In Noord-Roemenië ligt een weinig bekend bucolisch gebied. De geschiedenis sluimert er in kloosters, de seizoenen bepalen er het ritme.

Tekst en foto’s Vincent Dudant

Helemaal tegen Oekraïne aan, in het noorden van het Roemeense Moldavië, ligt Bucovina. Zachtglooiende heuvels zo ver het oog reikt. Bossen afgewisseld met velden. Overal boeren met zeisen en rieken. Hobbelende paardenkarren met graan of hooi. Licht en stof hullen alle vormen in een camaïeu van oker. Men waant zich zonder moeite in een schilderij van Cézanne. Dit gebied is niet van deze tijd.

Ergens verloren in een bos staat het klooster van Sihastria. Er loopt enkel een smal stenen pad naartoe. Dit zijn nog de Middeleeuwen. Pater Niphone staat in de portiek op me te wachten. Hij heeft een zachte blik, zacht als de heuvels van zijn land. Ook op hem schijnt de tijd geen vat te hebben. Tweehonderd paters en broeders wonen in het klooster, meer kan deze gemeenschap niet aan. En ook de andere kloosters zijn volzet, zoveel roepingen zijn er tegenwoordig. Zowel binnen als buiten heerst een koortsachtige bedrijvigheid. De paarden worden verzorgd, de dieren moeten eten krijgen, een jonge non haalt water uit een put, sommige monniken lezen, andere bidden.

Hier, in dit uithoekje van Europa, komen geen toeristen wegens een gebrek aan infrastructuur en promotie. Nochtans is er onlangs een Belgische priester met twintig gelovigen op bezoek geweest. ?Hij heeft zelfs een mis volgens de katholieke ritus opgedragen,” zegt Niphone, ?die door ons allemaal werd bijgewoond.” Hier is het ook dat Ceausescu, toen zijn moeder stierf, in het geheim is komen bidden. Maar dat belette niet dat het klooster vaak onder druk heeft gestaan. De hogere geestelijkheid van de Roemeense kerk had zich onderworpen aan de Staat. Talrijke parochiepriesters waren verklikkers van de Securitate geworden. De monniken die ver van het openbare leven stonden, boden beter weerstand. Bepaalde kloosters werden op die manier de enige plek waar de traditionele Roemeense cultuur bewaard bleef.

In Sihastria leeft men zoals in de andere kloosters volgens een strikte, onveranderlijke dagindeling. De monniken staan om vijf uur op voor het gebed. Om zes uur is het tijd voor het ontbijt, bestaande uit een ui en een stuk brood. Daarna gaat iedereen aan het werk volgens zijn eigen specialiteit. Sinds het klooster zijn landerijen heeft teruggekregen, moeten 200 hectaren bewerkt worden, en dat is niet niks. De broeders halen het hooi binnen, bergen de maïs en zorgen voor het onderhoud. Eten is er in overvloed, en de armen krijgen ook hun deel. ?Vlees wordt hier niet gegeten”, zegt Niphone. ?Als vegetariërs voelen wij ons veel inniger verbonden met God.”

Na een sobere maaltijd met een flinke slok rode wijn, is Niphone mijn gids. Hij is het levend geheugen van zijn land. De kennis van de man is onuitputtelijk. ?De geschiedenis sluimert hier in de kloosters”, vertelt hij. ?Eeuwenlang is er om Moldavië gestreden tussen de Hongaren, de Polen, de Tataren van de Gouden Horde, de Russen en de Turken. Na een beslissende strijd onder leiding van Stefaan de Grote, die in heel Moldavië nog altijd aanbeden wordt, zag het land zich verplicht het oppergezag van de Turken te erkennen. Een woelig tijdperk dus, die vijftiende eeuw. Maar in periodes van relatieve rust kregen kunst en cultuur de kans om te gedijen. Ontstaan uit de plaatselijke tradities ondergingen ze invloeden van het culturele en artistieke gedachtengoed van de buurlanden Servië, Polen, Rusland en Byzantium. En zo kwam er een zeer originele stijl tot bloei. Pareltjes van Moldavische kunst zijn de fresco’s op de gevels van de kerken. Die fresco’s vormen een geïllustreerde bijbel, enig in zijn genre. Het idee om op de buitenmuren van de kerken de bijbel te schilderen, was een grootse educatieve onderneming in de middeleeuwen. De taferelen volgen elkaar op zoals in een kleurenfilm, en beelden verhalen en legenden uit, gebruiken en grote historische gebeurtenissen zoals de bezetting van Constantinopel.

