Niet alleen stijl zit in de familie. Ook accessoires worden gekoesterd en doorgegeven, generaties lang. Pronkstukken die de tand des tijds doorstaan hebben, een hoop herinneringen meedragen, en die vandaag een nieuw en glamoureus leven leiden. Of hoe grootouders soms een passie delen met hun kleinkinderen.

DE TAS DIE STEEDS MOOIER WORDT

CÉLINE NUYTTENS (23), KLEUTERJUF, EN CÉCILE DAVID-VANTIEGHEM (80), ADMINISTRATIEF BEDIENDE

De liefde voor het shoppen werd Céline met de paplepel ingegeven. Door mama Ann, die het dan weer kreeg van haar mama, Cécile. ?In Kortrijk, waar wij altijd gewoond hebben, waren er vroeger nog niet zoveel winkels”, vertelt oma Cécile. Dus trokken wij erop-uit naar Rijsel, Brugge of Knokke. Het was in Knokke dat ik deze rode Delvauxhandtas kocht. Niet voor een speciale gelegenheid, maar gewoon om mezelf een cadeautje te doen. Veel keuze was er toen niet. Als je een mooie handtas wilde, moest het wel een Delvaux zijn. De rode kleur lijkt misschien gewaagd, maar combineert fantastisch met blauw en wit. En met groen eigenlijk ook. Het blijft een tijdloos exemplaar dat ik veel gedragen heb. Maar toen mijn jongste dochter achttien werd, heb ik ze haar cadeau gedaan. Ze keek er al zo lang verlekkerd naar.”

Het handtasje is nog steeds in het bezit van mama Ann, maar sinds kort kijkt kleindochter Céline er al even verliefd naar. ?Enkele jaren geleden zou ik dit nooit mooi gevonden hebben”, aldus Céline. ?Het is een klassieke tas maar, zoals oma zegt, tijdloos. Dertig jaar geleden was ze mooi. Vandaag is ze zo mogelijk nog mooier. Je ziet dat ze al een leven achter de rug heeft. Dat geeft ze karakter. Ik draag ook nog andere spulletjes van mijn grootmoeder. Oorringen die ze kocht op huwelijksreis, en een lange gouden ketting, maar de rode handtas is duidelijk mijn favoriet.” Dat weet oma ook : ?Ik ken mijn dochters en kleindochters. Ik vind dat ze altijd fijn gekleed gaan. Net zoals ik vroeger. Als ik iets kocht, moest het kwaliteit zijn. Daar geniet mijn kleindochter nu nog van. Ik heb nog handtassen van Delvaux liggen. Wat niet wil zeggen dat Céline die sowieso krijgt. Het plaatje moet kloppen. Zoals met de rode.”

EEN HOED VOOR DE HEREN

JONAS VANCRAEYNEST (27), ADVOCAAT, EN OPA JOSEF VANGHELUWE (81), VOORMALIG WEVER

Jonas is elke dag uitgedost in pak. Voor het werk, maar erg vindt hij dat niet. Iets wat hij meekreeg van zijn opa, zo blijkt. Die trekt sinds zijn pensioen niet dagelijks meer een driedelig pak aan, maar benadrukt snel : ?Vroeger droeg ik áltijd een hoed. Het was belangrijk er goed uit te zien. Niet alleen op zondag om naar de mis te gaan, maar ook door de week. Een man zonder hoed, was een man zonder stijl. Ik was koket, meer nog dan mijn vrouw. Een trendsetter was ik dan weer niet. Een nieuwe modekleur moest ik eerst enkele keren gezien hebben bij andere mannen vooraleer ik me dat zelf durfde aan te schaffen.”

?Deze hoed, in effen beige, komt van een speciaalzaak in Zwevegem. Daar werden de randen van de hoed gestoomd tot die perfect paste. Juist is juist. Een grote verzameling hoofddeksels hoef ik dan weer niet. Een vijftal exemplaren is genoeg. Wat ik niet draag, moet weg.”

Jammer, vindt kleinzoon Jonas. ?Ik had mijn oog al laten vallen op een lichtgrijze hoed, maar die is intussen al verdwenen. Ik ben een grote fan van de kledingstijl van mijn opa. Vroeger waren mannen echte mannen. Ze droegen deftige pakken en besteedden aandacht aan hun présence. In dat opzicht ben ik misschien ouderwets. Ik vind dat belangrijk. Stijl en klasse. Voor vrouwen, maar ook voor mannen. In het begin is zo’n pak wennen en voelt het allemaal wat stijf, net zoals een hoed dragen. Maar dat verandert snel. Nu voelt het comfortabel en stijlvol. Gaan werken met de hoed van mijn opa zie ik mezelf vandaag nog niet doen. Naar een expositie gaan wel. Ik vind dat hoeden ook beter passen eenmaal je wat ouder en rijper bent. Dan straalt het pas echt klasse uit. Hopen dat opa tegen dan zijn volledige collectie nog niet in de vuilnisbak gekieperd heeft.”

