Er zijn zo van die situaties waarvoor geen etiquetteregels bestaan. Als je je in een beperkte ruimte bevindt met iemand die je liever niet tegenkomt, om maar iets te zeggen. Ik zal dat proberen uit te leggen. Op een dinsdagavond wil ik per se Crazy Heart zien. In de eerste plaats omdat ik sinds zijn en mijn jonge jaren een dikke boon heb voor Jeff Bridges. En ook omdat ik vrees dat Crazy Heart het ondanks Bridges’ Oscar niet lang zal trekken in de bioscoopzaal. Nu ken ik vrouwen die nog liever doodvallen dan alleen naar de film te gaan, maar zo ben ik niet. Integendeel zelfs, bij close-ups van Bridges’ verweerde charme hoef ik geen gezelschap. Vóór de vertoning spring ik snel een sushibar binnen. In mijn eentje rauwe vissen eten, ook dat vind ik niet eens sneu. Zeker niet in zo’n etablissement waar je elleboog aan elleboog aan een toog zit waarop de maki’s en nigiri’s onder je neus voorbijdokkeren.

Er zijn ook twee tafeltjes en één daarvan is vrij. Een man heeft dat ook gezien en maakt aanstalten om zich erbij te zetten. Potverdekke, het is dinges van de radio. Twee keer zat ik bij hem in de uitzending, waarbij wij beiden een poging tot joligheid ondernamen, maar zonder veel animo. En nee, ik voel niet de minste aandrang om een spitante dialoog te voeren terwijl ik met stokjes rijstkorrels en slierten zeewier naar mijn mond probeer te brengen. Hij duidelijk ook niet, want als hij mij in ’t oog krijgt, deinst hij als het ware terug. Goed geregeld, zult u zeggen, maar om een of andere reden voel ik me toch vagelijk gepikeerd. Wat nog maar eens bewijst dat de mens in wezen een ego op steunzolen is.

Maar goed, vanuit mijn linkerooghoek zie ik dat dinges zich ‘op elf uur’ tussen twee eters aan de toog gewurmd heeft. Wat volgt, is een stukje gebaren van krommenaas waarmee we op het Landjuweel hoge ogen zouden gooien. Belachelijk toch, in plaats van gewoon uit de verte naar elkaar te wuiven en klaar is Kees. Maar daarvoor is het nu te laat. Nooit eerder heb ik zo intens in een bordje tonijn gestaard. Intussen hoop ik vurig dat dinges dra ophoepelt, zodat ik ongestoord naar de kassa kan. Maar nee, hij blijft koppig zitten, loert af en toe in mijn richting om te kijken of ik loer. Als ik uiteindelijk toch zo geruisloos mogelijk langs hem heen richting uitgang probeer te sluipen, word ik – je zult het altijd zien – geënterd door een kennis die net binnenkomt. Iemand met wie ik op elk ander moment graag een babbeltje doe, maar die ik nu nogal bruusk afscheep. Hij kijkt verbaasd en een tikkeltje gekrenkt. Net als het aardige oosterse kind dat de misosoep en extra gember serveerde, en dat ik in mijn verwarring geen fooi gegeven heb. Als Crazy Heart begint, ben ik intens ontevreden over mezelf. Zoveel kilometers op de teller en nog altijd zo onvlot in de omgang. “Waar haal je de inspiratie voor je liedjes ?”, vraagt Maggie Gyllenhaal aan de verlopen countryzanger Bridges. “Life, unfortunately”, zegt hij droog. Met columns is dat net zo, dude.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content