Als iedereen meewerkt, is er leven na een scheiding. En is er zelfs ruimte voor nieuwe kinderen, de zogenaamde liefdeskinderen. Maar holderdebolder moet je er niet aan beginnen.

Toen Leen en Johan 12 jaar geleden samen een nieuw leven begonnen, hadden ze allebei kinderen uit een eerste huwelijk. Leen bracht haar dochter Katrien mee. De drie kinderen van Johan bleven bij hun moeder wonen, maar kwamen geregeld op bezoek. Na een paar jaar werd Margot geboren, het liefdeskind dat de oogappel is van iedereen. Het lijkt een sprookje, maar het is echt. Toch zijn alle leden van dit nieuw samengesteld gezin het eens: aan het evenwicht is hard gewerkt.

Katrien (24, studente product design): “In het begin vond ik het allemaal niet zo evident. Eerst was ik een enig kind en toen liep hier plots een hele bende in huis. Ik kreeg er een stiefzuster en twee stiefbroers bij. Mijn stiefzus en ik zijn even oud en we werden vriendinnetjes. Maar het moet voor haar toch zwaar geweest zijn dat ik altijd bij haar papa kon blijven terwijl zij hem na het bezoekweekend moest achterlaten. Tegenwoordig gaan we allemaal onze eigen weg. De banden worden anders. We zien elkaar om de drie weken, ik probeer er altijd bij te zijn. Ik zit nu wel op kot, maar ik kom heel graag thuis in dit huis. We hebben samen veel meegemaakt, we zijn uiteindelijk familie.

Toen mama zwanger was van Margot, kreeg ik het weer moeilijk. Ik was bang dat ik mijn plaats zou verliezen. Ik kon me bij het idee van dat nieuwe gezin dat zij zo graag wilde maar weinig voorstellen. Ik was ongerust, mijn positie tegenover mijn moeder was in gevaar. Ik heb toen naar iets gezocht dat Margot en Johan niet hebben met mama. Iets dat mij nog steeds uitzonderlijk maakt in vergelijking met hen. Dat is de weg die ik met haar heb afgelegd zonder de anderen. Van iedereen in dit gezin ken ik haar het langst, dat maakt mij uniek.

Met Johan heb ik een goede band, al is hij voor mij geen ouder, eerder een goede vriend. Ik luister naar hem, maar als raadgever, niet als vader. Dat is altijd duidelijk geweest. Toen hij erbij kwam, had ik al een vader. Mijn ouders zijn dan wel gescheiden, maar ik heb ze nog. Ik vind het belangrijk dat mama altijd naar mij heeft geluisterd. Ik voelde me betrokken bij wat ze deed. Als ze een vriend meebracht die ik niet leuk vond, kon ik dat zeggen. We hebben het eigenlijk een beetje samen gedaan, zij en ik. Het was Johan die bij ons moest passen en niet ik bij mama en haar nieuwe vriend. Ik wist dat het huwelijk van mijn ouders voorbij was.

Het is van belang als kind van gescheiden ouders te beseffen en te accepteren dat er geen hoop meer is. De plaats van een kind in een echtscheiding is niet eenvoudig. Je moet je eigen positie tegenover elk van je twee ouders opnieuw definiëren, want als ze uit elkaar zijn, verandert alles. In jouw ogen zijn ze allebei perfect. Je kunt het bijvoorbeeld niet hebben dat ze opmerkingen over elkaar maken. Je wil objectief blijven, maar je bent nog zo jong.

We hebben een lange weg afgelegd. Het is bijwijlen stormachtig geweest. Ik zie dat mijn ouders gelukkig zijn met hun nieuwe partner en nu durf ik zeggen dat hun scheiding het beste is wat hen kon overkomen. Het is vitaal dat een kind van gescheiden ouders kan zeggen: ze zijn niet bij elkaar, maar ze zijn wel gelukkig. Ik heb mijn moeder pas na de scheiding tot volledige ontplooiing zien komen. Mijn vader is hertrouwd en heeft twee zoontjes. Ook voor die twee jongens wil ik een zus zijn. Zowel Margot als Frederik en Alexander kijken naar mij op. Niemand van hun leeftijdgenootjes heeft zo’n oude zus. Ik wil die rol zo goed mogelijk spelen. Mocht er iets met Johan en mama gebeuren, dan zou ik zonder nadenken voor Margot zorgen. Ik ben trouwens ook haar meter. Margot weet dat zeer goed. Ze is evenveel mijn oogappel als die van mama en Johan. Ik zorg voor hun kind zoals zij later voor mijn kinderen zullen zorgen ( lacht).