HET ‘RUSSISCHE’ NERTSHOEDJE

MIRTE VAN GOIDSENHOVEN (20), STUDENTE BEELDENDE VORMGEVING, EN ERNA BEHAEGEL (80), HUISMOEDER VAN VIER

Oma Erna is een beetje verlegen, maar bloeit open zodra kleindochter Mirte haar plagend in de arm knijpt en ze over haar familie en de mooie herinneringen eraan kan vertellen. ?Mijn mama, een fiere dame, kocht dit nertshoedje veertig jaar geleden”, vertelt Erna. ?Het paste mooi bij haar mantel, afgeboord met bont. Ik heb het gekregen toen ze stierf. Niet zonder slag of stoot, want ook mijn drie zussen wilden het hebben. Dus heb ik zowel van de piano als van alle andere waardevolle meubels uit de erfenis afgezien. Zolang ik het nertsje maar kreeg. Ik had een heel sterke band met mijn mama. Als ik naar het hoedje kijk, zie ik haar. Dat is de reden waarom ik het nooit erg veel gedragen heb. Ik heb het gekoesterd. Enkele jaren geleden heb ik het spontaan aan mijn dochter Mieke – één van de drie – gegeven. Zij heeft niet alleen dezelfde stijl als mijn mama, maar had ook een heel speciale band met haar.”

Vandaag staat de hoed op een voetje op een mooie plek in de living bij Mieke en haar dochters thuis. Kleindochter Leni vindt het maar niets, met die kleine pootjes achteraan. Mirte daarentegen is er gek op. Net als op de verzameling brillen van oma. ?Ik heb dertien kleinkinderen in alle soorten en maten, maar het is Mirte die in de schuiven komt snuffelen en die ook het hoedje past”, zegt oma nog. ?Het is inderdaad een prachtstuk”, vertelt Mirte. ?In al die jaren heeft het nog niets aan schoonheid of glans ingeboet. Momenteel draag ik het niet. Al vind ik het wel iets hebben. Iets Russisch. Ik ben te bang dat er iets mee zou gebeuren. Maar het thuis af en toe eens opzetten is leuk. Of er gewoon even naar kijken. Ik weet nu al dat het later ook in mijn huis een speciaal plekje zal krijgen.” Tot die tijd staat het in de living waar moeder én dochter ervan kunnen genieten.

HET VESTJE UIT OMA’S WILDE JAREN

LIESBETH VANDENBROUCKE (23), VERANTWOORDELIJKE IN DE KINDEROPVANG, EN JULIA PATTYN (73), VOORMALIG CAFÉBAZIN

Julia heeft twintig jaar een café opengehouden. Goede klanten werden goede vrienden. En goede vrienden delen al eens iets. Zo kwam het dat er in de familie Pattyn enkele prachtstukken terechtkwamen. Een lange nertsmantel, een fijn gouden ringetje, een doos vol oorringen, een verzameling handtassen van wilde croco. En ook dit pareltje : een crèmekleurig lederen vestje afgeboord met bleek bont. ?Ik draag het nog heel vaak, maar ook Liesbeth komt het al eens uit mijn kast halen”, aldus Julia. ?Vandaag hebben we co-ouderschap over het vestje”, vult kleindochter Liesbeth aan. ?Al dragen we het wel op een volledig andere manier. Ik casual op een jeans. Voor oma mag het iets klassieker gecombineerd worden.”

Vandaag, want vroeger was oma een echte bohemienne. Getrouwd met een schilder en overal het middelpunt van de belangstelling omwille van haar speciale kledingkeuze. ?Ik had een opvallende stijl. Grote brillen, vreemde broeken en altijd torenhoge hakken.” Haar hart bloedt wanneer ze vertelt dat die hakken vandaag niet langer mogen van de dokter. ?Liesbeths stijl is braver. Toch shopt ze steeds vaker in mijn kleerkast, op zoek naar mooie stukken. Die combineert ze dan weer met haar eigen modernere garderobe. Ik heb er hartzeer van dat ik zoveel mooie stukken weggegooid of -gegeven heb nu ik zie dat Liesbeth overal nog van geniet.”

Want Liesbeth mag uit de vijf kleerkasten van oma alles uitpikken wat ze mooi vindt. Enige voorwaarde is dat ze voorzichtig is met de mooie stukken. ?De croco mag je dan wel eens inwrijven, hé”, fluistert oma terwijl ze de handtas van kleindochter monstert. Liesbeth glimlacht. ?Ik heb nu al onbetaalbare stukken voor het leven liggen. Niet veel meisjes van mijn leeftijd kunnen dat zeggen. Alleen jammer dat we niet dezelfde schoenmaat hebben, hé oma.”

DOOR THALISA DEVOS & FOTO’S DEBBY TERMONIA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content