Nina Caplan

© OPHELIA WYNNE

Er zit een Amélie Poulain in elk meisje. Ik ben héél nieuwsgierig, word gelukkig als ik anderen kan zeggen wat ze moeten eten en drinken, en ik was tien toen ik Frans wilde leren. Maandelijks zit ik op de Eurostar naar Parijs. Geen idee waar die liefde voor Frankrijk vandaan komt. Noem me gerust francofiel.

Ik hou van wijn, maar nog meer van wijnverhalen. Wijn gaat over geschiedenis, agricultuur, politiek, kunst, zelfs religie. Een culinaire recensie waarin enkel staat hoe het druivensap smaakte, hoe saai is dat. De schrijvers waar ik van hou, schrijven breed.

Het leukste aan reizen is de maagdelijke sneeuw. Het moment voor je vertrekt waarop alles nog mogelijk is. Ik heb ooit, voor een artikel, een maand geen alcohol aangeraakt. Wat ik het meest miste was niet het drinken zelf, wel vrijelijk de wijnkaart bestuderen.

Dat het brein een vreemd orgaan is, weet ik van mijn vader. Hij was kinderpsychiater en dat had invloed op de gesprekken bij ons thuis. Hij bekeek de dingen altijd vanuit andermans perspectief en vond nooit iemand saai. Hij stierf negen jaar geleden.

De Holocaust spookt nog door mijn familie. Mijn grootouders aan moeders kant waren Poolse joden. Ze vluchtten naar Australië, maar verloren hun familie. Hun trauma gaven ze door aan mijn moeder, die verpulverd werd door schuldgevoel. Voor mijn zus en mij was ze onvoorspelbaar, onempatisch. Over intergenerationele trauma’s heb ik al veel gelezen.

De relatie met mijn moeder is niet geweldig. Maanden geleden schreef ik een stuk over de gevolgen van de Holocaust op mijn familie. Het was een poging om haar beter te begrijpen, ik weet niet of ze het gelezen heeft. Zelf durf ik het ook niet te herlezen.

Wie spreekt in naam van een hele generatie, wantrouw ik. Ik ben altijd op mijn hoede voor woordvoerders die opkomen voor een hele generatie. Of het nu over feminisme of Auschwitz gaat. Ik zal wel voor mezelf spreken.

Met zuivelproducten heb ik het moeilijk. Van yoghurt moet ik niks weten. Met pens heb ik geen probleem. Onlangs maakte een Filippijnse vriend kare-kare klaar. Een gerecht met spinazie, pens, pindasaus. Zo’n stoofpot associëren wij met comfort food op winterdagen. Waarom ze op de tropische Filippijnen hutsepot eten, weet ik niet. Daar zit ergens een verhaal in.

De dood van de printmedia is gigantisch overdreven. De impact van een mooie foto gedrukt op een dubbele pagina, heb ik geen computer al weten evenaren. Sommige dingen werken online, andere in print. Het is niet omdat we nog geen ander businessmodel hebben rond nieuwsgaring, dat het niet bestaat.

Australiërs weten perfect hoe ze hun vlees gebakken willen. Maar we hebben daar niet één woord voor, zoals de Fransen cuisson gebruiken. Interessant hoe taal de sleutel is om een andere cultuur te begrijpen. Fransen maken de dingen graag concreet.

Nina Caplan (40) is hoofdredactrice van Metropolitan, het huismagazine van Eurostar. Ze schrijft over wijn, eten en reizen voor Britse media als New Statesman en Sunday Telegraph. Ze woont in Londen en geeft er op 18 december een workshop over schuimwijn aan The School of Life.

www.eurostar.be

DOOR ELKE LAHOUSSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content