Margots geboorte had in elk geval één groot voordeel: voor een ongewenste tienerzwangerschap hoefde mama niet bang te zijn. Want door de komst van Margot werd ik op mijn zestiende ook een beetje moeder. Ik was oud genoeg om me ten volle te realiseren wat het is, een baby in huis. Die is schattig, maar huilt ook veel en geeft bergen werk. Margot is een tof kind, ze wordt overal gevraagd, zelfs bij de grootouders van haar vriendinnetjes. Ze heeft geen problemen. Ze maakt zich zelden zorgen over iets. Onlangs stond ze bij een kameraadje voor een gesloten deur. Ik zou in hetzelfde geval wellicht gepanikeerd hebben, maar Margot wandelde weer naar huis. Het gevoel van verlaten zijn, is niet eens in haar opgekomen. Ze kent het niet.”

Leen (50, marketing manager en schepen): “We hebben moeten werken om tot een harmonieus gezin te komen. Tien jaar op zijn minst. Het is heerlijk om vandaag te kunnen zeggen dat het goed gaat. Maar het is niet vanzelf gekomen.

Kinderen moeten opgroeien in een gezin waar een vader en een moeder een rechtlijnige en liefdevolle relatie met elkaar hebben. In zo’n gezin kan heel veel, daar voelen ook kinderen uit een vorige relatie zich goed en geliefd. Katrien is zeer belangrijk voor mij. Zij heeft mij eigenlijk door mijn scheiding geloodst. Ik heb haar altijd gezegd: ‘Jij bent er al, als ik een nieuwe stap zet in mijn leven en een andere partner vind, ben jij de enige met wie ik rekening moet houden.’ Katrien was mijn thermometer, ik keek steeds of ze me volgde op mijn stappen. Ik was passioneel verliefd op Johan, voor mij was het niet moeilijk. Maar ik wilde absoluut dat zij mij kon bijbenen.

Ook Johan heeft het ritme van mijn oudste dochter gerespecteerd. Zonder haar zou ik veel sneller bij hem ingetrokken zijn. Veel gescheiden mensen met kinderen willen niet alleen zijn. Maar als je echt een nieuw leven wenst dat ergens toe leidt, moet je de tijd nemen. Het verloop van een echtscheiding, het gekibbel over kinderen, dat heeft een enorme invloed op de kwaliteit van de jaren die volgen. Ik zie vooral problemen bij mensen die ondanks het feit dat ze een nieuwe partner hebben, toch nog worstelen met de nasleep van hun echtscheiding. En dat pingpongen over de kinderen is helemaal verkeerd. Als je nog een toekomst wil, moet je investeren in je echtscheiding. Je inzetten om die vlot en acceptabel te laten verlopen. Zeker voor de kinderen.

Ik kan me niet vinden in de bewering dat kinderen die in een nieuw samengesteld gezin worden geboren, een brug zouden zijn of een bezegeling. Iedereen had hier al zijn plaats toen Margot erbij kwam. Wij hadden met z’n drieën een nieuwe structuur gevonden, een gezin waarin onze kinderwens opnieuw gestalte kon krijgen. Als je aan een kind een bepaalde betekenis geeft, dan leg je er een hypotheek op, dan wordt het een symbool.

Zo werkt het niet. Ik vond het leven zo tof, het gezin dat we hadden zo mooi, het was gewoon het leven dat ik altijd wilde, en dat ik ook altijd aan meer dan één kind had willen geven. Mijn kinderwens was echter uitgesteld omdat het leven mij vroeger helemaal niet op deze manier toelachte. De eerste keer ben ik te snel getrouwd. Ik heb toen wellicht niet lang genoeg over de keuze van mijn partner nagedacht. Johan is wel mijn grote liefde. En we waren nog fertiel, het verlangen naar een kind was meer iets van ‘het kan nog’. Een warm nest heeft kinderen nodig. Ik heb spijt dat ik Johan niet eerder heb ontmoet. Dat we niet jonger waren. Er zouden nog meer liefdeskinderen geboren zijn.

