De gidsen bij huwelijk en scheiden, een initiatief van KAV, zijn uitgegeven bij Standaard Uitgeverij.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

We zaten te sudderen in een van de nieuwe restaurantjes die in mijn stad tegenwoordig sneller hun deuren openen dan er bommen ontploffen in Bagdad. Gelukkig ging het er vreedzamer aan toe. Het gesprek kabbelde, zoals dat heet, rustig voort. Ik geloof dat we het net over de gsm met ingebouwde leugendetector hadden, toen een merkwaardig viertal binnenkwam en aan de tafel naast de onze ging zitten. De moeder was een matrone met het soort borstomvang dat weleens platjes als ‘balkon’ omschreven wordt. Haar man was graatmager, het prototype van het ventje dat in tekeningen van Robert Crumb krampachtig klauwt om aan roemloze versmachting tussen de boezem van zijn eega te ontsnappen. Ze waren er samen met een jonger stel. De jongen met de ringbaard, zo meende ik uit vage gelijkenissen van neus en kinlijn te kunnen afleiden, moest het resultaat zijn van een lang vergeten en nu nog nauwelijks voorstelbare versmelting tussen de matrone en de magere. Hij had zijn blitse mobieltje demonstratief voor zich op tafel gelegd, naast de sleutels van zijn Audi. Statussymbolen die het meisje, een knappe brunette met een piercing in haar neus, moesten helpen imponeren.

Aan de gewichtige gebaren van de matrone merkte ik dat er een zekere plechtigheid over de bijeenkomst hing. Toen ik de oren spitste, hoorde ik dat het gesprek over trouwjurken en feestzalen ging. Dat het nog bestààt, dacht ik verwonderd : de vermetele moed om te trouwen. Ik moest aan de boeken denken die ik die week ter recensie had ontvangen. Ze hadden krek dezelfde vormgeving, alleen de titels verschilden : ‘ Gids bij huwelijk’ en ‘ Gids bij echtscheiding’. De ironie om beide in hetzelfde postpakket te verpakken, als betrof het een onafscheidelijk setje of een onmisbaar vervolg, was de uitgever blijkbaar een beetje ontgaan. “Het huwelijk blijft voor veel partners ook vandaag nog een symbool van liefde en trouw”, had ik op het eerste boek gelezen. De tweede achterflap was minder ronkend en sloeg de lezer met harde feiten om de oren. “Als er vier huwelijken worden gesloten,” somberde die, “staan daar drie echtscheidingen tegenover. In 2002 waren er 40.434 huwelijken en 30.628 echtscheidingen.” Tsjakka !

De achterflapschrijver voegde er ten overvloede aan toe dat een echtscheiding niet alleen een emotionele gebeurtenis was maar ook verstrekkende sociale en juridische gevolgen had. Daar moesten ze voor mij geen tekeningetje bij maken. Ik kende genoeg gescheiden moeders met een slecht betaalde fulltime job, twee kids en een ex die kwakkelde met de betaling van de alimentatie. De mooiste jaren van hun leven waren ze veroordeeld tot een eenzaam en roemloos bestaan in dienst van de kids. Toch hadden ze ooit, met blinkende oogjes en bloemen in hun haren, enthousiast hun ja-woord uitgesproken. Nu ben ik natuurlijk wel vatbaar voor de romantiek daarvan, maar die heeft zo’n beetje zijn appeal verloren sinds hij zo makkelijk herroepbaar is. Als je elkaar dan toch zware beloftes wil doen, vind ik, dan moet je daaraan vastgeklonken zitten met ketens waarvan het verbreken op zijn minst bestraft wordt met steniging, of levenslange verbanning uit de gemeenschap. Ik wauwel maar wat.

Via de beste manier om plankenvloeren te behandelen, was de matrone inmiddels overgeschakeld op de voordelen van de legendarische AGA-fornuizen. De graatmagere had, uit alle exquise gerechten die dit toch wel prijzige restaurant serveerde, de stoemp gekozen. Dat, en het democratisch pilsje dat hij erbij dronk, nam mij voor hem in. Terwijl hij met smaak zijn braadworst verorberde, keek hij af en toe slinks in het decolleté van mijn tafelgenote. Toen zijn blik de mijne kruiste, knipoogde hij samenzweerderig, als één die al te lang geleefd had om er het zijne niet van te denken. Hoewel ik daar niet zo bedreven in ben, knipoogde ik terug. Een van de voordelen van het huwelijk, bedacht ik mild en al een beetje roezig van de wijn, is dat het tenminste de overspelige vrouw heeft voortgebracht : dat wonderlijke wezen met een trouwboek in een lade, een vaatwasmachine en een sex-appeal die die van vrije geslachtsgenotes veruit overtreft. De trouwlustige brunette met de piercing had het allemaal in zich, dat zag ik nu al. Beschaamd over deze blasfemische gedachten, wendde ik het hoofd af en ging mij te buiten aan een twaalftal voortreffelijke platte oesters. Misschien, dacht ik welwillend, haalde dit stel als een van de weinigen wel degelijk de overkant.

JEAN-PAUL MULDERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content