Onlangs stond het in de krant :

de Vlaamse jeugd engageert zich weer. In Leuven doet de organisatie Oikonde al jaren een beroep op studenten voor vrijwilligerswerk : gehandicapten begeleiden op het pad naar zelfstandiger leven.

Een ander kotleven. Samenwonen met mensen met een mentale handicap.” Wie de voorbije dertig jaar in Leuven op zoek ging naar een kot zal allicht wel eens op deze wervende tekst zijn gebotst. De advertentie is afkomstig van de organisatie Oikonde, die zich ontfermt over pleegzorg voor volwassenen met een handicap. Tussen de regels lees je : het leven van een student kan meer zijn dan op cafĆ© hangen en blokken. Een boodschap die in die drie decennia bij honderden jongelui is aangekomen. Deze unieke vorm van hulpverlening kreeg de Vrijwilligersprijs 2004 van (intussen ex-)minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen Adelheid Byttebier ( Groen !).

De vrijwilligers willen andersvaliden vooruitstuwen in hun ontwikkeling en vooral : een luisterend oor bieden. Dat kunnen ze bijvoorbeeld doen door zich kandidaat te stellen voor het doorstromingshuis. Mensen met een verstandelijke handicap die van een leefgroep of internaat komen, kunnen hier twee jaar terecht. Mataya Roesems en Ronald Hermans zijn twee studenten die hen op weg helpen naar een zelfstandiger bestaan.

Mataya leerde twee jaar geleden het doorstromingshuis als buur kennen. “Ik zag rondom me nogal wat mensen die heel erg met zichzelf bezig waren”, vertelt de studente filosofie. “Ik werd in die egotripperij meegezogen, en als een reactie daarop wou ik iets doen voor mensen die in het leven niet evenveel kansen hebben gekregen als ik. Zo’n groot engagement vind ik dat niet eens, we leven hier gewoon samen, en eigenlijk gaat dat vanzelf. De structuur die het me biedt, vind ik fijn. Zo is het gezamenlijke avondmaal om zeven uur een vaste afspraak.”

Ronald, die tweedekansonderwijs volgt, kan enkel bevestigen : “Tot voor kort woonde ik enkele straten verder op kot. Oersaai was het daar. Er viel niets te beleven. Iedereen trok zich in zijn eigen hok terug. Ik had amper contact met de andere bewoners. Toen mijn huurcontract afgelopen was, wou ik iets socialers.” Gasten in het doorstromingshuis zijn momenteel Rien en Eden, een koppel. Hun verblijf hier moet een opstapje zijn naar een onafhankelijker vorm van begeleid of beschermd wonen.

Karel, een jongen die alleen is op de wereld, pakte onlangs zijn koffers. Na in het doorstromingshuis helemaal te zijn opengebloeid, werd hij klaar bevonden om zijn intrek te nemen in een huis voor langer verblijf. Daar fungeren Maarten Van Elsen en zijn vriendin als gastgezin. “Een systeem dat goed werkt”, vindt Maarten. “Als het voor de ene wat te veel wordt, kan de andere overnemen. Mijn vriendin heeft andere capaciteiten dan ik. Zo mag het zware werk, zoals met meubels sleuren, gerust aan mij overgelaten worden.”

De andere bewoners zijn een rolstoelgebruiker en twee volwassenen met een beperking, die van thuis uit weinig zorg en warmte meekregen. “Dat zie je aan de orde in hun appartement, hun hygiĆ«ne en eetgewoonten”, legt Maarten uit. “Soms vind ik het moeilijk om te spreken van een handicap, want ik heb met studenten op kot gezeten die dezelfde problemen hadden (lacht). Ik ken studenten die vijf keer per week frieten gaan halen. Eten die andersvaliden dan zoveel slechter ?”

Je hoeft niet met mensen met een handicap samen te wonen om je voor Oikonde in te zetten. Lieve Van Cutsem, die na haar studies pedagogie in Leuven bleef hangen, is steunfiguur voor Andrea. Bedoeling is dat ze geregeld met elkaar afspreken en dat Andrea bij haar terechtkan wanneer ze haar nodig heeft. “Ik doe dit niet uit barmhartigheid”, zegt Lieve. “Ik wil een goede vriendin voor haar zijn. Uiteraard wil ik haar steunen : ik help haar vooral een sociaal netwerk uit te bouwen. Ik wil haar keuzemogelijkheden aanreiken en haar zin doen krijgen in van alles, zonder in haar plaats te beslissen. Heel wat mensen in haar situatie zitten op hun studiootje te wachten tot iemand hen een sms’je stuurt of binnenspringt. Ik wil Andrea uitdagen om zelf contact te zoeken met anderen.”

“Als ik met mijn vrienden op cafĆ© ga, weet ik dat ik de avond gemakkelijk volgepraat krijg. Met Andrea is het soms wat zoeken naar gespreksonderwerpen, maar het mag nooit als een verplichting voelen om bij haar te gaan. Het is altijd fun, ik voel me daar goed bij. Ik hoop en vermoed dat ik wel wat te betekenen heb voor Andrea, maar zij betekent ook veel voor mij.”

