Dave Douglas wordt door velen beschouwd als dé ontdekking van het voorbije jaar. De tweeëndertigjarige trompettist uit New Jersey was natuurlijk al goed bezig met zijn eigen Tiny Bell Trio dat niet aarzelt om op hun manier een chanson van Brassens te spelen naast Oosteuropese volksmuziekjes of iets van Schumann (?Constellations”, hatART). Als sideman kon je hem al horen bij Tim Berne, Myra Melford, in de filmmuziek van Mark Dresser bij de klassieker ?Dr. Caligari” (Knitting Factory Works), en bij Don Byron in de fantastische bewerkingen van de klezmermuziek van Mickey Katz (Elektra Nonesuch). Maar nu komt hij helemaal op het voorplan door zijn aandeel in Masada, het kwartet rond saxofonist John Zorn. Met bassist Greg Cohen en drummer Joey Baron erbij doen ze denken aan het gelijkaardig opgezette kwartet van Ornette Coleman anno 1960, maar dan met melodie en ritme voorzien van een stevig joods-Arabisch aksent. De vijfde (jawel) en alweer schitterende cd van Masada is net uit in België, in Japan zijn er al zes. En nog schijnt de voorraad tapes die ze in niet eens een jaar bij elkaar speelden, niet uitgeput.

Met perfekte timing komt Douglas nu weer met een eigen album, zijn meest ambitieuze tot nu toe en een meesterlijke gooi naar het leiderschap. Op ?In Our Lifetime” gidst hij een sextet door een repertoire van intrigerende originals en drie stukken van trompettist Booker Little. Douglas signeert het werk overigens met een citaat van deze grote, maar helaas vergeten trompettist uit de scharnierjaren, zo rond 1960, tussen bop en free : ?My own feelings about the direction in which jazz should go are that there should be much less stress on technical exhibitionism and much more on emotional content, on what might be termed humanity in music and the freedom to say al that you want.” De uitspraak vat Douglas’ eigen aanpak goed samen : hij is geen flitsend trompettist, geen notenakrobaat, maar een teamspeler die oor heeft voor het geheel, voor kleur, dynamiek, aksent, het juiste moment voor die ene al even juiste noot. Als komponist en leider laat hij zijn mannen samen spelen. Niet zomaar wat aardige solo’s achter elkaar, maar een gesprek, een verhaal dat beelden oproept, vol spannende wendingen zit. Hij speelt stemmen en stemmingen tegenover elkaar uit, hanteert achteloos wisselingen in tempo en ritme, aarzelt niet om eenvoudige, direkt aansprekende melodieën plotseling te dekonstrueren in complexe, pointillistische passages. Daarbij doet hij dat kleine ensemble wonderlijk rijk en vol klinken, en, het mooiste van alles, heel natuurlijk. De muziek klinkt zo omdat ze zo is, en niet omdat het zo geschreven staat dat gevoel. Douglas, zoveel is duidelijk, kent zijn klassiekers. Ja, ook de klassieke klassiekers. En Miles, Little, de bijtende trompet van Woody Shaw. Of de collagetechnieken van Charles Mingus, om er maar enkele te noemen. Maar vals respekt ? Nee, geen grammetje. Hij doet zijn eigen zin, zoals we dat van de pittige jongens rond Zorn en de Knitting Factory gewend zijn. Met veel ironie, een lekkere grijns en een welgemeend fuck you aan het adres van wie zogenaamd beter weet. Dat maakt van ?In Our Lifetime” een buitengewoon levendig en verfrissend album. Met Chris Speed, klarinet en tenorsax ; Josh Roseman, trombone ; Uri Caine, piano ; James Genus, bas ; Joey Baron, drums ; en op één stuk Marty Ehrlich, basklarinet. Terzijde : wie wat wil horen van Booker Little vindt met wat geluk nog ?Out Front” (Candid), ?Victory & Sorrow” (Betlehem) of de opnamen met Eric Dolphy (Prestige).

John Zorn & Masada, ?Masada Five” (Diw/Dureco). Dave Douglas, ?In Our Lifetime” (New World/Import).

ROB LEURENTOP

Lew Tabackin. De virtuoos uit New York houdt de traditie van de viriel swingende tenorsax in ere, en hoe ! Met zijn vaste trio met bassist Philip Aerts en Félix Simtaine is hij in Damberd (Gent, 13.2) en twee weekends in L’Archiduc (Brussel, 10, 11, 17

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content