Tijdens de oprichting van de Staat Moldavië waren zowel de profane als de religieuze gebouwen van hout, meer bepaald van horizontaal gestapelde balken. In de zestiende eeuw, de gouden eeuw voor Moldavië, begonnen stenen en bakstenen gebouwen hun intrede te doen. De eerste gemetselde kerk was de Sint-Nicolaasbasiliek in Radauti. Men bouwde de nieuwe kerk rond de oude. En terwijl de oude kerk dienst bleef doen voor de liturgie, fungeerde ze ook als stelling. Toen de nieuwe kerk een bepaalde hoogte bereikt had, werd de oude balk per balk gedemonteerd en langs de poort naar buiten gedragen. De morfologie van de houten gebouwen is zichtbaar gebleven in talloze details. De bolkap of koepel werd altijd toegewijd aan de hemelse kerk, uitgebeeld door een almachtige Christus. Lager staan hemelscharen, profeten en apostelen.”

De oudste muurschilderingen in Moldavië dateren van de eerste helft van de vijftiende eeuw. Ze hebben door de eeuwen heen veel geleden door de rook van de kaarsen, maar ook door de te dunne pleisterlaag waarop ze werden aangebracht. In de volgende eeuw werd er op een degelijker ondergrond gewerkt. Het aantal kerken waar de buitenmuurschilderingen tamelijk goed bewaard zijn gebleven, is beperkt : in Moldavië heerst een tamelijk ruw landklimaat. De mooiste resten zitten op zuid- en westgevels : die zijn het best tegen weer en wind beschermd. De gevelschilderingen zijn uitgevoerd als fresco omdat geen enkel ander procédé zelfs maar de zomerregens overleefd zou hebben. De uitvoerders beheersten hun vak perfect. Nochtans was dit volgens Michelangelo de moeilijkste en de meest gedurfde manier van schilderen. De techniek bestaat erin de kleuren te verdunnen met water, en ze aan te brengen op een verse metselspecie of een nog natte kalklaag. Fresco’s vereisen dus vaardigheid en snelheid. Na het drogen heeft men een harde en bestendige beschilderde oppervlakte. En omdat alle gebruikte kleuren van minerale oorsprong waren, werd de intensiteit ervan niet aangetast door het klimaat of de zonnestralen.

Men vindt in alle Moldavische kerken dezelfde thema’s terug. In de eerste plaats de hemelse hiërarchie, die op de muren van de hoofdabscis afgebeeld staat. Aan de top staat gewoonlijk de almachtige Christus, die men Pantocrator noemt. Vlak daaronder troont de Heilige Maagd, heerseres over de hemelen, met het Kind Jezus in haar armen, en het Lam Gods. Na de Heilige Drievuldigheid komen de apostelen, de heiligen, de aartsengelen en de serafijnen. Het was voor de prins ook een manier om aan zijn onderdanen duidelijk te maken dat de feodale hiërarchie een weerspiegeling was van de hemelse hiërarchie”, vertelt Niphone.

?Het tweede thema dat meestal voorkomt, is de stamboom van Jesus, die men de Boom van Jesse noemt. Hier raakt men de essentie van de godsdienst, zegt Niphone. Jezus is de zoon van de Mens (man en vrouw). De afstamming van Jezus symboliseert de innerlijke en de geestelijke ontwikkeling van de mens die geroepen is om Christus te baren, zijn innerlijke zoon. Met andere woorden : God is mens geworden opdat de mens God zou worden.

Daarnaast worden nog veel andere thema’s geïllustreerd, zoals het Laatste Oordeel en wat de orthodoxen acathystos noemen, een loflied op de Heilige Maagd. Het zou gecomponeerd zijn in de zevende eeuw naar aanleiding van de bezetting van Byzantium door de Perzische koning Khosru. De legende wil dat de Byzantijnse hoofdstad gered werd door de tussenkomst van de Heilige Maagd. Haar afbeelding diende om opnieuw de bescherming van de Moeder Gods te kunnen afsmeken tijdens de veelvuldige conflicten waar de streek mee af te rekenen kreeg, vooral met de Ottomanen.”

Onze gids Niphone weet van geen ophouden. Tot de klok van vijf uur hem herinnert aan zijn monastieke plichten.

De 16de-eeuwse fresco’s op de buitengevels van de kerken vormen een geïllustreerde bijbel.

Monnik in het klooster van Putna.

Uitbeelding van het Laatste Oordeel in Voronets.

Boerenwoning.

Klooster van Putna uit de 16de eeuw.

Op deze manier worden de nonnen opgeroepen voor het gebed.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content