Familie

Mocht het niet klikken tussen hun cliĆ«nt en de vrijwilliger, dan kijkt Oikonde uit naar een andere steunfiguur. Bij de toewijzing van de kamers wordt er eveneens naar gekeken of de mensen overeenkomen. Kan ook niet anders, meent Maarten. Hij verwijst naar de taakverdeling in ‘zijn’ huis. “Wij moeten goede buren voor elkaar zijn. Gemeenschappelijke ruimtes als de tuin, de traphal en de keuken moeten onderhouden worden. Aan de rolstoelgebruiker kunnen we niet vragen om de tuin te verzorgen of de gang schoon te maken, maar vermits hij als enige een auto bezit, kan hij wĆ©l zijn wagen ter beschikking stellen als we naar het containerpark moeten. Dat is het leuke : ieder maakt zich nuttig naar zijn eigen vermogen.”

In het doorstromingshuis is de situatie ietsje anders. Mataya : “Wij leven hier in zekere zin als een familie. Voor de gasten moet dit Ć©cht een thuis zijn. Wij zitten dicht op elkaars huid. Niet dat ik dat als hinderlijk ervaar. Sterker nog, bij momenten vind ik het moeilijker om met de andere vrijwilligers om te gaan dan met onze gasten (lacht). Ik merk immers dat we er wel eens uiteenlopende opvattingen en idealen op nahouden. De vrijwilligers hebben hier toch een beetje een voorbeeldfunctie, ik zie het nog het meest als een meester-leerlingrelatie. De meester reikt de leerling kennis aan, zodat hij zelf meester kan worden. Dat vind ik best een mooie gedachte, al wil ik hier zeker niet de grote idealist uithangen.”

Onze gesprekpartners maken zich geen illusies : ze kunnen onmogelijk een vervangend familielid zijn voor hun gasten. En al ontstaan er, ondanks de tijdelijke contracten en de doorstroming, wel eens standvastige vriendschappen, een noodzaak is dat niet. Mataya : “Er groeit onmiskenbaar een band omdat je hier op een vrij intensieve manier samenleeft, maar daar kun je volgens mij niet het etiket ‘vriendschap’ op plakken. Niettemin zie ik mezelf in de toekomst nog af en toe met Eden en Rien naar de film of op cafĆ© gaan, los van Oikonde.”

Het gevaar dat je als ‘gezonde’ partij in betweterij vervalt, is reĆ«el. Daar zijn de jonge vrijwilligers zich terdege van bewust. Lieve : “Andrea belde me deze week. Ze had van Yves Rocher een antirimpelcrĆØme toegestuurd gekregen, hoewel ze iets anders had besteld. Ze zei : ‘Ik kan dat niet gebruiken, maar misschien je moeder wel ? Heb je zin om het te komen ophalen ?’ En als ik ziek ben, zal ze een kaartje sturen om me beterschap te wensen. Dit maar om aan te duiden dat het geen eenrichtingsverkeer is. We moeten afstappen van het categorieke denken. Mensen met een verstandelijke handicap hebben veel meer met ons gemeen dan dat ze van ons verschillen. Daarom stel ik mij vragen bij zoiets als Rock For Specials. Op zich heb ik daar niets op tegen, maar moeten mensen met een verstandelijke handicap niet kunnen deelnemen aan festivals waar wij ook naartoe gaan ?”

Het onderscheid tussen andersvaliden en ‘normale’ mensen is artificieel, vindt ook Mataya. “Het zijn mensen zoals wij. Je wordt vaak geconfronteerd met je eigen kleine kantjes. Als zij hun kamer niet opruimen, worden wij geacht daar iets op te zeggen, terwijl ik er zelf soms ook een zootje van maak. Ik leer hier mezelf beter kennen. Het leven in het doorstromingshuis confronteert je met levensvragen en dwingt je na te denken over wat voor jou belangrijk is. Natuurlijk voelt het goed om het respect van de gasten te winnen, maar ik word daar echt geen beter mens van. Omgekeerd is het voor de gasten ook een fijn gevoel wanneer zij weten dat zij ons vertrouwen hebben. Het wonen in dit huis zie ik dus als een wederzijds leerproces. Er is immers geen handleiding die zegt hoe we hier samen moeten leven. Aristoteles zei het al : wat men moet leren doen, leert men al doende.”

Zorgzame samenleving

Pas in het doorstromingshuis is Mataya gaan beseffen hoe belangrijk familie voor haar is. “Nu weet ik wat het betekent om uit een warm nest te komen. Aardig wat mensen in een huis als dit hebben een achterstand opgelopen omdat ze verwaarloosd zijn geweest in hun jeugd. Dat wij het beter getroffen hebben dan zij is puur toeval, want je kiest je familie niet.”

