Antiek is goedkoop, groen en gaat eeuwen mee. Maar bij kopers is er nog koudwatervrees. Wie springt eerst ?

Er is heel wat dat pleit in het voordeel van antiek. Eén : er is een hang naar artisanaal vervaardigde producten, denk maar aan craft beer. Twee : antiek is een vorm van hergebruik. Geen boom moet ervoor sneuvelen, geen marmergroeve wordt ervoor geplunderd. Drie : een antiek stuk gaat langer mee dan die industrieel gemaakte wegwerpmeubelen die je niet eens deftig kunt verhuizen. Vier : voor de prijs moet je het niet laten. Antiek is zo onpopulair dat je soms voor een paar honderd euro een zeventiende-, achttiende- of negentiende-eeuws stuk op de kop kunt tikken. Vijf : antiek past in de trend naar persoonlijke, warme en eclectische woningen met een verhaal. Met een dosis antiek in je mix and match-interieur maak je een statement, want niemand van je vrienden durft het al aan. Zes : in de revival van twintigste-eeuwse vintage zijn we stilaan rond. Wat nu ? Verder terugblikken. Naar negentiende-eeuws meubilair bijvoorbeeld, met al zijn exotisme en romantiek. Of naar de zeventiende eeuw, met haar stoere en robuuste Hollandse kasten.

De feiten ? Die geven ons ongelijk – voorlopig. Antiek heeft een stoffig imago. Op beurzen als Brafa of Eurantica zie je bitter weinig jonge mensen. Weinig antiquairs weten hoe je jonge klanten moet lokken. Aan de prijzen zal het niet liggen, wel aan de psychologische drempel. Veel mensen weten niet waar te zoeken, er zijn geen one stop shops zoals interieurwinkels waarvan je met een complete inboedel kunt thuiskomen.

Momenteel zitten veel antiekhandelaars uit het middensegment op een berg voorraad die ze niet kwijtraken. Gespecialiseerde verkoopcentra zoals het Parijse Louvre des Antiquaires, de Londense Portobello Road of de Brusselse Zavel bloeden dood. De grote veilinghuizen doen geen meubelverkopen meer, de kleinere proberen het tevergeefs. “Goede meubels uit de zeventiende eeuw gaan momenteel voor een appel en een ei de deur uit. Maar dat wil niet zeggen dat ze niets meer waard zijn”, zegt Dominique Van Cappel van het Gentse veilinghuis DVC. “Ze zijn minder in trek, omdat de mode anders is. Of omdat mensen kleiner wonen, waardoor zo’n grote kast minder tot haar recht komt. Eigenlijk zou je dat meubilair nu moeten kopen, terwijl de prijzen laag zijn. Een miskoop is het sowieso niet. Vind maar eens een mooie hedendaagse kast van die kwaliteit voor 300 euro.” Het probleem is ook dat de generatie mensen die met antiek leefden, uitsterft. Hun (klein)kinderen zijn niet geïnteresseerd, de inboedels komen op de markt, maar blijven onverkocht in een depot of brocanterie hangen.

Dus zijn er zaakjes te doen voor vroege vogels, pientere decorateurs en andere smaakmakers. Net zoals vintage meubilair ooit een opstoot kreeg dankzij handelaars, veilinghuizen en interieurbladen, kan dat opnieuw gebeuren met antiek.

PIET HEIN ANTIEK

Alleen : wie zal de eerste zijn ? Wie trekt aan de kar ? Wie is niet al te stoffig en waagt zich aan iets fris ? Piet Hein Eek misschien. De Eindhovense designer-ondernemer startte in de jaren ’90 met sloophoutmeubilair en liep zo vooruit op de up-cyclingtrend van twintig jaar later. “Ik koop graag antiek op veilingen. Daar vind je de prachtigste dingen”, zegt hij. “De prijs van antiek vandaag is echt belachelijk laag. Zo’n zeventiende-eeuwse kast is ooit met heel veel aandacht en vakmanschap gemaakt voor de happy few. Zelfs in mijn unieke stukken zit duizend keer minder werk. Maar toch wil niemand zo’n kast hebben. Mensen zien liever in serie gemaakte meubels. Dat klopt toch niet ? Ik wil klanten tonen dat antiek mooi is en perfect past in een modern interieur. Dus staan er bij mij in de winkel altijd oude meubels. Ze verkopen trager dan andere items, maar ik blijf ze inkopen. Ik zit intussen met een behoorlijke voorraad. Maar ik ben ervan overtuigd dat er een omslagpunt zal komen en dat antiek erg populair zal worden. Dat kan haast niet anders met producten die zó goed, zó mooi en zo goedkoop zijn.”

Krijgt trendsetter Piet Hein Eek navolging ? Moeten we rekenen op jonge antiquairs die klandizie zoeken bij leeftijdgenoten ? Kunnen zij een trend lanceren en antiek relevant maken ? In Engeland vingen enkele antiquairs perfect de tijdgeest met Antiques are Green. De website is een verkoopkanaal voor antiek, vanuit een ecologische visie. Je kunt er vernemen dat een houten ladekast uit 1830 zestien keer ecovriendelijker is dan een nieuw gemaakt exemplaar. Interessant voor de digital natives is 1stdibs.com : een onlinemarktplaats voor antiek en kunstobjecten, afkomstig van dealers over de hele wereld. Het aanbod is gigantisch, de prijzen overdreven, maar het idee is goed : een webshop waar je oude, verrassende spullen vindt.

BALORIG

Het voordeel van de lage antiekprijzen is dat je voor weinig geld stukken kunt kopen die je vervolgens naar je hand zet. Een beetje heiligschennis wellicht, maar doop een waardeloos oud schilderij voor de helft in een verfemmer en je hebt een heus dipped painting. De Franse kunstenaar Blase overschildert dan weer antieke schilderijen met grappige hedendaagse elementen. Dan krijg je : staatsieportret van man met jarretellen, en : negentiende-eeuws portret van meisje met baseballpet. Of koop bij een brocanteur een lading oude borden in één kleur en hang ze kriskras aan de muur. Eén antiek bord aan de wand werkt niet, maar een zorgvuldig opgehangen verzameling wel. Of doe zoals de Brusselse interieurinrichter Lionel Jadot : koop een achttiende-eeuws wandtapijt en naai er patches van Harley-Davidson en Honda op. Misschien heeft de antiek wat balorige durvers zoals hij nodig.

Tekst Thijs Demeulemeester & Illustratie Leen Van Hulst

Handelaar Piet Hein Eek : “De prijs van antiek vandaag is belachelijk laag”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content