:: www.nouvelobs.com

Afgelopen zondag zaten mijn broer en ik aan tafel met een neef die we in jaren niet meer hadden gezien. Zijn vader en onze moeder kwamen uit hetzelfde gezin. Een ruw nest waar meningsverschillen hardhandig en met stemverheffingen werden uitgevochten. Een nest van durvers, stropers, vechtersbazen, van felle vrouwen die mannen de kast op konden jagen. Zijn vader stierf toen hij 49 was, mijn moeder werd 79. Mijn oom werd een extreemlinkse militant die op de barricaden stond en bijna letterlijk daar is bezweken. Hij leefde voor tweehonderd procent. Mijn moeder, zijn veel oudere zus, was een wezen vol angsten en neuroses, voor wie de wereld niet groter was dan haar dorp. Een voorbeeld van hoe mensen verschillend evolueren. Van hoe een gezin, breder een familie, meer betekent dan je als kind of jong mens inschat. Een veilig watten nest biedt geen garantie op slagen in het leven, net zo min als een rommelig verleden bepaalt dat er niets van je terechtkomt.

Je leven was wat je er zelf van maakte. Was het slechter dan nu ? Ik zou het zo niet weten. Volgens de Franse psychiater Boris Cyrulnik alvast niet. In een gesprek met Le Nouvel Observateur (19.2.04) maakt hij bijvoorbeeld brandhout van onze angsten over het lot van kinderen in nieuw samengestelde gezinnen. Het traditionele gezin is volgens hem een recente mythe. “In de negentiende eeuw”, zegt Cyrulnik, “stierven vrouwen gemiddeld op hun zesendertigste in het kraambed, veel mannen hertrouwden. Voor de Eerste Wereldoorlog werd slechts één kind op de twee door zijn biologische ouders opgevoed. Na die oorlog waren er twaalf miljoen wezen. Het model papa, mama en ik, heeft slechts enkele generaties standgehouden. Vroeger werden gezinnen nieuw samengesteld door ziekte en dood, tegenwoordig als gevolg van de persoonlijke ontplooiing van mannen en vrouwen.”

Met andere woorden, zegt Cyrulnik in dat interview : er is niets nieuws onder de zon. We moeten niet zo krampachtig met onze kinderen omgaan, ze niet zo in de watten leggen. We hoeven niet zo onze uiterste best te doen om ze álle kansen te geven, ons niet zo schuldig voelen en niet te snel denken dat we alles fout doen of niet genoeg voor ze doen.

Volgens Cyrulnik loopt het precies mis omdat we bovenop onze kinderen zitten, omdat we onze wezenlijke taak als ouders niet meer opnemen, namelijk grenzen trekken van vroeg in hun leven al. We weten in deze tijd zo veel meer dan vroeger, we geven bergen kennis door aan onze kinderen, laten ze veel vaardigheden leren. “In deze hypertechnische en hyperafwezige gezinnen is de kennis groter dan ooit tevoren en zijn de prestaties zwakker dan ooit. Boeken dienen als prothese voor ons falen in het lijf-aan-lijf opvoeden.” Wat wel ten gunste veranderde, volgens Cyrulnik, is dat mannen, vaders, nu het recht hebben om genegenheid te geven en vrouwen, moeders, ook de wet mogen stellen.

Maar niet alle plooien mogen worden gladgestreken tussen ouders en kinderen. “Lust en verlangen waaraan geen grenzen worden gesteld, leiden tot een vorm van geweld. Conflict en verbod zijn er nodig om structuur te geven aan een leven.”

Zeker in een wereld waarin beelden van buitenaf zoveel invloed hebben op onze kinderen, is het buitengewoon belangrijk dat ouders regels bepalen en op de naleving ervan staan. Het zijn volgens Cyrulnik meestal de zeer toegewijde, veel te lieve, overbezorgde, wat oudere ouders die hun kinderen zien afglijden naar gewelddadig gedrag en/of drugs. Ouders moeten volgens hem niet perfect zijn. Laat ze hun schuldgevoelens daarover maar snel overboord gooien. Maar er wel voor zorgen dat, zoals vroeger, het netwerk rond hun kinderen groter wordt dan papa, mama : familie, vrienden zijn even belangrijk. “Wees niet perfect en niet almachtig, en probeer het niet alleen te klaren”, luidt Cyrulniks advies.

Tessa Vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content