginnen mij hun verhaal te vertellen. Eens ik de juiste toon gevonden heb, gaan die personages met het boek aan de haal. De eerste zin komt uit de buik, niet uit het brein. Meestal blijft het niet de eerste zin, maar ik gebruik ‘m wel ergens, gewoon voor de fun.

Is de drang tot schrijven nog altijd even groot ?

Absoluut. Als ik een danseres zou zijn, zou mijn carrière nu voorbij zijn. Maar mijn brein, mijn fantasie, mijn creativiteit werken nog altijd. Voor een schrijver is ouder worden een voordeel, je hebt meer levenservaring, je beheerst het ambacht beter. Alleen het lange stilzitten is op mijn leeftijd geen goed idee. Daarom heeft mijn zoon een alarm in mijn computer geïnstalleerd dat om de vijfenveertig minuten afgaat. Dan moet ik wat rondwandelen. Anders zou ik tien uur aan een stuk zitten schrijven, zonder te bewegen. Schrijven is puur genot, er is niets wat ik liever doe.

Was schrijven een uitweg voor het eenzame kind dat u was ?

Volgens mijn moeder verzon ik verhalen van zodra ik kon spreken, het was mijn favoriet spel. Leugens noemde zij ze, ik werd ervoor gestraft. Maar wat kon ik anders dan fantaseren ? Wij hadden geen televisie in Chili, we gingen nooit naar de film. Er waren ook geen meisjes om mee te spelen, alleen mijn broers. Nu ik schrijver ben, verdien ik de kost met leugens. Maar met de leugens van fictie kun je de diepste waarheid vertellen.

Uw helden en heldinnen zijn altijd buitenstaanders. Omdat u dat zelf ook bent ?

Zo voel ik mij mijn hele leven al. Ik ben overal een vreemdelinge, ook als ik terugga naar Chili. Het land is veranderd, ik ben veranderd. En ook in Californië ben ik een buitenlandse. Ik zie eruit als een Latina, ik spreek met een accent. Ik hoor nergens thuis. Voor mij persoonlijk is dat soms oncomfortabel, maar voor de schrijfster is het prima. Niets is vanzelfsprekend, ik kijk nieuwsgierig en met verwondering om mij heen. Ik blijf maar vragen stellen en dan komen de verhalen.

Hoe beleefde u de coup in Chili in 1973 ?

Het was een gigantische schok. Op de elfde september ging ik vroeg naar mijn werk. De straten waren leeg. Ik stopte bij het huis van een vriendin om te vragen wat er aan de hand was. ‘Een staatsgreep’, zei ze. Toen begonnen er militaire konvooien te passeren en vliegtuigen over te vliegen. Samen gingen we haar man zoeken die vroeg het huis uit was gegaan. We waren twee blokken van het presidentieel paleis toen dat werd gebombardeerd. Pas om twee uur ’s middags kwam ik erachter dat mijn oom dood was. Een van de brandweermannen die erbij was toen zijn lichaam het paleis uit gedragen werd, was getrouwd met een vriendin van mij. Zij belden mij op.

Had u een innige band met uw oom ?

Toen mijn vader ons verliet was Salvador de enige van de familie Allende die nog contact met mijn moeder behield. Maar hij was een druk bezet man, wij zagen hem alleen bij verjaardagen en huwelijken. Later hertrouwde mijn moeder met een goede vriend van hem. Maar echt innig zou ik de band niet durven noemen.

Pleegde hij zelfmoord ?

Daar bestaat controverse over. Veel mensen denken dat hij vermoord werd. Maar ik kende dokter Guijon, een arts van het medische team van mijn oom. Hij beweerde dat het zelfmoord was, wat bevestigd werd door het autopsieverslag.

Pas in 1975 verliet u Chili. Waarom bent u alsnog naar Venezuela geëmigreerd ?

Ik had nooit gedacht dat de dictatuur zo lang zou duren. Chili had een lange en solide traditie van democratie, ik dacht dat die snel hersteld zou worden. Pas toen de grond echt te heet werd onder mijn voeten, ben ik vertrokken. Ik had vluchtelingen verborgen, ik stond op een zwarte lijst.

De CIA speelde een cruciale rol in de coup van 1973. Intussen woont u in de VS, uit handen van Obama ontving u zelfs de Presidential Medal of Freedom, de hoogste onderscheiding voor een Amerikaans staatsburger.

Veel mensen vragen mij : hoe kun je in dat land leven ? En ja, ik weet het : Obama bombardeert mensen met drones. Soms de verkeerde mensen. Veel Amerikanen weten dat niet eens, anderen zijn er heel verontwaardigd over. Dit is een land met veel stromingen en meningen. Ik kwam ook niet naar de VS omdat ik in de Amerikaanse droom geloofde, ik kwam uit liefde voor een man. De regering van Nixon en Kissinger was mijn vijand, niet het hele land. En wat die onderscheiding betreft, het is natuurlijk geweldig als zoiets je overkomt. Maar het gebeurde in een periode dat Obama heel erg focuste op het probleem van de migratie. Dat is een ver- klaring waarom hij mij koos. Ik vertegenwoordig duizenden Latino’s die als succesvolle immigranten iets tot het land bijdragen.

Na de elfde september 2001 zei u : ‘Ik heb er een land bij gekregen.’ Wat bedoelde u daarmee ?

