Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Wie in Montana arriveert, kan haast anoniem in een motel een kamer voor 40 dollar per nacht betrekken, de kraag rechtop zetten tegen de wind en de zoektocht naar schrijverstalent beginnen. Op verkenning in het Mekka van de Amerikaanse literatuur.

Tekst en foto’s : Pierre Darge

DOOR EEN SAMENLOOP VAN OMSTANDIGHEDEN is de Amerikaanse staat Montana recent in de belangstelling geraakt : de Unabomber betrok er sinds jaren een hutje waar hij zijn knutselbommen maakte, en in de buurt van Jordan hielden de Freemen zich enkele weken verschanst. Onze belangstelling voor the big sky state is ouder, en werd gewekt door de schrijverskolonie in Missoula. Fascisten en schrijvers zijn om dezelfde reden naar Montana gekomen : voor de open vlaktes, de weidse luchten en de grote vrijheid. Benoorden Cheyenne, waar de 7-jarige Jessica te pletter stortte aan het stuur van een vliegtuigje, worden de huizen al schaarser, en dienen zich uitgestrekte plains aan met korte, grijsgele grassen die door de ijzige wind gegeseld worden. Dit is ook het land van de concrete cowboys die in hun pick-ups (zie de rubriek Rijden, p. 62-63) rijden en slapen, en van al wie van de natuur houdt. Maar ook van wie van ongetemd hard rijden houdt in een staat waar de snelheidsbeperking bij dag werd afgeschaft.

’s Avonds logeren we in Burgess Junction, een tweesprong in de Bighorn Mountains, paradijselijk wit ondergesneeuwd. De wegen naar Yellowstone Park zijn dicht, zodat we blokhut nummer twee van de Bears Lodge krijgen toegewezen. ’s Anderendaags bereiken we Montana via Cody Montana. ?Soms sneeuwt het nog in juli”, zegt Theresa, die onze naam in het gastenboek wil omdat we de eerste buitenlanders zijn die dit jaar zo ver geraakt zijn. Op de kamer hangt het huishoudelijk reglement, en dat eindigt met het verzoek : No snowmobile repairs in this room, please.

In Greybull houden we halt bij een kerkhof van oude vliegtuigen met vermoeide vleugels en lekkende motoren. Virginia Stein staat voorovergebogen op een trapje, de handen tussen twee van de 28 cilinders van een Boeing C97 Stratocruiser. ?Ik heb bijna twintig jaar gevlogen en geloof me, de lol is eraf. Alles wordt je opgelegd : de toren zegt hoe hoog, hoe lang en hoe snel je mag vliegen. Alleen bij de brandweer ben je nog vrij, beslis je zelf hoe laag je boven de vlammen komt, en waar je de smurrie uitgooit die het vuur moet smoren. We are the last cowboys, wij dulden geen tegenspraak. Volgende week vertrek ik voor drie maanden naar Alaska om te gaan blussen. De rest van het jaar leef ik me hier uit als monteur om deze kisten weer de lucht in te krijgen. Want dit is geen museum : alle toestellen vliegen ook echt. Enfin, ze vliegen nu en dan, en ze houden me daarmee jong. I have no husband and no kids, en dan doe je met je leven wat je wil.”

Montana in de lente : heuvels, met daarachter besneeuwde bergen met brede valleien tussenin, nagenoeg lege Interstates, indrukwekkende weidse luchten. Met Marcel Leroy, die meer miserie heeft verslagen dan de meeste soldaten bijeen hebben gezien, zit ik lui uitgestrekt in de Chevrolet Astrovan All Wheel Drive, de gigantische bekers cola in de houders tegen het dashboard, terwijl Bruce Springsteen ons wakker en alert houdt. Een auto die het voordeel biedt dat hij in geval van nood met één mep tot een gelegenheids-tweepersoonskamer kan worden omgevormd. Nick Fish, de sheriff van Carbon County, komt een kijkje nemen als we in de verlatenheid van de heuvels foto’s nemen. We praten over de laatste vrijheid die zovelen naar Montana lokt. ?Niemand hoeft hier een identiteitsbewijs of zelfs een officieel domicilie te hebben, en dat trekt mensen aan die er alle belang bij hebben dat niemand hen ziet. Die wonen achter de heuvels, zonder water en elektriciteit. Nu goed, daar kunnen we nog inkomen, ze zorgen voor zichzelf en laten anderen met rust. Maar die Freemen, die zelf de wet gaan stellen, hun wil opleggen aan de buren en dan geen belastingen betalen, dat gaat ons te ver. Overigens is het met die vrijheid nog opletten. Kijk maar uit voor de wolven en voor de grizzlyberen. They are a lot taller than you and I. And they attack for the sport. Als je het op een lopen zet, zien ze dat als de inleiding tot een robbertje spelen.”

