Voor de nieuwe, tweewekelijkse reeks De lange mars portretteren journaliste Elke Lahousse en fotografe Eva Vermandel mensen die van ver komen. Mensen van ginder en mensen van hier die mentaal, fysiek, in hun carrière of in afstand een hele weg hebben afgelegd. Verhalen over de dingen die een mens onderweg meedraagt. De woorden ‘Vaticaan’ en ‘radiomaker’ stonden nooit in zijn woordenboek. En toch : vandaag maakt Moses Hamungole radio voor de paus, vanuit de catacomben van Vaticaanstad. Tegelijkertijd is de 46-jarige priester ook doctoraatsstudent in België, Leuven kent hij als zijn broekzak. Als het leven van vader Hamungole een aaneenschakeling blijft van toevalstreffers, wordt hij straks nog de eerste zwarte paus.

Voor de zevende keer die dag klikt Moses Hamungole op de send-toets van een e-mail met daarin de laatste versie van zijn doctoraatsonderzoek. “Bestand te groot”, leest hij. Hij zucht. “WeTransfer blokkeerde ook al. Misschien moet ik de inhoudstafel en conclusies in een aparte e-mail verzenden naar mijn promotor.” Miserie in de eindspurt, weinig doctoraatsstudenten die er niet van kunnen meespreken.

We zitten drie hoog in het hoofdkwartier van Radio Vaticana in Rome, op zeven minuten wandelen van de Sint-Pietersbasiliek. Aan de muur van Hamungole’s werkkamer hangt een ingelijste kaart van Afrika. Een postkaart met de afbeelding van een wuivende paus Franciscus prijkt boven zijn bureau. “Ik zie de nieuwe paus graag,” zegt hij, “maar nu zou ik toch graag dat bestand de deur uit krijgen.”

Aan de andere kant van de internetverbinding wacht promotor Keith Roe, professor massacommunicatie aan de KU Leuven, op een e-mail van zijn oudste doctoraatsstudent met daarin de con- clusies van vier jaar onderzoek. Vier jaar lang bestudeerde Moses Hamungole de impact van televisie op het dagelijkse leven in zijn geboorteland Zambia. Naar deze dag heeft hij hard toegewerkt en lang uitgekeken.

Hamungole heeft de voorbije weken maar vier uur geslapen om zijn dubbelleven als doctoraatsstudent te kunnen combineren met zijn functie als radiomaker voor het Vaticaan. Toen hij drie jaar geleden aangesteld werd als directeur van de Engels-Afrikaanse uitzendingen van Radio Vaticana, wist hij dat het zwaar ging worden. Lange dagen, korte nachten, overdag on air, ’s avonds in de boeken.

Hij mist Leuven wel, zegt hij, Rome kan zo heet worden in de zomer. En in Leuven is het leven zo comfortabel, alles op wandelafstand. “Ik heb in mijn leven al veel gereisd,” zegt hij, “maar er zijn maar twee plekken in de wereld waar ik mij de voorbije jaren echt thuis voelde. Zambia hoort daar vreemd genoeg niet bij. Rome ook niet bepaald. Nairobi wel, en Leuven. Ik voel me zeker voor een tiende Leuvenaar !” Moses Hamungole lacht niet veel, maar als hij lacht verandert het zijn hele gezicht. Zijn grote bovenlijf schudt mee en zijn ogen blinken, hoe afgepeigerd hij vandaag ook is.

“Hoe heet dat plein in Leuven weer waar die gespieste kever staat ? Het Ladeuzeplein ? Daar ging ik altijd naar de vrijdagsmarkt, groenten en fruit inslaan. Ook veel in die mooie universiteitsbibliotheek aan mijn doctoraatsonderzoek zitten werken. Prachtige plek.”

Ah, Leuven. Hij verloor er een stuk van zijn hart. Als hij zijn ogen sluit, hoort hij nog altijd de wieltjes van de reistrolleys waarmee zijn Vlaamse medestudenten op vrijdagmiddag en masse de Bondgenotenlaan afsjokten, met de vuile was op weg van hun kot naar het station.

TOEVAL ÉÉN : HOE MOSES HAMUNGOLE IN DE BAN RAAKTE VAN DE MEDIA

Als hij drie jaar geleden niet naar Rome was vertrokken, zou hij vandaag nog altijd in de Naamsestraat in het Heilige Geestcollege wonen, een gerenoveerd studiehuis uit 1442 voor jongens, in reisgidsen ook wel le petit Versailles van Leuven genoemd. Vanuit kamer 436, met zicht op de binnentuin, begon Moses Hamungole in 2009 aan de voorbereiding van zijn doctoraatsonderzoek.