“Je realiseert je hoe gelukkig je mag zijn dat je zelf gezond bent”, beaamt Maarten. “Ik steek hier zoveel op. Neem nu een recent bezoek aan Ikea : op de zestien plaatsen voor gehandicapten stonden zeker zeven auto’s zonder kaart geparkeerd. Als je met een rolstoelgebruiker op pad bent, merk je pas hoe ergerlijk dat is. Die parkeerplaatsen zijn niet voor niets breder : je moet immers links van je auto je rolstoel kunnen neerzetten. Als op een gewone parkeerplaats de auto’s iets te dicht op elkaar staan, dan zit zo’n rolstoelgebruiker vast. Ik vind dat nuttige ervaringen : je gaat alles plots door een andere bril zien.”

Onderzoek van de VUB wees uit dat de Vlaamse jeugd weer socialer wordt. In zo’n klimaat is het geen toeval dat enkele jaren geleden in de schoot van de KUL het idee rijpte om themahuizen op te richten. Oikonde pikte daarop in, omdat het initiatief in hun ogen verried dat jonge mensen naar nieuwe vormen van engagement verlangen. De organisatie sloeg de handen in elkaar met de universiteit. Het themahuis ‘zorgzame samenleving’ was geboren. Maarten heeft er een tijdlang verbleven. Had hij de indruk dat dit themahuis slaagt in zijn doel om studenten te sensibiliseren ? “Het is moeilijk om daar vat op krijgen. Ik heb de indruk dat de naam Oikonde bij de meeste studenten intussen toch wel een belletje doet rinkelen.”

Jongeren zijn vatbaar voor vrijwilligerswerk. Lieve : “Als student met een hoop vrije tijd neem je zoiets er sneller bij dan als je een gezin en een fulltime baan hebt.” Mataya : “Studenten hebben dan misschien wel tijd, maar het is belangrijk dat je je er ook weer niet helemaal door laat opslokken. Je moet je eigen leven behouden.”

Of het soms zwaar begint te wegen ? Lieve : “Het kĆ”n wel eens voorkomen dat Andrea op een heel ongelegen moment belt. Tegen vrienden zou ik direct zeggen : ‘Het past Ć©cht niet vandaag.’ Omdat ik weet dat ze ook nog elders terechtkunnen. Bij Andrea zal ik langer nadenken voor ik ‘nee’ zeg.” Mataya : “In het doorstromingshuis wordt de last door drie man gedragen.” Bovendien kunnen de vrijwilligers, mochten er problemen rijzen, altijd een beroep doen op begeleiders van Oikonde om in samenspraak naar een oplossing te zoeken.

Engagement

Het kotleven in een huis van Oikonde is niet vrijblijvend. De vrijwilligers gaan in het weekend niĆ©t naar het ouderlijke huis om er de vuile was te droppen. Ze kunnen het uiteraard niet maken om de gasten in de steek te laten. Ronald : “Er wordt voor permanentie gezorgd. Dat is part of the deal. Met vakantie gaan is geen probleem, maar je moet het wel goed plannen.”

Het is algemeen geweten dat op kot gaan een dure aangelegenheid is geworden. Studenten die uit financieel opportunisme op het alternatief van Oikonde afkomen, worden vakkundig ontnuchterd. Om het kaf van het koren te scheiden, wordt tijdens de strenge selectieprocedure gepeild naar de echtheid van het aangeboden engagement. Bij de doorlichting wordt aan de hand van praktijkvoorbeelden getoetst hoe de kandidaten zich in bepaalde situaties zouden gedragen. Maarten : “Voor mijn vriendin en ik als gastgezin werden aanvaard, ging Oikonde na hoe sterk we in onze schoenen stonden als koppel. Sommige vacatures voor vrijwilligers raken niet ingevuld. Als een kandidaat niet voldoet, hebben ze er liever gĆ©Ć©n. Dat ze dat lef hebben, vind ik knap.”

Om het wijgevoel aan te scherpen, organiseert Oikonde zo nu en dan tochten. Ook binnen de huizen worden geregeld uitstappen en activiteiten gepland. Ronald : “We gaan wel eens met de hele groep naar de kermis of de bioscoop.” Mataya : “Die activiteiten versterken de groepsgeest en je leert er je huisgenoten beter door kennen. Vorig jaar zijn we bijvoorbeeld op weekend naar de Ardennen getrokken. Dit jaar hielden we een Halloween-feestje, heel gezellig. Rien is een horrorfreak en leefde zich helemaal uit in het versieren van het huis.” Maarten : “Wij hebben een grote tuin en een terras. Het zou me verwonderen als er in de zomer geen barbecue van kwam… ” n

Tekst Peter Van Dyck l Foto’s Guy Kokken

Mataya Roesems : “Zo’n groot engagement vind ik dit niet eens. We leven gewoon samen met andersvaliden, en eigenlijk gaat dat vanzelf.”Maarten Van Elsen : “Voor mijn vriendin en ik als gastgezin werden aanvaard, ging Oikonde na hoe sterk we waren als koppel.

Als een kandidaat niet voldoet, hebben ze er liever geen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content