NOOIT TE OUD OM TE LEREN

© Klaas Verplancke

Mensen beginnen aan een bijkomende opleiding voor een waaier aan redenen. De plaatsen waar je terechtkunt, zijn al even divers: Centra voor Volwassenenonderwijs, Syntra’s, universiteiten en privéscholen. “Ik voel me eindelijk niet meer beperkt.”

Nog een paar maanden en ik ben afgestudeerd. Op mijn 39ste. Eindelijk zal ik dat bachelordiploma halen dat ik in mijn carrière zo gemist heb”, zegt Nele Nieuwendijk, moeder, plusmama en bijna gediplomeerd kleuteronderwijzeres. Ze is niet de enige in mijn omgeving die haar leven heeft omgegooid en opnieuw is gaan studeren. Een andere vriend combineerde eerst drie jaar avondonderwijs met een job aan de band om nadien nog vier jaar aan de universiteit door te brengen. Nog een ander doorliep op zijn dertigste een 22 weken durende opleiding bij Axa om zelfstandig verzekeringsmakelaar te worden.

Een vraag op mijn Facebook levert nog veel meer studies op latere leeftijd op : van zelfstandig vastgoedmakelaar (voor een carrièreswitch) over zakelijk Duits (handig voor het werk) tot een cursus bierbrouwen (puur voor de hobby). Levenslang leren lijkt plots wel erg trendy. Toch, minister Crevits ? “In het tweedekansonderwijs zien we duidelijk een stijgende trend”, klinkt het bij de studiedienst van het kabinet. “Het gaat hier over mensen die hun diploma secundair onderwijs willen behalen, al dan niet in een beroepsgerichte opleiding. Dat past ook in de visie van de minister : ‘Onderwijs moet ook na het beëindigen van de initiële schoolloopbaan aan iedereen de mogelijkheden bieden om in een snel evoluerende en steeds complexer wordende samenleving competenties continu uit te breiden, te verdiepen en te verbreden. Het volwassenenonderwijs draagt hiertoe bij via nieuwe kansen voor iedereen’.” De cijfers zijn duidelijk : van 4470 ’tweedekansers’ in het schooljaar 2009-’10 naar 9373 in 2015-’16. Ook het aantal 25-plussers ingeschreven als academische of professionele bachelor stijgt : van 10.799 in 2011-’12 naar 13.029 vorig schooljaar. Het aantal cursisten in het volwassenenonderwijs blijft al enkele jaren stabiel, zo rond de 325.000 in Vlaanderen.

UNIEK IN EUROPA

“Ik denk wel dat levenslang leren een trend is”, vertelt Caro Lemeire, de oprichtster van Background Educations, een academische avondschool met verscheidene lesplaatsen in België en een van de weinige privé-initiatieven in het onderwijslandschap. Background Educations richt zich tot volwassenen die wegens tijdgebrek niet terechtkunnen aan een universiteit, maar wel branden van interesse om nieuwe kennis op te doen. Die kennis krijgen ze van meer dan tweehonderd professoren die twee avonden per maand lesgeven over een bepaald onderwerp, binnen studierichtingen als psychologie, filosofie, literatuur en duurzame voeding. Examens zijn er niet, officiële diploma’s evenmin (certificaten wel). Het onderwijsproject is uniek in Europa. “Ik hoor in bedrijven dat werknemers op zoek zijn naar een goede balans tussen werk en privéleven. Vroeger wilde een werknemer vooral een goedbetaalde baan, nu hecht hij ook belang aan gelukkig zijn en aan een waardevolle job. Daar spelen bedrijven op in door niet alleen jobgerelateerde trainingen aan te bieden, maar ook bredere opleidingen van hun werknemers terug te betalen. Het wordt ook gestimuleerd door de overheid via de kmo-portefeuille. Maar er zijn ook veel mensen die buiten hun job naar persoonlijke ontwikkeling streven. Dat heeft dan meestal weinig tot niets met carrière te maken. Er komen dus een aantal trends samen die ervoor zorgen dat opleidingen als iets positiefs en belangrijks gezien worden. Vroeger werden opleidingen vaak als dwang of minder leuk ervaren, omdat ze toen meestal niet gebaseerd waren op een eigen keuze.”

