Binnenkort loopt in het Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond in Amsterdam een tentoonstelling met werk van Tony Le Duc. De culinaire fotograaf brengt er een zintuiglijk totaalconcept rond voedsel: ‘Smell, Taste and have a Look – Use Your Senses!’

Ik wil meer doen dan alleen prentjes tonen, zegt Tony Le Duc (39): “De titel van de tentoonstelling verraadt wat er op het programma staat: geuren waarnemen, dingen proeven, kortom op alle zintuiglijke manieren de mensen in contact brengen met voedsel en koken.” Zo zijn er een aantal activiteiten naast de eigenlijke tentoonstelling die Use Your Senses als thema hebben. Er worden klassieke culinaire films geprojecteerd, er zullen keukengeluiden te horen zijn, er komt een video-wall met fragmenten uit kookprogramma’s, en ook rond geuren zullen verrassende dingen gebeuren. Maar het belangrijkst zijn de kooksessies, vier in het totaal, met bevriende chef-koks uit Vlaanderen en Nederland. Op het programma staan Guy Van Cauteren (’t Laurierblad, Berlare), Peter Goossens (Hof van Cleve, Kruishoutem), Wouter Keersmaekers (De Schone van Boskoop, Boechout) en Sergio Herman (Oud Sluis, Sluis). Deze chefs geven niet alleen kookles voor de genodigden, maar maken ook een gerecht voor De Brakke Grond, dat gedurende één jaar op de kaart zal staan van het café-restaurant van het Cultuurhuis.

Tijdens de tentoonstelling, die loopt van 17 november tot 10 december, zal werk te zien zijn van de afgelopen vijftien jaar. Culinaire foto’s die werden gepubliceerd in Weekend Knack en andere magazines, en werk uit de kookboeken waarvoor Le Duc de fotografie verzorgde. Met de coverfoto van Eigentijds en Eigenzinnig, het culinaire testament van enfant terrible Piet Huysentruyt, won Tony Le Duc trouwens in 1999 de Jacob’s Creek World Food Media Award voor de Beste Culinaire Fotografie in Adelaide, Australië. Ondanks de aandacht en de erkenning in het kunstwereldje, voelt de fotograaf zich toch vooral een vakman. “Fotografie is een beroep, een vak. Mijn job is: voedsel op een smakelijke manier in beeld brengen. Dat gebeurt op een persoonlijke wijze, ik heb mijn eigen visie op vormgeving en fotografie, en probeer die te koppelen aan de functionaliteit van de foto’s. Ik weet goed wat de trends zijn in de culinaire fotografie. De huidige mode is overgewaaid uit Australië: reportageachtige eetfoto’s met een selectieve scherpte. Meestal worden de hoofdingrediënten scherp en de rest vaag gefotografeerd. Vragen klanten mij voor een reportage of productie die trend te volgen, dan doe ik dat. Maar ik stel de trends veel liever in vraag en provoceer graag een beetje. Als ik mijn zin mag doen, zoek ik naar eenvoud, de essentie. Ik focus op het eten zelf en heb weinig belangstelling voor wat daaromheen gebeurt. Het is toch niet nodig dat voedsel steeds op een bord ligt? De schoonheid van de grafische compositie en de textuur van de ingrediënten zijn veel belangrijker. De lijnen en de kleur van blokken zwarte chocolade bijvoorbeeld, zijn prachtig in close-up. En wanneer je de blauwe kleur van de rug van een paling op een blauwige achtergrond fotografeert, moet je toch niet de hele paling laten zien om duidelijk te maken dat het een paling is? Ik hou van pure en abstracte vormen.”

Natuurlijk veroorzaakt zo’n houding kritiek. Vooral het kookboek van Piet Huysentruyt bleek voor een aantal klassieke chef-koks vergezocht. Waar bemoeien ze zich mee? Le Duc was dan ook aangenaam verrast toen hij net met een foto uit dat boek de prijs in Australië won. “De Jacob’s Creek World Food Media Award is een van de belangrijkste professionele onderscheidingen ter wereld, je kan deze competitie vergelijken met de Oscaruitreiking in de filmwereld. Mijn foto’s waren de enige die de gevestigde waarden doorbraken, en dat beviel de jury.” Le Ducs typische stijl, waarbij het voedsel van zeer dichtbij wordt gefotografeerd en de textuur zichtbaar wordt, bijna proefbaar zelfs, noemt de fotograaf zelf ‘gastroporno’. Op die manier gaat hij een stapje verder dan de ‘gewone’ food-fotografie en geven de foto’s ook info over het intrinsieke, naakte karakter van de ingrediënten zelf. Dat abstracte van het beeld, door het van zeer dichtbij fotograferen, krijgt een kunstzinnig trekje. Sommigen stellen zich de vraag: is Tony Le Duc een kunstfotograaf die eten portretteert, of een food-fotograaf die met kunst bezig is? Anderen zijn nog concreter: Le Duc heeft door zijn eigen stijl voor een groot stuk bepaald op welke manier gerechten op het bord worden gedresseerd. Denk maar aan het op elkaar schikken van de verschillende ingrediënten, en de torentjes die zo ontstaan. Le Duc: “Alhoewel ik me soms laat inspireren door kunstenaars en vooral schilders, ben ik een vakman die zijn vak zo goed mogelijk probeert te beheersen en die een deel van zichzelf in zijn werk legt. Ik zal daarom ook te allen tijde een vrij en onafhankelijk fotograaf blijven. Daarom ben ik de laatste tijd weinig met reclamefotografie bezig. In de reclamewereld voel ik mij niet thuis. Niet door het werk zelf, maar vanwege de entourage. Van mensen met een grote culinaire onkunde die voortdurend op je vingers staan te kijken en die kritiek geven op het kleinste detail, word ik zenuwachtig. Het spijtige van de huidige situatie in dat wereldje is het overheersende conservatieve idee over voedselreclame. Voedingsproducenten en verdelers zijn vaak bang om hun product visueel de pan uit te laten swingen, om eens iets anders te doen. Op die manier kom je in culinaire reclamecampagnes vaak dezelfde ouderwetse plaatjes tegen. Het wordt tijd dat daarin verandering komt.”

Filip Verheyden/Foto’s Tony Le Duc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content