Al jaren was hij in de ban van televisie. Vooral de invloed van nieuws, series en populaire tv-shows op het wereldbeeld van zijn landgenoten boeide hem. “Toen ik kind was, speelde ik tot middernacht buiten met mijn broers in het maanlicht”, zegt hij. “Mijn jeugd bracht ik door in de buitenlucht, in de velden, langs de rivier. Maar toen televisie in de jaren tachtig overal gearriveerd was, veranderde dat. Plots bleven jongeren binnen om naar Amerikaanse tv-series als Dallas en MacGyver te kijken.”

En dat was nog maar het begin. “De komst van de beeldbuis veranderde het culturele leven. Zambiaanse meisjes gingen zich kleden als Europese vrouwen, omdat ze op tv zagen hoe anders die erbij liepen. Mannen raakten meer geïnteresseerd in het Engelse voetbal dan in de Afrikaanse wedstrijden. En zelfs priesters wilden absoluut geen aflevering van Big Brother missen.” Op straat hoorde hij vrouwen alleen nog maar bezig over de laatste telenovela, in de parochie hoorde hij dat het leeglopen van de kerken “allemaal de schuld was van de media”.

“Mensen hebben snel de neiging om de media te beschuldigen van al wat fout loopt”, zegt hij. “Maar hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik me afvroeg of televisie voor Zambia nu een verrijking was gebleken, een venster op de wereld, of eerder een verarming betekende voor de couleur locale. De introductie van de massamedia ging in Zambia hand in hand met de koloniale bezetting. Het waren de Britten die de radio en later de televisie introduceerden, en dus bepaalden welke programma’s op de buis kwamen en welk beeld er over Afrika in de huiskamers binnenkwam. Toen Zambia in 1964 onafhankelijk werd, duurde het nog tot de jaren negentig eer die onafhankelijkheid te merken was in het tv-aanbod.”

Een fascinatie voor televisie dus, uit bezorgdheid en interesse voor het vaderland. Toch kwam het niet meteen in hem op om een carrière in de media na te jagen. Dat Hamungole die weg niet meteen insloeg, was omdat hij al een andere job had : hij was gewoon een jonge priester in Lusaka, de hoofdstad van Zambia. En hij was oprecht verbaasd toen zijn bisschop hem vroeg om voor een lokale radiozender wekelijks reflecties in te lezen bij de zondagsmis. “Huh, ik ?” dacht ik. “Maar ik probeerde het, veel was er niet aan.”

“Daarna volgde snel een tweede duw in de richting van de media. Ik werd gevraagd om voor twee jaar studiomanager te worden bij een productiehuis dat religieuze films en documentaires maakte voor de nationale tv in Zambia. Dat vond ik pas een bizar voorstel, ik had niet eens een diploma communicatie”, zegt hij. “En ik was pas bezig in mijn functie als priester.” Maar opnieuw probeerde hij het. “Tegen mijn verwachtingen in vond ik het bijzonder boeiend.”

Zo boeiend dat zijn werkgever hem aanraadde om misschien toch dat diploma communicatie te behalen, en Hamungole naar Rome vertrok om er sociale wetenschappen te studeren. Het was daarna dat de bal echt aan het rollen ging.

“Ik was amper terug uit Italië, diploma op zak, of ik werd naar Nairobi in Kenia gestuurd, om er het communicatiedepartement van Amecea te herstructureren, een organisatie die de samenwerking tussen bisschoppen in Oost-Afrika versterkt. Ik bleef er zes jaar. Ginder kreeg ik uiteindelijk het idee om te gaan doctoreren.”

En zo bracht een reeks toevalligheden hem in Leuven. Maar zijn passage in Nairobi was niet onopgemerkt gebleven. Omdat Hamungole er getoond had dat hij een team kon leiden en begeesteren, werd hij drie jaar geleden opgebeld door Radio Vaticiana. “Ik zat krap bij kas, ik moest in Leuven leven van een kleine studiebeurs, dus ging ik op het voorstel in om twee jobs te combineren.”