Johan gaat anders om met Katrien dan met Margot, die zijn eigen dochter is. Ik ervaar dat verschil in rollen niet. Met Johan erbij vond ik het opvoeden van Katrien wel veel gemakkelijker. Ik hou van allebei mijn meisjes evenveel, maar ze schelen 16 jaar, en daardoor is onze verhouding anders. Katrien is een jonge vrouw die me vaak doet nadenken, want ze stelt moeilijke vragen. Ze is een denker en ze neemt niet gelijk welk antwoord van mij aan. Het is een uitdaging om als moeder met beide leeftijden om te gaan. Margot is pas 8. Die kan ik nog vertroetelen. Die weet nog van toeten noch blazen, ze huppelt door alles heen. Maar ze weet dat Katrien een andere papa heeft. ( Vraagt aan Margot op haar schoot of ze weet dat mama vroeger met iemand anders was getrouwd. Margot knikt, maar lijkt zich er verder niet veel van aan te trekken.)

Margot is altijd tevreden, dat zegt iedereen. Dit is nu eens een kind dat nog niks ergs heeft meegemaakt, die heeft nog geen eigen verhaal. Mijn oudste dochter heeft wel al een en ander moeten incasseren. Zal zij niet beter tegen tegenslag kunnen dan dit kleine meisje dat zo beschermd opgroeit? Zelf heb ik het als kind niet gemakkelijk gehad. Daarom doe ik het voor mijn kinderen anders, beter. Ik ben me bewust van het geluk dat ons nu te beurt valt. Een gezin hebben en een dak boven je hoofd, dat mag je niet vanzelfsprekend vinden. Mensen staan te weinig stil bij de liefde om hen heen. Ach, het is wellicht beter dat kinderen zorgeloos groot worden.”

Johan (50, huisarts): “Je kunt een gezin niet alleen als een biologische entiteit beschouwen. Het is een sociaal fenomeen waarbinnen alle leden zich moeten thuisvoelen en hun eigen plaatsje hebben. Hier vindt niemand zichzelf belangrijker dan een ander. Hier zie je een positieve situatie die toch is voortgekomen uit heel wat negatieve gebeurtenissen. We hebben moeten zoeken naar de juiste formule. Nu is het allemaal duidelijk. Na tien jaar heeft iedereen zijn eigen specifieke plaats in dit gezin, en ook met mijn andere kinderen en hun partners hebben we een goede band.

Alhoewel ze al sedert haar elfde mede onder mijn hoede is, ben ik nooit direct tussengekomen in de opvoeding van Katrien. Margot is wel mijn dochter en haar voed ik wel mee op. Dat is een andere verhouding en daarin speel ik een heel andere rol.

Toch hebben Katrien en ik ‘stiefvader’ en ‘stiefdochter’ kunnen omvormen tot positieve begrippen. Ik weet dat ik Katrien niets kan commanderen of verbieden, maar ze aanvaardt mijn opmerkingen. Ze houdt er rekening mee, ze vraagt soms raad en we kunnen uren praten.

Denk maar niet dat het vanaf dag één zo eenvoudig was. Wij hebben geen moeilijke kinderen, maar ze zijn ook niet bijzonder gemakkelijk. Ik denk dat de liefdesrelatie die Leen en ik hebben de basis was waaruit de andere banden zijn ontstaan en verder gegroeid. Ik heb aan mijn kinderen duidelijk gemaakt dat Leen geen reserve was voor hun moeder. Maar dat ik echt veel van haar hou. Dat deze relatie beter is voor mij vermits mijn huwelijk met hun moeder stukgelopen is. Het vertrekpunt was een grote liefde met een enorme dosis wederzijds respect. Ik ben de eerste keer ook met mijn volle goesting getrouwd, maar ontbeerde misschien een zekere rijpheid. Het was mijn jeugdliefde, maar dat biedt geen enkele garantie voor een levenslang geslaagde relatie.

