Naar aanleiding van het verschijnen van zijn boek Volgend jaar in Berchem, zei Leo Pleysier onlangs dat praten ongeveer het intiemste is wat er tussen mensen kan bestaan. “Dan kruip je met je stem in zijn of haar oor.” Het kan volgens hem zelfs intiemer zijn dan vrijen. “Stemmen kunnen onbeschaamd ongelofelijk diep langs iemands gehoorgang naar binnen dringen.”

Het is een beeld dat blijft hangen: stemmen die ongegeneerd binnendringen. Tegelijk maakt de vergelijking met lichamelijke intimiteit duidelijk dat we bijna dagelijks verkracht worden door opdringerige stemmen en klanken rondom ons. De hoeveelheid akoestische rommel die we tijdens het verrichten van gewone activiteiten naar binnen gekieperd krijgen, is immers aanzienlijk, de kwaliteit ervan vaak hemeltergend irritant.

Doe de test. De kans bestaat dat u deze tekst leest terwijl u ergens in een wachtkamer zit. Als u geluk hebt, hoort u op de achtergrond een zoetgevooisde stem. Als u pech hebt, wordt uw trommelvlies geteisterd door het gedaas van een dj die per se het meest recente kabaal op u wil loslaten. Dat wordt op tijd en stond onderbroken voor schreeuwerige reclame van de plaatselijke middenstand.

Misschien had u er tot nu toe geen aandacht aan besteed, net als de bediende of receptionist van dienst. Want meestal werken deze mensen onverstoorbaar verder, vertrouwd als ze zijn met muzikaal behang. Misschien is dit nog het ergste: dat we niet eens meer horen wat we er constant ingeramd krijgen.

Allemaal overdreven? In grootwarenhuizen kan u nochtans eenzelfde genoegen te beurt vallen. Op zoek naar een wasverzachter, koekjes voor bij de thee of een nieuwe kruidenmix kan het gebeuren dat u opgeschrikt wordt door een stem die u het koopje van de week aanprijst. U begrijpt dat het over wijnen gaat, maar de rest is onverstaanbaar. Versleten bandje, of mankeert er wat aan de luidsprekers? Geen nood, op de reclameboodschap volgen alweer geluiden van schabouwelijke kwaliteit, afkomstig uit een onzorgvuldig afgestemde radio. Wie erop let, probeert zo gauw mogelijk het boodschappenkarretje naar de uitgang te laveren. Dan maar zonder wasverzachter en kruidenmix.

Je hoeft geen kruideniersdochter te zijn om te weten dat de omzet zou stijgen als het personeel op het idee zou komen om de radio uit te zetten of om hem aanhoorbare muziek op een aanvaardbare geluidsterkte te laten produceren. Begrijpe wie kan.

Evenmin te vatten voor mensen die lichaamsbeweging als een vorm van ontspanning beschouwen, is de behoefte van sommige uitbaters van sportgelegenheden om die ruimtes te vullen met iets wat voor achtergrondmuziek moet doorgaan. Joelende kinderen en ravottende jongelui zorgen voor voldoende animo in een zwembad, maar dat zal de verantwoordelijke van dienst niet beletten om daar bovenop nog extra lawaai te laten schetteren. Geen mens die het hoort, behalve diegene die er zich aan ergert.

Het kan nog gekker. Dat het heerlijk kan zijn om op een fuif eens uit te freaken op Tina Turner, daar zijn we het roerend over eens. Maar dat patiënten die ’s ochtends in een ziekenhuis op een behandeling wachten haar versie van Proud Mary te incasseren krijgen, kan niet meteen een uiting van respect genoemd worden. Het is nochtans geen uitzonderlijke situatie.

Allemaal niet op letten, zegt u? Gewoon niet naar luisteren? Maar eh… als niemand ernaar luistert, waartoe dit soort onzin dan eigenlijk?

Johanna Blommaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content