Of ik een idee had waar kleine Elisabeth en haar broertjes bleven als Filip en Mathilde op handelsmissie gingen naar Zuid-Afrika ? Het was een lief kind en geweldig beleefd, de VijfTV-medewerkster die me opbelde, en dus onderdrukte ik de Capote-giechel die ik ergens ter hoogte van mijn middenrif voelde opborrelen. Schrijf één stuk over de nieuwste lichting Europese prinsessen en in bepaalde milieus ben je willens nillens de vrouwelijke Jan Van den Berghe. Rare stiel ook, royaltywatcher. Ik stel me er altijd een kerel in camouflagepak bij voor die vanuit een boom met een verrekijker de Lakense biotoop afspeurt. Duidelijk een knelpuntberoep, maar dat was koning van België ook, destijds in 1830. Nadat de Franse Duc de Nemours voor de eer bedankt had, waren ze hier wat blij dat ze een obscure Saksen-Coburg Gotha voor de job konden strikken. Leopold I was dus niet alleen de eerste gastarbeider, maar meteen het bewijs dat migranten het hier ver kunnen schoppen, zelfs zonder inburgeringscursus. Eerlijk gezegd, ik zie Paola nog geen bloemkool met witte saus maken. . Nee, een koekendoosroyalist kun je mij bezwaarlijk noemen. Mijn enige koningsgezinde daad dateert van de late jaren zestig, toen ik samen met mijn medeleerlingen van het Antwerpse lyceum voorzien van een papieren vlaggetje op de Mechelsesteenweg moest gaan staan om één of ander bevriend koningshuis te begroeten. Het Britse, als ik me goed herinner. Als we maar ver genoeg van elkaar stonden, leek het alsof we met heel veel waren. Toen al cultiveerde ik een gezonde onverschilligheid tegenover de dynastie en dat is sindsdien nooit veranderd. En toch… Vorig jaar was ik beroepshalve te gast in een hotel op een Grieks eiland waar veel duur volk over de vloer kwam. In het gastenboek wemelde het van de lovende commentaren van de hooggeplaatste vakantiegangers. De president van Portugal meldde bij monde van zijn kabinet dat hij het er zeer naar zijn zin had gehad, een Arabische prins schreef eigenhandig een bedankbriefje en liet zijn talrijke kindertjes mee ondertekenen. En toen stuitte ik op een foto van ons koningspaar in tenue décontractée : de vorst zoals altijd als de plezante nonkel op een trouwfeest, zijn gade met een gezicht dat zeven dagen onweer voorspelt. Mijn God, wat kan die vrouw mottig kijken, zoiets moet jaren oefening vergen. Onder de foto domweg hun twee namen. Geen bedankje, geen complimenten, noppes. Zijn dat nu manieren ? Wat moeten die Grieken wel over ons denken ?

Nee, als ons koningshuis al overlevingskansen heeft, dan is het dankzij Mathilde. Mocht ze in de Koninklijke Serres gekweekt zijn, ze zou er niet prinsesselijker kunnen uitzien. Die eindeloze benen, dat korenblonde haar, die hartverscheurende glimlach die elke communautaire frictie gladstrijkt. Onlangs mocht ik de prinses van dichtbij bewonderen op een balletgala. Ze had een soort kaftan aan die mij even deed vrezen dat ze alweer in blijde verwachting was, Astrid achterna. Maar misschien was het die tijd van de maand en voelde ze zich gewoon wat opgeblazen, ’t is tenslotte ook maar een vrouw. En het weerhield haar niet alles “zeer mooi” en “zeer interessant” te vinden. In gedachten stelde ik het mij voor, Hare Koninklijke Hoogheid die nog vlug even opbelde, voor ze aan de zijde van haar gemaal op handelsmissie vertrok : “Mevrouw, de kindjes laten we deze keer bij maman , belle mère zit al met de tweeling van Laurent en als het weer slecht is en ze kunnen niet naar Planckendael, ça sera la galère à Laken .” Bij nader inzien, er schuilt beslist een royaltywatcher in mij.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content