Pakken, dassen en nette schoenen zijn deze winter het van het, en wat Milaan en Parijs voor de volgende zomer voorspellen, ligt in dezelfde lijn. Saville Row en Wall Street zijn niet het voorbeeld, wel een inspiratiebron : er wordt een zekere dress sense en zakelijkheid verondersteld, subtiele codes vervangen statements, en ook sportswear en denim worden keuriger en strakker. Informaliteit is over en oud.

Dat ligt niet voor de hand, vooral ook omdat de kledingindustrie voor mannen in belangrijke markten al enkele jaren stagneert. Vooral de pakkenbusiness gaat achteruit. In de Ver- enigde Staten vorig jaar met elf procent, maar ook bij ons. Ook Europese designers richtten zich de voorbije jaren noodgedwongen op het eigenzinnige koopgedrag van de consument en op vrijetijdskleding. De straat werd iets om rekening mee te houden, net als het feit dat een heleboel mannen, jong en ouder, geen behoefte heeft aan dassen en regeltjes. Giorgio Armani hamert al twintig jaar op die nagel, en de consument hoorde die boodschap maar wat graag. Übermetroseksueel en voetbalgod David Beckham stak op zeker moment feministische heroïnes naar de kroon, en zulke mannen laten zich geen total look slijten.

“Mode is een slingerbeweging”, zegt Neil Barret, die als Britse ontwerper voornamelijk in Italië werkt. “Misschien is dit wel precies wat ze nodig heeft, iets nieuws, iets anders. Er is een hele generatie mannen die opgegroeid is met T-shirts en gympen. Die kunnen zich bij een handgemaakt pak niet veel voorstellen. Mijn klanten zijn ook vaak mannen die net aan hun loopbaan begonnen zijn of stilaan hogerop klimmen. Ze krijgen andere behoeften.” Het is een fenomeen dat ook Raf Simons en Veronique Branquinho kennen en demografisch verklaarbaar is : naarmate zestigplussers en de oudste babyboomers hun professionele leven afbouwen, nemen jonge veertigers en dertigers stilaan hun plaats in. En een modegevoelig marktsegment dat opwaarts beweegt, gaat niet onopgemerkt voorbij.

Op de achtergrond speelt nog een andere overweging. Door hun explosieve groei en de economische welvaart in het vorige decennium zijn vele modehuizen alert geworden voor aantallen en omzetcijfers. Dat versterkte in sommige gevallen nog de concurrentie met andere kledingproducenten. Het kan dus geen kwaad de puntjes op de i te zetten, en dat gaat makkelijker met vakkundige pakken dan met generische sportswear. Dat de business van Helmut Lang erop draait, is ook de Italianen niet ontgaan. “De Italianen hebben altijd in een erg concurrentiële omgeving gewerkt”, zegt Barret. “Ze hebben zich het best aan de tijd aangepast. Dat is ook waarom ik hier ben. Ze hebben zich gespecialiseerd en van hun verleden hun toekomst gemaakt. Ze stellen zich flexibeler op. De Britse kleermakerskunst is veel stugger gebleken, die is meer op oude regels en tradities geënt.” Voor de wintercollectie kozen Dolce & Gabbana alvast een nieuwe inspiratiebron : Beckham mag voorleggen, Marcello Mastroianni trapt binnen. n

Tekst Wim Denolf I Foto Bjorn Tagemose

Hadden we net besloten dat een man draagt waar hij zin in heeft en niet wat de regels voorschrijven, graaien de ontwerpers toch weer in het grote kleermakersboek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content