Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Iedereen wil een SUV (een Sports Utility Vehicle, een sportief uitziende off-roader) maar vrijwel niemand gaat ermee het terrein op. Dat is zonde voor de ingebouwde techniek, die daardoor nagenoeg ongebruikt blijft. Daarom besloot men bij Hyundai (zoals eerder bij Toyota) om van de nieuwe Tucson ook een voorwielaangedreven versie te bouwen, en die vereenvoudiging in de prijs mee te laten spelen. Het eindresultaat is een compacte SUV waarvan de basisversie slechts 16.999 euro kost, een pak minder dan bij de concurrentie. De wagen is verkrijgbaar met twee benzinemotoren – een 2 liter (141 pk) en een 2.7 V6 (175 pk) – maar zelf kozen we voor de 2 liter turbodiesel die allicht de populairste wordt.

Met een lengte van 4,32 meter is de Tucson slechts 18 centimeter korter dan de Santa Fe, maar hij bezit wel een iets grotere wielbasis en dat resulteerde in zeer veel ruimte voor de passagiers achterin. Het verschil zit ‘m natuurlijk in de koffer : de Tucson kreeg een volume van 644 liter mee, tegenover 833 liter voor zijn grotere broer. Dat is verre van slecht en wie onverwacht een forse landing te vervoeren krijgt, kan de achterbank met één vingerknip dichtplooien, terwijl het zitkussen in de vloer zakt zodat een perfect vlakke laadvloer ontstaat en een volume van 1856 liter ter beschikking komt. De achterruit kan los van de achterklep geopend worden, zodat ook daardoor extra laadmogelijkheden ontstaan. Om maar te zeggen dat ze bij Hyundai wel oog hebben gehad voor de praktische noden. Dat blijkt ten slotte ook uit het indrukwekkend aantal opbergvakken in het interieur, met uitsparingen voor grote flessen in de portieren, twee cup holders en opbergvakjes onder de armsteun.

Dat interieur kreeg net als de buitenkant erg veel kunststof mee, maar dat werd wel keurig in elkaar gezet en uit de jongste cijfers van JD Power en het Engelse maandblad Which ? blijkt dat Hyundai qua betrouwbaarheid de zogenaamde Duitse kwaliteitsmerken ver achter zich laat en zich op het niveau van de beste Japanners heeft gehesen.

De 2 liter turbodiesel is niet de meest gesofistikeerde ( common rail van de eerste generatie, geen variabele turbo), maar op de weg levert hij voldoende pit voor de doorsneegebruiker en bovendien is hij vanaf 1600 toeren erg soepel. Ook het verbruik is een meevaller, en gekoppeld aan een meer dan doorsnee ophangingscomfort zorgt de Koreaanse combinatie voor een stabiele en comfortabele rijervaring. En de Tucson krijgt vanaf de basisversie ABS / EBD, een dubbele airbag, vier elektrische ruiten, centrale deurvergrendeling en aluminium velgen mee. Wie een beetje kan rekenen, weet dat Hyundai met zijn jongste creatie een heel fraaie prijs-kwaliteitverhouding op wielen heeft gezet. Verdient navolging.

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content