Met de stijl van Victor Horta en William Morris in de vingers, creëert architecte Agnès Emery een eigen art nouveau van Moorse inspiratie.

Piet Swimberghe Foto Jan Verlinde

Het zopas geopende Parijse restaurant Bouillon Racine (3, rue Racine) drijft op veel Belgisch talent. Niet alleen de kok, Olivier Simon, komt van bij ons, een groot gedeelte van de inrichting werd door de Brusselse architecte Agnès Emery ontworpen. Ze zorgde voor het smeedijzeren meubilair en de luchters. Dat de bouwheer precies haar aansprak om dit prachtige art-nouveau-interieur aan te kleden, is geen echte verrassing. Al tijdens haar studies verdiepte Emery zich in de kunst van Victor Horta en de Britse ontwerper/decorateur William Morris, vader van de Arts-and-Crafts Movement. Dat was destijds, in de jaren ’60, hoogst ongewoon, want iedereen aanbad het uitgepuurde minimalisme van grootmeester Le Corbusier en de afschuw voor het gebruik van kleur en versieringen was groot. Veel ontwerpers keken op het werk van Agnès Emery neer. Maar geen tien jaar later werd de art nouveau herontdekt en werd zij meer en meer gevraagd. Ze verwierf trouwens grote bekendheid met de opsmuk van het Brusselse restaurant L’Amadeus (Veydtstraat 13). Samen met architect Christian Neirynck schonk ze dit etablissement, gelegen in een oud beeldhouwersatelier, een mysterieuze sfeer. Ze versierden de wanden met Pompejaanse schilderingen en art-nouveautegels. Horta en Morris zouden zich meteen thuisgevoeld hebben in dit decor.

Op die manier heeft Emery een eigen stijl ontwikkeld waarin je ongeveer alle modetrends terugvindt die rond de eeuwwisseling in zwang waren. Maar dat doet ze op zo’n talentvolle wijze dat er geen sprake is van doodse pastiches. Bovendien gebruikt ze ook materialen die destijds en vogue waren, zoals cementtegels voor de vloeren en faiencetegels, de zogenaamde zelliges, voor de wanden. Dit soort tegels wordt hier al jaren niet meer geproduceerd. Dus moest ze eerst flink wat energie steken in het zoeken van dit bouwmateriaal. Uiteindelijk kwam Emery in Marokko terecht, waar deze tegels nog artisanaal worden gemaakt. Ze begon dit prachtige materiaal te importeren en startte in de Hospitaalstraat in Brussel een decoratiewinkel : Noir d’Ivoire. Aanvankelijk kon je daar alleen tegels kopen. Nu is de winkel sterk uitgebreid en is Agnès Emery bezig met het ontwikkelen van een volledige interieurlijn. Tegenwoordig ontwerpt ze ook houten en smeedijzeren stoelen, tafels en ligbanken. Ze heeft ook een uitgebreid gamma veloursstoffen, geschikt voor gordijnen. De motieven en kleuren zijn van haar hand. Wellicht brengt ze binnen afzienbare tijd ook verf op de markt. Emery hanteert immers een prachtig kleurenpalet.

Alle decoratiespullen worden met de hand gemaakt door Marokkaanse ambachtslui. Dat is helemaal in de geest van de Arts-and-Crafts-beweging die zich honderd jaar terug eveneens afzette tegen de industriële productie. De artisanale aanpak geeft extra charme aan de collectie. Geen enkel stuk is identiek. Zelfs de tegels zitten vol subtiele kleurschakeringen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content