België is niet de beste leerling van de Europese klas als het op levenslang leren aankomt, vooral in vergelijking met de Scandinavische landen. Uit cijfers van Eurostat blijkt dat in België in 2015 slechts 6,9 procent van de 25- tot 64-jarigen participeert in enige vorm van educatie of training. Ter vergelijking : in Denemarken studeren 31,3 procent van de volwassenen nog iets bij, in Zweden 29,4 en Noorwegen 20,1. “België scoort vooral goed op gesubsidieerd onderwijs. Toch blijken er nog wat drempels te bestaan, zoals tijd, afstand en prijs”, aldus Lemeire. “Wat de overheid organiseert, wordt goed gevolgd. Daarvoor verdient ze een pluim. Universiteiten, hogescholen, CVO’s (Centra voor Volwassenenonderwijs), Syntra’s, worden allemaal gestuurd en gesubsidieerd door de overheid. Wat wij doen met Background Educations is dan ook heel zeldzaam : wij dekken onze kosten volledig via het inschrijvingsgeld. Het geeft ons de vrijheid om elk jaar met iets nieuws te komen. Bij ons betaal je 395 euro per semester als je je vroeg inschrijft, anders wordt het 495 euro. We hebben ook een abonnementsformule voor 69 euro per maand, waarmee je alle opleidingen in alle steden kunt volgen ; in Mechelen bijvoorbeeld psychologie én filosofie.”

ZELFSTUDIE

De redenen waarom volwassenen nog aan een nieuwe opleiding beginnen, variëren enorm. Opleidingen van de VDAB leiden tot werk, die van CVO’s vaak tot een betere uitoefening van een hobby of passie. Volwassenen aan universiteiten, vaak gepensioneerden, doen het in sommige gevallen uit interesse, voor betere carrièremogelijkheden of voor een heel spectrum aan redenen dat hier tussenin valt. “Ik volg nu een master Opleidings- en Onderwijswetenschappen aan de universiteit. Als werkstudent”, vertelt Kristien Verbist (45), leerkracht Humane Wetenschappen aan Sint-Ludgardis Antwerpen. “Ik volg een halftijds programma aan de unief, maar werk wel nog 85 procent. En dat in combinatie met een gezin met drie kinderen. Gelukkig ben ik altijd een goede student geweest. Ik kan in korte tijd veel werk verzetten. Dat moet ook wel als werkstudent, want het overgrote deel van mijn opleiding is zelfstudie. De echte colleges met de professoren zijn veeleer bedoeld om vragen te stellen. Een voordeel daarvan is dat ik maar een paar uur per week les heb.” Kristien noemt zichzelf een wandelend voorbeeld van levenslang leren. “Ik vind altijd wel iets wat ik kan bijleren. Ik heb ook ooit twee jaar kookles gevolgd. Die drang om bij te leren zit gewoon in mijn natuur. Dat had ik als kind al. Ik snap ook niet hoe mensen zich kunnen vervelen, ik kom altijd uren te kort.”

Een jaar of tien geleden was Kristien nog voltijds journaliste, tot ze aan haar lerarenopleiding begon. “Ik ben nu 45 en moet zeker nog werken tot mijn 67. Ik geef heel graag les, maar zie mezelf niet tot mijn 67 alleen maar voor de klas staan. Ik denk graag mee over het beleid, over de organisatie van een school. Daarom ben ik deze opleiding gaan doen. Niet om meteen in een andere job te rollen nadat ik ben afgestudeerd, wel omdat het me zo interesseert en om op termijn in een beleidsfunctie terecht te kunnen.”