Nicks waarschuwing is niet zonder grond : in Montana huizen zo’n 700 grizzly’s, meer dan in eender welke staat, Alaska uitgezonderd. Maar we zullen geen beren zien. Misschien ligt dat aan ons. We hadden Jef Geeraerts moeten meenemen, die ziet er overal.

In het landschap liggen her en der stadjes op mensenmaat, zonder drukte, uit de steigers geholpen door trappers of avonturiers. En spooksteden die sinds lang door goudzoekers verlaten zijn. In Livingston rijden we twee keer door het centrum eer we er het Murray Hotel uitpikken : het ziet er zo aardig ouderwets uit. Achter de receptie staat Kathleen Kaul, die vier en een half jaar geleden in het stadje neerstreek en met haar man het 100 jaar oude hotel kocht en nieuw leven inblies. De eerste gast was Whoopi Goldberg, en sindsdien kwamen er wel meer beroemde bezoekers. ? Livingston is a setback in time,” zegt ze, ?alles gebeurt hier tien jaar later. People are more relaxed. De meeste huizen werden geklasseerd, er leven veel oude families. Het klopt dat Montana excentriekelingen aantrekt, en dat begrijp ik best. Er is ook zoveel ruimte, vermoeide mensen uit de grootsteden bloeien hier opnieuw open. En nu komen er ook sterren. Jane Fonda en Ted Turner kochten een ranch in de vallei, net als Robert Redford en Jeff Bridges.”

’s Avonds eet ik in The Sport, dat in 1909 door ene Ben ‘Benno’ Smith werd geopend. Tot zijn klanten rekende hij veel herders die in de winter afkwamen met hun jaarsalaris. Dat geld vertrouwden ze, opgeborgen in een sigarenkistje, toe aan Ben, die er nauwlettend op toezag dat ze er de hele winter mee rondkwamen. Ben maakte ook zijn eigen mosterd, en stond vaak zelf achter de bar met de enorme spiegel die de hele lengte van de zaak in beslag neemt. Op de tegenoverliggende muur prijken de koppen van drie herten en één bizon. Als we afrekenen, vertelt de dienster Donna, dochter van een Siciliaanse moeder en een indiaanse vader, dat ze pas vier maanden eerder uit Chicago arriveerde. ?Als je een zoon van 13 hebt, wil je weg van de gangs, van de drugs en van de bedreiging van de grootstad. Weg van het tempo van de ratrace ook, en terug naar een normaal leven.”

Om halfzes ’s morgens word ik gewekt door de lange, lage, nostalgische fluittoon van de diesellocs die door het stadje passeren, met hun sleep van 60 of 70 goederenwagons. Er is geen kat te zien, het schijnsel van het neon uithangbord kleurt de straat groen. Ik loop naar het perron en laat de wagons denderen in mijn buik. Buiten de stad hangt een sfeer van vrijheid en eindeloosheid. Onderweg worden we in het westen door de Rocky Mountains beschermd, passeren we uitgestrekte vlaktes, roodbruine ranches met witomrande deuren en vensters. En roadtrains, soms met drie opleggers en glimmende uitlaten die naast de cabine tronen. Het weer is even onberekenbaar als het landschap. In Bozeman rijden we 40 minuten door een sneeuwstorm, in Deer Lodge schijnt de zon, en lopen we door de ranch die Johnny Grant, een Canadese trapper en jager, er halverwege de vorige eeuw bouwde.

Missoula zit gekneld tussen de uitlopers van de Rocky Mountains. Het is ogenschijnlijk een doordeweeks stadje met het geroffel van snel optrekkende V8-motoren aan de verkeerslichten, hoffelijke chauffeurs en eethuizen-zonder-rook. Met tuinwijken waar vrouwen geknield en met opgestoken, grijze chignon met hun planten spreken. In 1920 werd aan de universiteit van Montana, na Harvard de oudste van het land, een atelier opgestart voor creative writing dat snel een goede reputatie verwierf. Vanaf 1964 maakte het nog meer opgang met dichter Richard Hugo aan het hoofd, en nu is Missoula het Mekka van de Amerikaanse literatuur. Elk jaar dienen zich 500 kandidaten aan voor het atelier, waar er slechts plaats is voor 12. Terwijl de nieuwbakken auteurs aarzelend de letters in het gelid zetten, kwamen hun meer ervaren collega’s uit andere staten er zich vestigen en schoten er in geen tijd 14 boekhandels uit de grond. Wie op een namiddag in april in het schrijvende stadje arriveert, kan zich probleemloos en haast anoniem in een motel aandienen en daar een kamer voor 40 dollar per nacht betrekken, de kraag rechtop zetten tegen de wind en de zoektocht naar literair talent beginnen. Daarbij geholpen door passanten en boekhandelaars, die opveren bij het horen van de opdracht.