Zo komt het dat Moses Hamungole, sinds hij priester werd in 1994, vandaag al meer op een tv-set of in een opnamestudio te vinden was dan achter een altaar. Het idee dat hij vanachter zijn radiomicrofoon miljoenen keren meer gelovigen bereikt dan wanneer hij in een kerk zou preken – overal ter wereld nemen andere radiozenders fragmenten van Radio Vaticana over – geeft hem een kick. “Ik voel me niet minder priester omdat ik geen hosties uitdeel. Ik probeer in mijn radioprogramma’s te doen wat ik ook in de kerk zou doen : in de breedte communiceren over wat er in de wereld gebeurt. Vandaag ga ik bijvoorbeeld een nieuwsitem maken over 12 Years a Slave, de dramatische film van Steve McQueen die dit jaar bekroond werd met een Oscar. Het is niet omdat ik voor een katholieke radio werk dat ik geen nieuws kan brengen over thema’s als slavernij, rechtvaardigheid, gezondheid of politiek, integendeel. Ook dat is evangeliseren.”

En zeggen dat hij eigenlijk niet eens voorbestemd was tot een leven als goede christen.

TOEVAL TWEE : HOE MOSES HAMUNGOLE GOD VOND

Het zou fijn zijn om te kunnen zeggen dat Moses Hamungole als kind al een mooie toekomst zag voor zichzelf binnen de kerk. Dat het binnen de verwachtingen lag dat hij zich zou opwerken van priesterstudent in Zambia tot een belangrijke figuur binnen het Vaticaan. Altijd inspirerend om verhalen te lezen van mensen die voorbestemd zijn tot grote dingen.

Maar in het geval van Hamungole is de werkelijkheid een pak interessanter dan dat.

Hij is de allereerste katholiek binnen zijn familie. Dat hij God vond, was nooit echt de bedoeling. Zijn ouders, een schilder en huismoeder, waren arm en brachten in de heuvels van Kafue in Zambia acht kinderen groot zonder bijbel, doopsels of eucharistievieringen. In een land waar de meerderheid van de bevolking christelijk is, had Moses Hamungole nog nooit een kerk vanbinnen gezien, tot hij op zijn achtste met een vriendje mee mocht naar de zondagsmis. “Als kind droomde ik dat wilde luipaarden mij en mijn geiten zou aanvallen op een van onze wandeltochten langs de rivier, niet van priester worden en voor de paus gaan werken.”

Hij heeft nooit een roeping gevoeld, toch niet zoals die in films wordt voorgesteld. Hij heeft ook nog geen visioenen gehad van God of Jezus Christus. Zijn lange reis naar deze plek begon eigenlijk met films. “Twee Italiaanse priesters werkten als missionaris in onze parochie en hadden erg originele ideeën om het christelijk geloof te promoten. Elke week organiseerden ze filmnamiddagen. Op groot scherm projecteerden ze uiteenlopende films, ook religieuze, over de tien geboden bijvoorbeeld. Kinderen die zich inschreven voor catecheselessen, mochten gratis binnen.”

Hamungole vond die filmnamiddagen gezellig en boeiend. Hij liet zich inschrijven, meer voor het entertainment dan voor de godsdienstlessen. “Maar vier lessen later raakte ik meer geïnteresseerd in de catechismus dan in de films.” Op zijn negende vroeg hij aan zijn ouders of hij zich mocht laten dopen. “Zo werd ik christen.”

Tegen het einde van zijn middelbare studies voelde hij de interesse om een priesteropleiding te volgen. Maar als hij daar vandaag op terugkijkt, weet hij niet meer precies hoe hij als zestienjarige over het priesterschap dacht. Zijn idee daarover is in de loop der jaren steeds verder geëvo-lueerd. “Wat mij het meest aansprak, was hoe dicht priesters bij de mensen staan en hoe ze hen door het leven helpen. Ook het gemeenschapsgevoel dat rond de kerk hangt, trok mij aan.”

Of hij dan nooit graag vader was geworden ? “Ik heb nooit een hunkering gevoeld naar een gezin. Ik ben blij dat mijn broers en zussen getrouwd zijn. En telkens als ik naar huis ga, is het fijn om mijn nichtjes en neefjes te zien. Maar het is niets voor mij. Ik heb mijn familie, op een heel andere manier.”

Dankzij de financiële hulp en de mentale steun van de priesters uit zijn parochie werd Moses Hamungole na één jaar spiritualiteit, twee jaar filosofie en vier jaar theologie studeren in 1994 in Lusaka tot priester gewijd. “Die zeven jaar in het seminarie waren hard. Om vijf uur ’s morgens opstaan om te bidden, mediteren en dan naar de les. Het moeilijkste was die balans vinden tussen de academische opdrachten en mijn spirituele zoektocht. Soms moest ik het ochtend- of avondgebed overslaan, of kon ik een hele dag niet bidden, omdat ik een paper moest afmaken. Dat was nooit een prettig gevoel.”