Door onze minder aangename ervaringen vroeger leerden Leen en ik niet alleen relativeren, maar ook appreciëren wat we in onze schoot geworpen krijgen. We genieten nu veel meer van de leuke dingen. In deze tweede kans hebben we meer en beter gepresteerd. Niet alleen als koppel maar ook als individu, en niet alleen emotioneel en sociaal maar ook professioneel. We hebben allebei een boeiend individueel leven en dat maakt het samenzijn nog aangenamer. Het is een harmonieus leven. We zijn in alle opzichten evenwaardig. Als je vertrekt vanuit respect en liefde, onvoorwaardelijk, dan heb je ook een sterke basis om een nieuw kind op te voeden. Het idee om ook samen een kind te hebben, volgde uit al het vorige. Iedereen weet dat een kind geen enkele garantie biedt voor het slagen van een relatie. Dat hadden we allebei al ondervonden.

Margot is dus zeker niet geboren als een bezegeling van iets. We hadden de lat voor onszelf op 42 jaar gelegd en we waren niet van plan om daarna nog ik weet niet wat te ondernemen om toch nog maar dat ene kind te krijgen. We willen geen stokoude ouders zijn. Waarom niet vroeger? Waarom niet meteen? Ik geloof niet dat het goed is om snel een nieuw gezin te beginnen. Veel mensen zitten nog met een onverwerkte scheiding als ze zich al in een nieuw avontuur wagen, vaak met verregaande engagementen. Dat is geen goede basis.

Ik denk niet dat mijn kinderen zich broers en zus voelen van Margot zoals Katrien dat doet. Maar ze zijn zeker geïnteresseerd in haar. Katrien en Margot, dat is iets bijzonders. Katrien is zorgzaam voor haar zusje, ze vindt dat wij tekortschieten ( lacht). Maar over de aanpak van haar halfbroertjes door haar vader durft ze ook iets zeggen. Ze vindt ons niet streng genoeg.”

N athalie Heurckmans, klinisch psychologe en gezinstherapeute, begeleidt kinderen en volwassenen tijdens en na echtscheiding. Het wiegje voor een liefdeskind is volgens haar maar klaar als de mislukking van de vorige relatie is aanvaard, en als de kinderen die er reeds zijn zich hebben vergewist van hun eigen plekje.

Heurckmans: Een van de grootste problemen van nieuw samengestelde gezinnen is dat ze hoge verwachtingen hebben. Na de scheiding willen beide partners het deze keer anders doen. Ze beginnen met een schone lei en zijn niet van plan die te bevuilen. Dat kan dik tegenvallen. Omdat mensen vergeten dat een nieuw samengesteld gezin anders is dan een gewoon gezin. Niet slechter, niet beter, gewoon anders. Een gewoon gezin doorloopt alle stadia van verliefd worden, trouwen, bouwen, kinderwens, kinderen krijgen, en zo verder. In een gewoon gezin groeit iedereen in zijn rol. In nieuw samengestelde gezinnen worden mensen plots vader en moeder van een puber met groeipijnen. Niet alleen kennen ze die kinderen niet, ze weten ook niets af van het ontwikkelingsstadium waarin ze zich bevinden. Ten tweede speelt het verleden altijd nog mee in het heden. Mensen die scheiden, moeten kunnen begrijpen waarom het met hun vorige relatie is misgelopen. Nieuwe partners die hiermee rekening houden, hebben een veel grotere kans om na verloop van tijd tot een harmonieuze gezinssituatie te komen.

Waarin dan plaats is voor een nieuw kind?

Dat doe je beter niet ondoordacht. Er zijn nieuw samengestelde gezinnen die nog een kind krijgen uit de verborgen betrachting om aan de buitenwereld te tonen dat het deze keer wel goed met hen gaat. Anderzijds zijn er ook veel gezinnen waar beide partners een evenwicht hebben gevonden. Niet alleen in hun relatie tot elkaar maar ook in die met de kinderen uit de vorige huwelijken. En die dan vanuit dat evenwicht verlangen naar nog een eigen kind. Voor deze partners is alles duidelijk, voor hun kinderen is het ingewikkelder.

De halfbroers en halfzussen kunnen een nieuw kind maar aanvaarden als ze de relatie tussen hun ouder en de nieuwe partner hebben aanvaard. Ik ontmoet kinderen die na tien jaar echtscheiding nog steeds hopen dat hun mama en papa ooit weer samenkomen. Ook de nieuwe partner speelt een rol in het accepteren van de situatie. Veel kinderen zitten met loyaliteitsconflicten omdat de volwassenen het niet kunnen laten hun eigen of elkaars ex-partner te beoordelen waar de kinderen bij zijn. Deze kinderen blijven zich ongemakkelijk voelen en ze zullen het liefdeskind dat ontstaat uit de nieuwe relatie niet ten volle accepteren.