De volgende middag om vier uur zitten we al tegenover Judy Blunt, die zware laarzen onder een zwarte jeans draagt en grote oorringen, hardop lacht en aan één stuk door vertelt. Haar dichtbundel Not quite stone werd met de Merriam-Frontier Award van de universiteit van Montana bekroond, maar voorlopig blijft Judy gewoon verder parket leggen om voor zichzelf en haar drie kinderen de kost te verdienen. Voor schrijven blijft er weinig tijd over behalve om vier uur ’s ochtends.

?Ik werd opgevoed om sterk te worden, maar dan wel in een door de gemeenschap welomlijnde rol. Ik gebruikte mijn sterkte om op mijn 30ste na 13 jaar huwelijk de ranch te ontvluchten met niets dan mijn kinderen en mijn kleren.”

Judy verkocht op haar 18de haar paard om een kwartaal lang het collegegeld te betalen. Ze werd in het noordoosten van de staat geboren, ?waar de boeren in de winter de dieren uit het ijs moeten loshakken omdat ze aan de grond gevroren zitten”, 70 mijl van de dichtstbijzijnde kleine stad, waarvan 40 mijl onverharde wegen. ?Als het weer meeviel en de tuin in bloei stond, noemde ik dat eenzaamheid, als een baby ziek werd en hulp behoefde, evolueerde dat snel naar desolaatheid. Het enige dat me boven water hield, was het schrijven, de enige weg ook naar een soort van intellectuele communicatie in een streek waar het ’s winters 30 graden vriest en je verpletterd wordt door een landschap met luchten die je langs alle kanten voortdurend omringen, zoals een visser op zee omringd wordt. Helemaal anders dan hier, waar de bergen zo dicht staan dat ze je ogen uitkrabben. Toen ik vluchtte, nam ik drie jobs tegelijk aan in Malta, gewoon om te kunnen overleven en geld te sparen om een Masters Degree in Creative Writing te halen. De eerste klassen die ik er volgde, werden door Paul Zarzuski geleid, de cowboy-dichter, iemand die uit het rodeocircuit kwam en gedichten schreef over demake-up van ijs. Terwijl ik nog dacht dat poëzie alleen maar over herten in het bos mocht gaan. Toen mijn bundel bekroond werd, kreeg ik meteen een contract voor een autobiografisch essay, en dat heeft me geholpen om mijn sense of security terug te vinden. Inmiddels besef ik wel ik dat veel agressie bij de ranchers voortkomt uit de machteloosheid tegenover factoren die ze niet in de hand hebben. Het enige dat wel te controleren valt, is de familie, en die vangt de meppen. Nee, zelf ben ik nooit geslagen, maar op het einde was ik ziek van ellende en schuldgevoel omdat ik niet aankon wat mijn moeder en oma wel hadden aangekund. Ooit ramde ik uit machteloosheid en woede mijn vuist een paar keer door het venster. Ik werd verzorgd, maar niemand sprak ooit nog over dat incident. Alles werd doodgezwegen en ingeslikt. Als ik niet was weggelopen, was ik gewoon onderuitgegaan. Die ervaringen hebben diepe sporen gelaten, en omdat ik Montana zo van binnenuit beleefde, heeft het jaren geduurd eer buitenstaanders me konden overtuigen van de schoonheid van het noorderlicht en van de charme van het gehuil van de coyotes ’s nachts.”

Zelf houden we nog even vast aan de romantiek, dompelen we ons onder in de nieuwe lente, in de desolate, kabbelende waters bezijden Paradise Valley die eindigt bij Yellowstone Park. Meer noordelijk zuchten de gletsjers van het Glacier National Park, op verschillende plekken zijn er bossen en meren en wilde rivieren. In het oosten waait de wind ongehinderd over honderden kilometer vlak land. Dat we elkaar in hartje Brussel in de wielen blijven rijden terwijl hier ruimte zat is, komt als ondraaglijk wreed over.

