Jaén

Plaza de Santa Maria : de kathedraal is tussen begin vijftiende en eind achttiende eeuw gebouwd naar het oorspronkelijke plan van architect Andrés de Vandelvira, een naam die we in de streek vaak horen. De man heeft school gemaakt : alle kerken in Zuid-Amerika zijn naar zijn voorbeeld gebouwd, met twee torens, één voor de klokken, en één voor het evenwicht. Het esthetische evenwicht, welteverstaan.

De kathedraal bezit sinds de veertiende eeuw een Santo Rostro (Heilig Gelaat) : een afdruk van het gezicht van de lijdende Christus. Santo Rostro wordt jaarlijks tweemaal geshowd : op Goede Vrijdag en op 15 augustus. Voor alle veiligheid – je mag er niet aan denken dat het Heilig Gezicht gestolen wordt – wandelt men ermee rond op de balkons, hoog en droog rondom de kathedraal.

Het grote Christusbeeld draagt pruiken van menselijke haren, geschonken door gelovigen wier gebeden werden verhoord. Hij heeft er wel 500, plus een garderobe vol kant en broderie !

Baños Árabes, de Moorse baden, ontvingen dit jaar de Europa Nostra, een prijs van de Europese Unie, voor de schitterende restauratie.

Úbeda

Vijftig kilometer van Jaén. Prachtige stad, met resten uit de renaissance, de Arabische, barokke en gotische tijden. Mooie pleinen, smalle kronkelstraatjes en een overmaatse kathedraal : Santa María de los Reales, een gotische tempel boven op een moskee.

Het zestiende-eeuwse Hospital de Santiago is nu een cultureel centrum. De voormalige kapel werd een concertzaal waar internationale orkesten en de beroemdste operazangers optreden. Het oude mortuarium werd een cafetaria.

Naast Meson Torres, nu Academie voor Schone Kunsten, ligt de Forja Santa María : een smidse waar al zes generaties smeden werken in het zweet des aanschijns.

In de eeuwenoude pottenbakkerswijk is Alfarerío Melchor Tito (C/ Valencie 44) vrij toegankelijk. Opa Pablo scharrelt er nog rond, papa Paco en zoon Juan Tito houden de zaak en pottenbakkersschijf draaiend. Die laatste is elektrisch aangedreven en het enige wat nieuw is sinds de Moren verdwenen.

Baeza

Acht kilometer van Úbeda, een imposant geheel van stille straten waarin sporen van de zestiende en zeventiende eeuw overheersen.

De kathedraal Puerta de la Luna werd gebouwd in de dertiende eeuw. Hoog boven de poort is een bisschop begraven in de muur. Om dichter bij de hemel te zijn ?

Baeza telt 16.000 inwoners, maar heeft een universiteit sinds 1542, volgens de gids de belangrijkste van Spanje.

Het Romaanse kerkje is een unicum in Andalusië. Baeza werd in 1227 bevrijd van de Moren. Elders hielden ze nog drie eeuwen langer stand.

Hacienda La Laguna te Puente del Obispo (bij Baeza) herbergt het Museum van de olijvencultuur. Je kunt er diverse soorten olijven proeven. Daar pepert men ons in dat een vredesduif altijd een olijftakje in de snavel draagt, dat slapen in de schaduw van een olijfboom de vruchtbaarheid bevordert, dat er 240 soorten zijn en dat de plant eeuwig leeft. Er komt nooit sleet op.

Tekst en foto’s Griet Schauwen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content