Het was de eerste keer dat ik mij met de Amerikanen kon vereenzelvigen. Dat kinderlijke gevoel van superioriteit, dat gevoel van veiligheid, van onaantastbaarheid, wat er ook in de rest van de wereld gebeurde, was ineens weg. Voor het eerst voelden ze wat mensen op andere plaatsen in de wereld al lang wisten en wat ik zelf ook meegemaakt had, dat alle zekerheid in één klap weggeveegd kan worden.

Iets anders : zowel in ‘Ripper’ als in ‘De Japanse minnaar’ speelt het thema van de confrontatie tussen verschillende generaties een prominente rol.

Het is een thema dat me nauw aan het hart ligt. Ik groeide voornamelijk op in het huis van mijn grootvader, een strenge patriarch die eigenlijk niet zoveel op had met kinderen. Maar ik aanbad hem, ook al omdat hij een geweldige verteller was. Hij lag aan de basis van mijn schrijverschap. Maar in zijn huis, in dat katholieke conservatieve milieu van de jaren 1940 en ’50 werd ik ook een feministe, ook al kon ik dat toen niet uitdrukken. Mijn moeder had niets, was totaal afhankelijk van de mannen in de familie. Mijn vrijgezel ooms, mijn broers, die hadden geld, een auto, konden gaan en staan waar ze wilden. Ik hield zielsveel van mijn moeder, ik wilde haar beschermen, maar al heel jong wist ik dat ik niet zoals zij wilde zijn. Ik rebelleerde, zocht zo vroeg mogelijk werk, wat in de familie op veel tegenstand botste. Geen man zou ooit met mij willen trouwen, kreeg ik telkens weer te horen. (Schalks) Nu, feministe of niet, aan mannen heb ik nooit een gebrek gehad in mijn leven.

Na de dood van uw dochter stichtte u de Isabel Allende Foundation. Wat is de bedoeling van dat fonds ?

Toen mijn dochter stierf, dacht ik dat ik zelf dood zou gaan. Maar er waren de kleinkinderen om voor te zorgen. Het schrijven van het boek Paula hielp me om niet gek te worden. Ik kon de gebeurtenissen ordenen, er een betekenis aan geven. Ik realiseerde mij dat het niemands intentie was geweest om mijn dochter kwaad te doen. Haar dood was pech, meer niet. Het geld dat het boek opbracht, zette ik opzij. Ik wilde niets verdienen aan die vreselijke tragedie. Toen ik op reis in India met de extreme armoede en hulpeloosheid van vrouwen en kinderen geconfronteerd werd, besloot ik de Foundation op te richten, ter nagedachtenis van mijn dochter die heel sociaalvoelend was en vrijwilligerswerk deed bij de armsten der armen. ‘Je hebt wat je geeft’, was haar levensmotto. Ik ga eerlijk zijn, in het begin liep de organisatie van het fonds niet goed, ik had geen ervaring met de praktische kant van de zaak. Maar sinds mijn schoondochter Laurie er haar schouders heeft onder gezet, loopt alles gesmeerd. De missie van de Foundation is de empowerment van vrouwen en meisjes door onderwijs, gezondheidszorg, bescherming en gezinsplanning. In de ontwikkelingshulp gaat twintig keer meer geld naar projecten voor mannen dan naar projecten voor vrouwen. Nochtans wijst alles erop dat geld dat je aan vrouwen geeft de hele gemeenschap ten goede komt. Wereldwijd zijn de landen met de grootste economische achterstand ook de landen waar vrouwen het meest onderdrukt worden.

Uw meest recente TED talk ging over ouder worden. Hoe ervaart u dat ?

Laten we eerlijk zijn, oud worden deugt niet. Je knieën geven het op, en je heupen. Een leven zonder pijn is niet meer vanzelfsprekend. Maar je kunt ouder worden met passie, nieuwsgierigheid, engagement voor de gemeenschap, vriendschap, liefde en seks. Al die dingen kun je nog hebben op mijn leeftijd. Mijn ouders zijn echt oud, mijn stiefvader is honderd, mijn moeder vijfennegentig. Ze heeft het brein van een dertigjarige, maar door artritis kan ze nog nauwelijks bewegen. Dat vooruitzicht van totale afhankelijkheid is schrikbarend. Ik hoop dat ik nog tien productieve jaren in mij heb. Drie maanden geleden ben ik van mijn man weggegaan, na zevenentwintig jaar huwelijk. Daar betaal ik een prijs voor, maar er was minder moed nodig om te gaan dan om te blijven in een relatie die niet meer werkte. Ik wil geen veilig, routineus leven, ik wil een leven vol passie en nieuwe ervaringen. Ik voel dat ik opnieuw verliefd kan worden, met het hart van een tiener en met hetzelfde enthousiasme waarmee ik op mijn ex verliefd werd. Op mijn leeftijd heb je niets meer te verliezen en kun je risico’s nemen. En dan, als ik zo oud ben dat ik niet meer kan genieten van alles wat mij dierbaar is, wil ik sterven in waardigheid. In de VS zijn er nog maar vijf staten waar dat legaal is, hopelijk zal het overal kunnen als ik het nodig heb.

Door Linda Asselbergs & Foto’s Diego Franssens

“Volgens mijn moeder verzon ik verhalen van zodra ik kon spreken. Leugens noemde zij ze, maar wat kon ik anders dan fantaseren ?”

“Na de dood van mijn dochter hielp het schrijven van het boek ‘Paula’ me om niet gek te worden”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content