NAOMI REBEKKA BOEKWIJT

© FOTO RACHEL ENGELI

“Wel aardig”, reageerde de docent wijsbegeerte toen ik hem de gedichten liet lezen die ik sinds mijn zestiende had geschreven. Dat klonk niet echt aanmoedigend, vond ik. Van de weeromstuit besloot ik de poëzie te laten vallen en schreef ik mijn eerste verhaal. Ik zond het meteen in voor de wedstrijd Write Now ! Den Haag.

Mensen die me wilden feliciteren, konden me niet bereiken. De kans dat ik zou winnen, achtte ik toch onbestaande. De avond van de prijsuitreiking was ik op bezoek bij mijn oma. En omdat ik niet wilde gestoord worden, had ik mijn mobieltje uitgezet.

Ik heb het schrijven blijkbaar nodig. Als ik iets meemaak, wil ik dat toch op een literaire manier kwijt kunnen. Ik zit niet elke dag aan mijn schrijftafel, maar ik ben er wél continu in mijn hoofd mee bezig.

Ik moest weg uit Nederland. Ik kan daar niet meer wonen. Het is zo dichtbebouwd : je zit met te veel mensen op een kleine oppervlakte. Ik heb behoefte aan ruimte. Het verkeer is me er ook veel te druk. Ik rijd graag paard en in Nederland heb je al een bombproof paard nodig om de straat op te kunnen. Het dier mag van niets schrikken.

Een paard houdt tenminste zijn kop. De meeste paarden zijn heel rustige dieren. Op mijn zesde zat ik er voor het eerst op, en ik ben dat blijven doen. Mijn honger naar de natuur werd lang gestild door dat weilandje waarop mijn paard graasde, maar na verloop van tijd wil je steeds meer. Nadat ik op een werkvakantie had ontdekt dat het verzorgen van dieren mij wel ligt, ben ik verhuisd naar een Zwitserse boerderij. Ik woon er nu bijna een jaar. Onbewust heeft mijn oma een rol gespeeld in die keuze. Zij is van Zwitserse afkomst. Hoewel ze al lang in Nederland leeft, heeft ze me met haar verhalen warm gemaakt voor haar geboorteland.

Mensen zijn ook maar een verzameling genen, net zoals dieren. Maar dieren zijn makkelijker in de omgang. Ze geven je als mens ook snel het gevoel dat je nuttig bent. Toch mis ik het sociale contact nu wel. Zwitsers zijn heel gesloten. Iedereen is er gelukkig op zijn eigen lapje grond. In Nederland ontmoet je iemand twee keer en krijg je al meteen de uitnodiging om bij hem of haar te komen eten.

Thuis heb ik me nog nooit ergens gevoeld. Ik zou niet weten wat dat woord betekent. Mijn volgende halte wordt wellicht Denemarken. Al zal ik zeker nog geregeld in Nederland komen, bijvoorbeeld om taallessen te geven. Ik wil nog werk naast het schrijven. Mocht ik al kunnen leven van de pen, wat zeer onwaarschijnlijk is, dan nog zou ik het niet willen. Ik zie mezelf niet een godganse dag aan een bureau zitten, wachtend op inspiratie.

Toen ik stopte met mijn studies Nederlands reageerden mensen geschokt. Als iémand die opleiding tot een goed einde moest brengen, was ik het wel ! Maar het ging me allemaal te veel z’n gangetje. Ik had niet het gevoel dat ik veel leerde. Ik ben in Leiden op filosofie overgeschakeld.

Taal is geen instrument. Integendeel, wij zijn het instrument van de taal. Dat is een van de interessante theorieën van Wouter Oudemans, hoofddocent in Leiden en auteur van het boek Echte Filosofie. Woorden bepalen hoe wij het leven ervaren. De lessen van professor Oudemans hebben hun sporen nagelaten in mijn verhalenbundel. Er zitten wel wat filosofische grapjes in. Zonder zouden mijn verhalen een trieste bedoening worden.

Ik hou van korte, hoekige zinnen. Op dat vlak is Bordewijk zeker een voorbeeld geweest. Uitvoerige beschrijvingen en het uitspitten van emoties zeggen me weinig of niets.

NAOMI REBEKKA BOEKWIJT (°1990) DEBUTEERT ALS SCHRIJFSTER MET DE VERHALENBUNDEL PELS, DIE OP 28 MEI VERSCHIJNT BIJ DE ARBEIDERSPERS. MOMENTEEL WOONT EN WERKT ZE OP EEN ZWITSERSE BOERDERIJ. HET IS GEEN TOEVAL DAT DE NATUUR EN DIEREN EEN BELANGRIJKE ROL IN HAAR VERHALEN SPELEN.

DOOR PETER VAN DYCK & FOTO RACHEL ENGELI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content