Hoe help je een kind om een halfbroertje of -zusje te aanvaarden?

Ten eerste door het te helpen om zich neer te leggen bij de echtscheiding. Moeder moet het kind de ruimte geven om vader graag te zien en omgekeerd. Wederzijdse opmerkingen, hoe onnozel ook, ondermijnen het gevoelsleven van een kind op een zeer subtiele manier. Slaapstoornissen, moeilijkheden op school, eetstoornissen zijn vaak terug te brengen tot een reactie op het voortdurende gekibbel van de ex-partners. Dit kind kan zich onmogelijk goed voelen in de nieuwe relatie van de moeder en kan zeker niet op een normale manier gelukkig zijn met een nieuw broertje of zusje. Ten tweede door het kind het gevoel te geven dat het bijzonder is. Een moeder in een nieuw samengesteld gezin doet er goed aan om af en toe even alleen te zijn met de kinderen waarmee ze vertrokken is.

Kinderen moeten kunnen beseffen dat ze deel uitmaken van een nieuwe structuur, maar dat daarbinnen toch nog ruimte is voor die aparte kern die ze vroeger waren. Ze hebben er nood aan dat mama toont dat ze dat begrijpt en hen ook steunt in hun vraag om aandacht. Dat speciale plekje dat alleen voor hen is, bepaalt mee de harmonie waarbinnen het nieuwe gezin kan groeien. Het is als een anker voor de kinderen. Het is een normale reactie om jaloers te zijn op een nieuw broertje of zusje. Maar vooral in een nieuw samengesteld gezin moeten we ons afvragen waarom een kind het zo moeilijk heeft met die komst. Kinderen willen zekerheid over hun plaats in het gezin. Wordt die plaats bedreigd? Ouders moeten het kind daarin helpen. Luisteren. Meevoelen. Het gevoel geven dat het mag zijn wie het wil zijn.

En tussen al die problemen wandelen de zich van niets bewust zijnde liefdeskinderen.

Deze zogenaamde liefdeskinderen zijn vaak de enigen in het gezin die geen trauma hebben opgelopen. De andere kinderen hebben de scheiding meegemaakt. Liefdeskinderen kunnen rustig floreren zonder al deze frustraties. Ze lopen wel het gevaar dat de ouders te veel van hen verwachten. Er zijn ouders die iets terugeisen van dat kind. Liefde bijvoorbeeld. Want zij hebben immers alle ellende meegemaakt. Dit kind moet het dan maar goedmaken. Maar we zien dat ook in andere modale gezinnen, of bij sommige mensen die pas op latere leeftijd kinderen krijgen. Kinderen in harmonieuze gezinnen hebben een beentje voor. Een kind moet met genoeg zelfvertrouwen kunnen opgroeien.

Kinderen die regelmatig geconfronteerd werden met conflicten tussen volwassenen, met moeilijke situaties waarop ze geen invloed hebben, met verlaten worden, hebben vaak een afgebrokkeld zelfvertrouwen. Frustraties zijn gezond, maar dan wel als ze op het niveau zijn van het kind. Ruzie met vriendjes, niet met volwassenen.

Hoe combineer je co-ouderschap met een liefdeskind?

Het is altijd moeilijk om een leefbare regeling te vinden, maar sommige mensen kiezen voor wel zeer ingewikkelde constructies. Ik ken kinderen van co-ouders die niet meer weten waar ze thuishoren. Waar wonen ze nu eigenlijk? Een kind dat niet het gevoel heeft ergens thuis te komen, zal een liefdeskind veel moeilijker aanvaarden. De kans op rivaliteit met het liefdeskind dat wel altijd bij mama mag blijven, is groot. En kinderen zijn zelf geen doetjes, die spelen de situatie ook weleens tegen elkaar uit.

Natuurlijk zijn er kinderen die het best leuk vinden om te verhuizen. Die hebben ook minder moeite met een nieuwe baby. Veel hangt af van de beleving van het kind. Ooit zegde een klein meisje tegen mij dat ze blij was met de komst van de baby omdat ze daardoor zeker wist dat mama bij die meneer zou blijven.

Marianne Meire / Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content