BAND OF OUTSIDERS : PREP IS EEN BLIJVER

Het Californische label Band of Outsiders was in juni eregast op Pitti Uomo, ’s werelds belangrijkste mannenmodebeurs. Hoe ziet ontwerper Scott Sternberg de mannenmode evolueren? “Met Band of Outsiders zoeken we altijd naar een balans tussen klassiek en fris. De esthetiek is jeugdig, maar onze jasjes worden bijvoorbeeld gemaakt door een oude tailor.”

“Ik ben met Band of Outsiders be- gonnen in 2004. Ik werkte als agent in Hollywood. Ik wilde mijn eigen bedrijf beginnen, ik was gek op kleren. Ik heb gewacht tot ik 28, 29 was. Het is allemaal verbazingwekkend gemakkelijk gegaan. De winkels wilden mijn kleren, de bladen waren geïnteresseerd.”

Los Angeles heeft nochtans geen echte modescène? “Forever 21 is gebaseerd in Los Angeles. Het is een creatieve stad, maar acteurs en kunstenaars zijn er belangrijker dan ontwerpers. Kleren doen er ginder niet zo toe. Dat gezegd: het is een fantastische plek om te werken. Er is veel meer vrijheid dan in New York.”

Band of Outsiders werd succesvol in het zog van de prep-trend. Vreest Sternberg niet dat mannen die stijl op een bepaald moment beu zullen worden, en heeft hij in dat geval een exitplan ?

“Ik ben ervan overtuigd dat blazers, chino’s, polohemden en ander klassiek spul voor eeuwig en altijd geherinterpreteerd kunnen worden. Het silhouet zal veranderen, maar de stijl blijft. Ik kan met Band of Outsiders nog groeien. Ik denk niet dat ik plotseling zwarte kleren met stijve hemden ga maken. Dat ben ik niet.”

NIGEL CABOURN : MODE KOMT EN GAAT

Nigel Cabourn put inspiratie uit het verleden sinds de late jaren zestig. De Britse ontwerper wordt intussen beschouwd als de paus van de erfgoedstijl. “Ik ben 62, I am fucking heritage. Ik ben soms door mezelf geïnspireerd omdat ik dit al zolang doe”, grapte Cabourn tijdens de jongste editie van Pitti Uomo in Firenze. Ernstiger : “Het is een goed moment voor ons bedrijf. Er wordt meer naar ons gekeken. Ik heb mijn bedrijf sinds 1971. Ik was toen de enige die in heritage geïnteresseerd was. Nu zie je veel meer merken teruggrijpen naar oude kledingstijlen.”

Cabourn noemt bijvoorbeeld de uitrusting van Sir Edmund Hillary en zijn team voor de beklimming van de Everest, in 1953. Of de uniformen van de Desert Rats van het Britse leger, tijdens de Tweede Wereldoorlog in Noord-Afrika, onder het bewind van Lord Montgomery (safari-jasjes en wijde shorts : te vinden in Cabourns collectie voor komende zomer).

“Mode komt en gaat. Heritage zal voor sommige merken wel een trend zijn, maar voor mij is het iets consistents. It’s just there. Sommige stukken heb ik al tien jaar in de collectie. Mijn kleren zijn bijzonder duur, maar mijn klanten weten wat ze waard zijn. Ik ben niet populair, ben dat nooit geweest. Maar ik heb wel een goede aanhang van trouwe klanten. Voor een klein bedrijf met tien mensen volstaat dat.”