Wee de lifestylejournalist die een verkeerd telefoonnummer afdrukt of al te haastig een webstek intikt. Lezers die anders nooit van zich laten horen, overrompelen je dan met telefoontjes en e-mails. Dat ze die designkruk nú in huis willen halen, en dat ze dat bejubelde restaurant maar niet kunnen bereiken. Het fascineert me al jaren, hoe menig lezer berichten en recensies uitknipt, waarna onze schrijfsels onder magneten en punaises op ijskasten en memoborden in kurk belanden. Mocht het naamkaartje van mijn collega en wandelende woonbijbel Leen Creve interieurstyliste vermelden, het zou de waarheid geen geweld aandoen.

Op mijn ijskast zult u slechts vergeelde polaroidfoto’s van vrienden aantreffen. Aan de magazines in mijn appartement kan een legertje verhuizers zich een hernia tillen, maar ze verknippen of verscheuren ? Nee, daarvoor ben ik er te zeer aan gehecht. Maar ik ben dan ook geen goed voorbeeld. Zo is het interieur van mijn appartement ook jaren na datum nog stevig verankerd in mijn studententijd. Een hoop gekregen en van de kar gevallen spullen dus, en om me te kleden – wat al iets beter lukt – heb ik mijn eigen inspiratiebron : de mannen in mijn vriendenkring. Weinig kan me zo snel de winkelstraat in jagen als tijdens etentjes en cafébezoeken bespeurde hemden of schoenen. Geen afstand is me dan te groot, desnoods kampeer ik de avond zelf nog op de stoep van de boetiek. Het betere afkijkwerk, maar wel zelf gecombineerd natuurlijk. En dat mixen tegenwoordig het van het is, dat heb ík niet uitgevonden.

Al is het ook met vrienden tegenwoordig opletten geblazen. Zeker als hun geslacht niet nader bepaald is. Op sites als Facebook en MySpace wemelt het immers van namen als Adidas, Levi’s en Energie. Ze zijn niet zoals u en ik het product van liefde en/of onweerstaanbare drang, maar verwekt op het bureau van marketeers. Zo kun je op het MySpaceprofiel van de Franse juwelier Cartier onder meer muziek en filmclips vinden. Duizenden mensen sloten er al vriendschap mee. Dat zijn geen echte vrienden, hoor ik u zeggen. Tot je de lofbetuigingen en liefdesverklaringen aan het adres van zo’n merk leest. Soms zijn het trouwens de fans zelf die een profiel en netwerk rond een merk opstarten, zoals de Amerikaanse bierdrinkers die strijden tegen de overname van Budweiser door “die Belgische wafelmakers”. Zo heeft een merk niet eens marketeers nodig, al willen we niemand op ideeën brengen.

Product placement is niet nieuw. In de jongste clip van Rihanna komt een Piagetuurwerk wel erg nadrukkelijk in beeld, en zelfs bij Pedro Almodòvar was het op zeker moment al Habitat wat de klok sloeg. Maar dat is de consument intussen al wel gewend, net zoals de webwinkels in SecondLife. Op socialenetwerksites daarentegen is de oorsprong van een merkpagina heel wat minder duidelijk. En zijn al die enthousiaste reacties wel echt ? Al lopen de merken zelf uiteindelijk het grootste risico. Want hoe exclusief en dus selectief kun je zijn op Facebook, laat staan op fansites ? Wat als mensen elkaar budgettips geven of je nieuwste collectie bagger vinden ? Dan is zo’n ‘vriend’ plotseling behoorlijk fout gezelschap.

Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content