Cursiste Dani Bonte (62) volgt haar studie – eerst wereldculturen, nu psychologie aan Background Educations in Mechelen – puur uit interesse en voor haar zelfontplooiing. “Ik heb bijna mijn hele carrière zes dagen op zeven, twaalf uur per dag, gewerkt. Maar sinds een jaar werk ik parttime en dat geeft me de mogelijkheid om ’s avonds een cursus te volgen. Niet om uiteindelijk een diploma te behalen, want wat zou ik daar op mijn leeftijd nog mee moeten doen ? Ik wil gewoon bijleren, zo simpel is het.” Een andere cursiste bij Background Educations is Anne Huyge (52), die vier vijfde werkt in een bedrijf dat auto-onderdelen verkoopt, maar enorm geïnteresseerd is in literatuur. “De formule sprak me aan : om de twee weken les van professoren uit Vlaanderen en Nederland, geen examens, geen verplichte cursus, enkel cursisten met een passie voor literatuur. Dat heb ik dus twee jaar gevolgd, nu doe ik psychologie. Voor een stuk sluit dat aan bij het hr-werk dat ik in mijn firma doe.”

AMATEURS TEGEN PROFESSIONALS

De redenen waarom iemand voor een opleiding kiest, speelden vroeger geen rol van betekenis. Volgens Nico Mijnendonckx, tot aan de krokusvakantie nog de directeur van het CVO LBC Berchem, komt daar nu langzaamaan verandering in. Een bewuste keuze van de overheid, volgens de directeur, die de ‘amateurs’ van de ‘professionals’ wil scheiden. “In het verleden kregen wij, de Centra voor Volwassenenonderwijs, voornamelijk cursisten die uit pure interesse taal- en informaticaopleidingen kwamen volgen. Mensen kozen een taal omdat ze interesse hadden in de cultuur of een schoondochter uit een bepaald land hadden. Bij informaticaopleidingen zagen en zien we veel hobbyisten, gepassioneerde amateurs die gebeten zijn door een vakgebied. Ze hebben zelden de bedoeling om er hun beroep van te maken. Daarnaast bieden wij ook beroepsgerichte opleidingen aan, zoals transport, logistiek en personenzorg. We zien ook die opleidingen groeien. Ze trekken een ander publiek aan, voornamelijk mensen die ze om professionele redenen volgen. De overheid ‘stuurt’ het volwassenenonderwijs steeds meer in die ‘professionele’ richting. Op zich is daar niks mis mee, maar je merkt dat de andere categorie – die van de gepassioneerde amateurs – langzaam minderwaardig wordt voor de overheid. Dat vind ik heel jammer. Met het nieuwe financieringssysteem dat eraan komt, gaan cursisten die niet in een beroepsgerichte opleiding zitten, binnenkort meer moeten betalen voor hun cursus. Momenteel is een cursist nog een cursist. Straks telt de cursist die bijvoorbeeld Japans of Photoshop studeert minder mee dan de cursist fietsenmaker. Als gesubsidieerde school moeten wij daarin mee. Wij zullen minder werkingsgeld krijgen voor de ene groep van cursisten dan voor de andere. Correct is dat niet. Want wie zegt dat de cursist die Japans volgt, zijn lessen niet kan gebruiken in zijn werkomgeving? Met de plannen van de overheid verlies je alleszins het verhaal van levenslang en levensbreed leren. In mijn ogen moet de overheid de mensen blijven stimuleren. Nu zitten de taal- en informaticaopleidingen over het hele volwassenenonderwijs in dalende lijn. En dat zal er niet op beteren als die lesuren straks twee, drie of vier keer zo duur zijn als beroepsgerichte lesuren.”