Bij zijn afstuderen gaven zijn ouders hem een groot cadeau : ze lieten zich dopen en werden katholiek. “Dat ik mijn geloof met mijn ouders kon delen, betekende enorm veel voor mij.”

Als hij terugkijkt op het zoeken naar zijn plek in de wereld is er één situatie waarin hij het als priester echt moeilijk heeft gehad. “Ik heb een jongere zus verloren aan aids”, zegt hij. “De ziekte is nog altijd een groot probleem in Afrika. Hiv-besmetting hangt vaak samen met armoede, veel mensen hebben geen geld voor veilige seksualiteit. Iedereen in onze familie zag hoe mijn zus gewicht begon te verliezen, hoe ze leed. Iedereen wist dat ze aids had, maar niemand durfde daar in haar bijzijn over te praten. Ik was er voor haar, maar als broer die tegelijk priester was, vond ik het heel moeilijk om het onderwerp aan te snijden. Het was niet aan mij om haar de les te spellen over seksualiteit. Ook al vind ik, net als paus Franciscus, dat condooms moet kunnen om infecties te voorkomen. Ik weet nog altijd niet hoe ik mijn zus het best had kunnen helpen toen ze stervende was.”

TOEVAL DRIE : HOE MOSES HAMUNGOLE PAUS FRANCISCUS ONTMOETTE

Het is ondertussen middag in Rome, het doctoraatsonderzoek is naar Leuven verzonden en Hamungole heeft ons uitgenodigd voor de lunch bij hem thuis. “Het ziet er daar wel uit alsof er net een bom ontplofte, door alle papieren, boeken en fotokopieën die ik de voorbije maanden nodig had voor mijn onderzoek.”

Hamungole huurt een kamer in Domus Internationalis Paulus VI, een historische residentie voor geestelijken waar ook Jorge Mario Bergoglio vorig jaar verbleef, vlak voor hij tot paus Franciscus benoemd werd. Naast het hoofdkwartier van Radio Vaticana is dit het tweede gebouw in Rome waar we zonder Hamungole met zijn bewonerskaart van Vaticaanstad niet binnen waren geraakt, ook al ligt het pand niet achter de bewaakte muren van het Vaticaan.

In de sala da pranzo, een prachtige eetzaal met gigantisch grote ramen en hoge plafonds, eet Hamungole twee keer per dag, lunch en avondmaal. Het ontbijt wordt op een andere verdieping geserveerd. Hoewel bewoners van het huis gasten mogen uitnodigen voor de maaltijd, zitten aan de andere tafels enkel priesters. Nergens zien we een vrouw of zuster eten.

Hij maakt een kruisteken en dankt de Heer voor spijs en drank. Bij een typisch Italiaanse maaltijd (penne all’arrabiata, rundvlees met aardappelen, salade en een fles Montepulciano d’Abruzzo) vertelt hij hoe hij in deze eetzaal vorig jaar voor het eerst kardinaal Bergoglio ontmoette. “Hij viel op doordat hij in de dagen voor het conclaaf niet bij de andere kardinalen aan tafel zat, maar tussen de priesters. Dat was heel ongewoon, en het typeert zijn persoonlijkheid, hij is graag mens tussen de mensen. Toevallig zat ik tegenover hem tijdens een van de avondmalen, we hadden een fijn gesprek over zijn tijd in Buenos Aires en mijn roots in Zambia.”

“Toen hij een paar dagen later tot paus verkozen werd, was ik aan het werk voor Radio Vaticana. Omdat Bergoglio geen favoriete kandidaat was, wist niemand wie die man was toen zijn naam werd voorgelezen. Behalve ik. That’s my man ! riep ik door de gangen van de redactie. My man is the new pope ! Ik sprong een gat in de lucht.”

Paus Franciscus is volgens hem de leider die de kerk nodig had na de onthullingen van seksuele schandalen en pedofilie, een onderwerp waarover hij niet wil uitweiden omdat het hem diep bedroefd heeft. “Ik denk dat Franciscus een wereldfiguur is, iemand met gewicht die zo’n storm beter had kunnen opvangen dan paus Benedictus.”

