In een oud pakhuis aan de rand van de Vlaaikensgang hoort Boris Vervoordt de klokken van de Antwerpse kathedraal galmen door de schouw.

Voor een volmaakt eilandgevoel hoef je niet per se omringd te zijn door water. Dat ervaar je in deze woning in de kern van Antwerpen. Ze ligt trouwens op een eiland in de stad: de Vlaaikensgang. Tussen de Oude Koornmarkt en de Hoogstraat bots je op dit restant van het oude stadsweefsel. De gang, oorspronkelijk een brandstraatje, bakende perceelsgrenzen af en verschafte toegang tot werkplaatsen, kroegen en bescheiden woonstulpjes. Ooit telde de metropool, net als andere oude steden, veel van die pittoreske hoekjes die na de oorlog zijn gesloopt – in naam van de vooruitgang en voor het winstbejag. De Antwerpse Vlaaikensgang werd gered en opgekalefaterd door Boris‘ vader, antiquair Axel Vervoordt.

Boris bewoont een deel van een oude opslagplaats van een voormalige koffiebranderij. De forse balken verraden dat het gebouw zware lasten moest torsen. Net als de meeste panden uit de buurt heeft het een oude kern van minstens 300 jaar oud. De kleine vensters en de balken geven een gevoel van geborgenheid. Wie hier binnenkomt, laat de buitenwereld achter zich. Het uitzicht op de omgeving is beperkt en dat is maar goed ook, want rond de Vlaaikensgang staan heel wat verknoeide gebouwen: historische panden die hard en smakeloos zijn verbouwd. Het loont dus niet echt de moeite om buiten te gluren.

Toch voel je binnen dat je in het hart van de stad zit: om het kwartier hoor je de klokken van de kathedraal galmen door de haardopening. “Als je door een dakvenster zou kunnen kijken, zou je zien dat de toren geen 200 meter hiervandaan staat. In de woonkamer naar de klokken luisteren, is een belevenis. Vreemd hoe dat je dag indeelt. Soms hoor je ze niet meer en toch luiden ze van ’s morgens tot ’s avonds. Het is een onbewuste wekker”, zegt Boris.

Doordat de schouw midden in de woning staat, hoor je niet alleen de klokken maar ook de kirrende duiven op het dak en de krijsende meeuwen: de heerlijkste geluiden van de stad. Aan het oude metselwerk merk je dat dit imposante haardvuur een restant is van een vroegere constructie. Door een deel van de balken te verwijderen, is het gigantische schouwlichaam overal te zien. Door de opening boven de zithoek wordt de band tussen de twee verdiepingen nauwer aangehaald. Beneden is er een kleine keuken, een inkom en een grote woonkamer; boven is de slaapruimte.

De verbouwing gebeurde met zachte hand en zin voor detail. Let bijvoorbeeld op de smeedijzeren balustrade: modern, elegant en nobel van materiaal.

Boris groeide op in de Vlaaikensgang waar zijn vader jarenlang de antiekzaak leidde. Daardoor is hij goed vertrouwd met dit soort oude panden met zware balken die niet zo gemakkelijk te decoreren zijn. Boris koos voor een typische Vervoordt-oplossing: een verstild decor dat de barokke constructie verlicht. Daar zorgen kale muren en schaarse objecten voor. Uiteraard heeft hij thuis veel opgestoken van interieurinrichting en door in de zaak van zijn vader te werken, doet hij nog dagelijks inspiratie op.

De stijl van Axel Vervoordt kan je in één begrip samenvatten: zoeken naar authenticiteit. Hij durft een pand naar zijn hand te zetten, ook al vraagt dat grondige ingrepen in de architectuur en de decoratie, maar hij gebruikt steeds traditionele materialen en technieken – zelfs voor de meest moderne accenten – omdat edele materialen prachtig verouderen. “Wij zoeken objecten met een patina, een natuurlijke slijtage. Maar dat is tegenwoordig moeilijk omdat veel sierobjecten en meubels verknoeid zijn, kapotgerestaureerd”, legt Boris uit. “Kijk bijvoorbeeld naar de kast in de inkomhal: zuivere volkskunst. Je voelt aan dat het meubel geschilderd is door een montagnard. Dat is echt, geen rommel uit een decoratiewinkel.”

Boris heeft een zwak voor oude stoelen. Van alle antieke meubels zijn dat de meest zeldzame, omdat zitmeubilair sterk onderhevig is aan slijtage. Het pronkstuk is een donkerbruine armstoel uit Noord-Engeland, versierd met een levensboom: ooit de troon van een gefortuneerd landman. Boven staan er ook enkele Chinese Ming-stoelen: het zijn stuk voor stuk robuuste meubels. Hier is alles groot van schaal, van de lange tafels, de enorme zitbank tot en met de oudheden. Ze zijn vervaardigd door eenvoudige ambachtslui, mensen die hun hele leven dezelfde modellen maakten: objecten die ontsnapt zijn aan het modesyndroom.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content