BEST HEFTIG

Duur, dat was ook de opleiding van Ralph Stassen (35) uit Lanaken, die in 2009 ging studeren aan de Technische Universiteit Eindhoven, na een carrière aan de fabrieksband. “Toen ik afstudeerde van het middelbaar onderwijs, riep iedereen dat informatica een goede opleiding was. Maar dat paste niet bij mij en voor ik het besefte, had ik bijna twee jaar verkwanseld. Zo kwam ik in een papierfabriek terecht. Daar ontdekte ik een interesse in elektromechanica. In 2006 ben ik in avondonderwijs begonnen aan mijn graduaat. Drie jaar heb ik dat gecombineerd met fulltime werken, vier avonden per week, drie en een half uur per avond. Best heftig dus. Maar toen ik afstudeerde en hogerop wilde geraken, kreeg ik de opmerking : een avondschoolgraduaat is toch geen echt graduaat. Ze zochten dus iemand met een master. Dus ik dacht : dan haal ik mijn master ! Dankzij een schakelprogramma kon ik veel makkelijker in Nederland terecht dan bijvoorbeeld in Leuven. In België zou ik from scratch hebben moeten beginnen, omdat ook de universiteiten hier niet zoveel waarde hechten aan een avondschoolgraduaat. In Nederland gelukkig wel. Ik heb toen loopbaanonderbreking genomen en mijn leven volledig omgegooid : van een relatief comfortabele positie met geld, een eigen appartement, een auto, een motor, naar een studentenhuis met zes vieze studenten en uiteindelijk ook geen spaarcenten meer.”

Ralph studeerde af in 2012 en mocht meteen aan de slag in een nieuw bedrijf. Nu is de Limburger business case owner van een technologieprogramma, een soort combinatie van projectmanager en businessanalist. “Ik voel me eindelijk niet meer beperkt door mijn diploma, of het gebrek aan diploma. Ik heb wel even spijt gehad dat ik dit niet op jongere leeftijd had gedaan, want je verliest toch enkele jaren anciënniteit. Maar ik kan er wel vrede mee nemen, omdat ik besef dat dit traject me ook gevormd heeft. Zoiets wordt bij het juiste bedrijf ook wel geapprecieerd. Alles opgeven en opnieuw beginnen, is niet iets wat iedereen zomaar even doet.”

EINDE IN ZICHT

Nele Nieuwendijk is uit datzelfde hout gesneden: niet bang voor een complete ommezwaai. “Ik ben vier jaar geleden beginnen te studeren voor kleuteronderwijzeres, toen Robinne nog heel klein was. Normaal kun je die opleiding in drie jaar afronden, maar de combinatie met mijn dochtertje en een groot huishouden viel me zwaar. Maar nu is het einde in zicht. Gelukkig.” Nele wilde na haar middelbare studies de kunstrichting in, maar mocht niet van haar ouders. Na een jaar communicatiebeheer trok ze op haar negentiende naar het buitenland, om daar als hostess te werken.

“Op die leeftijd was dat natuurlijk fantastisch, op Ibiza gaan werken. Maar toch heb ik altijd gevoeld dat ik iets miste. Voor de jobs die ik wilde was een bachelordiploma altijd een vereiste. Uiteindelijk zei een vriendin dat kleuteronderwijzers echt iets voor mij zou zijn. Na een eerste stage wist ik inderdaad : dit is het ! Na vier jaar ben ik het ondertussen wel grondig beu. De opleiding dan. Ik wil graag aan de slag. Ook financieel waren die vier jaar natuurlijk geen pretje. Enfin, we zijn er bijna.”

Tekst Sebastiaan Bedaux & Illustratie Klaas Verplancke

Kristien Verbist (45) – “Van kookles tot onderwijs-wetenschappen, die drang om bij te leren zit gewoon in mijn natuur”

Ralph Stassen (35) – “Voor mijn master heb ik loopbaanonderbreking genomen en mijn leven omgegooid”

Ralph Stassen (35) – “Ik voel me eindelijk niet meer beperkt door mijn diploma, of het gebrek eraan”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content