TOEVAL VIER : HOE MOSES HAMUNGOLE BISSCHOP WERD (EN STRAKS MISSCHIEN PAUS)

Paus Franciscus is ook de man die Moses Hamungole begin dit jaar zijn nieuwe opdracht gaf door hem te benoemen tot bisschop van het bisdom Monze in Zambia. In mei, als zijn opvolger bij Radio Vaticana ingewerkt is en het doctoraat aan de KU Leuven volledig is nagelezen, keert Hamungole terug naar zijn vaderland om er aan een nieuw avontuur te beginnen.

“Ik viel volledig uit de lucht toen ik hoorde dat de paus mij tot bisschop zou benoemen. Het is de grootste verantwoordelijkheid die ik al gekregen heb in mijn leven, en ik ben bang dat ik niet genoeg tot God kan bidden om zijn hulp te vragen voor deze zware opdracht.”

Het bisdom van Monze strekt zich uit over 60.000 vierkante kilometer in het zuiden van Zambia en omvat 1,5 miljoen inwoners, van wie een vijfde katholiek is. Zo’n 21 parochies, 81 priesters, 49 broeders, meer dan 100 zusters en 23 priesterstudenten vallen straks onder Hamungole’s bevoegdheid. Zijn eerste opdracht wordt geld zien te vinden om een nieuwe kathedraal te laten bouwen, de oude staat op instorten.

Als Moses Hamungole op zijn 46ste één ding geleerd heeft, dan wel dit : plan nooit langer dan zes maanden vooruit, want altijd komt die onverwachte kans die alles overhoop gooit. “Als ik mijn cv bekijk, lijk ik wel een jobhopper. Maar ik ben nooit zelf op zoek gegaan naar nieuwe uitdagingen. Het waren altijd andere priesters en bisschoppen die me in nieuwe richtingen geduwd hebben. Ze moeten iets in mij gezien hebben dat ik zelf niet zag. Dat ik uiteindelijk in het Vaticaan beland ben, is één groot toeval geweest.”

Zijn werk in de media, het vele reizen de afgelopen jaren (Hamungole zetelt ook nog in Signis, een wereldwijde organisatie van christelijke personen en instituten die in de massamedia werken), de cultuur-shocks, de talrijke ontmoetingen, het leven in Europa, de nieuwe talen die hij voor elke nieuwe job moest leren (Italiaans, Swahili, een mondje Frans) en de toevalligheden die hem van hier naar ginder brachten, hebben Moses Hamungole veranderd. Hij is slimmer, bescheidener en ruimdenkender geworden, beter geschikt ook voor zijn volgende taak binnen de kerk.

Maar als ik hem vertel dat zijn collega’s aan de KU Leuven geloven dat zijn naarstigheid hem ooit nog de eerste Afrikaanse paus zal maken, lacht hij luid. “Daar durf ik zelfs in mijn wildste dromen niet aan denken. Stel je voor, ik paus ! Ik probeer altijd zo diep mogelijk geworteld te geraken in een nieuwe functie, dus ik ga mijn taak als bisschop zo goed mogelijk proberen te vervullen, samen met de mensen van Monze. Wie weet waar ik daarna nog terechtkom. Als toeval mijn leven blijft aaneenrijgen, denk ik niet dat ik op mijn zestigste nog bisschop ben in Monze. We zullen zien waar de weg naartoe leidt, ik ben altijd in beweging.”

Op de terugweg van zijn huis naar de radio wil Moses Hamungole nog even, misschien voor de laatste keer nu hij straks Rome verlaat, langs de tuinen in Vaticaanstad. In de groene oase die enkel toegankelijk is voor medewerkers van het Vaticaan, of in heilige tempels als de basiliek van Santa Maria Maggiore, vond hij de voorbije jaren in Rome zijn enige momenten van echte rust. Weg van het doctoraatsonderzoek, weg van de ether en de drukte van de stad voelde hij zich altijd het dichtst bij God. Op die gestolen stiltemomenten praatte Hamungole altijd, zonder uitzondering, met his Lord, om Hem te danken voor de kansen die op zijn weg waren gekomen en om te bidden voor zijn moeder, die hem altijd gesteund had.

Binnen de paar minuten, soms duurde het wat langer, voelde hij dan een warme aanwezigheid die hem de rest van de dag een glimlach om de lippen en een gerust hart bezorgde.

Door Elke Lahousse & Foto’s Eva Vermandel

“Ik vroeg me af of televisie voor Zambia nu een verrijking was gebleken, een venster op de wereld, of eerder een verarming betekende voor de couleur locale”

“Ik heb een jongere zuster verloren aan aids. Net als paus Franciscus vind ik dat condooms moeten kunnen om infecties te voorkomen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content