?Ik heb nooit in de grote steden geleefd”, zegt crimewriter James Crumley. ?En ik ken mooiere plaatsen dan Missoula, maar schoonheid vind ik geen punt. Wat me hier sinds 1984 houdt, zijn de mensen, de atmosfeer, een gemeenschap zonder hiërarchie, een plek ook voor outlaws en outcasts. Nobody cares what you dress, you can find out for yourself who you are.”

De besnorde zestiger is aan zijn derde dubbele J&B toe in de bar van het Red Lion Hotel, werkt bij voorkeur ’s nachts en rechtopstaand, en staat om vier uur ’s namiddags op. Hij trekt een oog open als hij hoort dat we met de wagen van Denver hierheen zijn gereden.

?Dat is exact 975 miles, een traject dat ik zo vaak heb afgelegd toen ik er doceerde. Maar ik wil graag duidelijk stellen dat je zelfs met de beste school geen schrijver kunt worden. Scholen kunnen hoogstens van een schrijver een betere schrijver maken. Op school leerde ik vooral andere schrijvers lezen, ontdekte ik Jean Genet. Wat hij schreef, paste in het beeld dat ik van de wereld had. Heb je Lawrence Durrells Alexandria quartet gelezen ? Een regelrecht meesterwerk, dat ik 15 jaar geleden aan een Mexicaans meisje uitleende en nooit terugkreeg.”

Later op de avond komen we bij Charlies terecht, zijn favoriete bar in Higgins Street, waar een zeer gevarieerd publiek aan de halfronde toog zit. Tegen de muren hangen honderden ingelijste portretten, en achterin, waar de rook het uitzicht helemaal bederft, staan twee biljarttafels waar vier vrouwen de keu hanteren. Wij drinken samen een Samuel Adams, en vernemen dat Crumley slechts op een paar kilometer van het centrum woont, ?een absolute vereiste als je veel drinkt.”

’s Anderendaags, na een tocht door Paradise Valley, zijn we terug in Livingston voor een gesprek met Tim Cahill. Hij komt uit Wisconsin, woonde in San Francisco toen hij voor RollingStone werkte, en streek in de winter van ’78 neer in Montana voor een interview met Thomas McGuane, auteur van Nothing but blue skies.

? I liked the small town atmosphere of Livingston, de bergen en de rivieren. En ik had geluk omdat FedEx in die dagen zijn verzendingsdienst opstartte, waardoor het mogelijk werd om op één dag een manuscript op om het even welke plaats in de States te bezorgen. Meer had ik niet nodig, en sindsdien zit ik hier.”

Tim werkt nu geregeld voor de New York Sunday Times, schrijft reisverhalen over de meest afgelegen plaatsen, en was onlangs nog in Mongolië om uit te pluizen hoe het DNA-onderzoek vorderde van haar van mensen die er 3,5 miljoen jaar geleden rondliepen.

?Ik reed er soms 30 kilometer per dag te paard, maar ik verkies de mensenmaat van Livingston, zonder de kleinburgerlijkheid die je daarbij verwacht. Dat komt omdat hier pelsjagers, spoorwegwerkers en goudzoekers als eersten langskwamen. Lui die niet kunnen stilzitten en een andere mentaliteit bezitten dan sedentaire boeren. Toen ik neerstreek, waren hier nog bordelen en bloeiden er misschien 75 ranches in de vallei. Die bordelen zijn inmiddels verdwenen, en de grond is in onooglijke perceeltjes opgedeeld en aan Californiërs verkocht. Vandaar dat je nu overal stickers op de bumpers van de auto’s ziet met slogans van het genre We don’tcare the hell how they do it in California of Shoot them all at the border. ’s Zomers trek ik naar de bergen, naar mijn hut uit de jaren ’30, en dan kijk ik uit over een tuin die 70 kilometer lang is, zonder één enkele weg. Op zo’n plek kan je rustig werken, al is dit stadje ook niet kwaad. Tot voor kort waren er zelfs geen behoorlijke restaurants. Daarom zijn de meeste schrijvers hier ook uitstekende koks.”

We zijn al onderweg naar huis als we in een restaurant bediend worden door Savannah Barnes, naar wie we drie dagen hebben gezocht en die ineens met een zalmschotel uit de lucht komt getuimeld. De jonge schrijfster heeft net de eerste prijs gehaald in een wedstrijd opgezet door het literaire blad The Firestarter. The silent woman who loved indiscriminately gaat over een vrouw die door haar vader de keel wordt overgesneden, zonder stem door het leven moet en uiteindelijk mannen geneest door liefde. Savannah, dochter van een marathonloper, heeft een paar moeilijke maanden achter de rug, gaf haar timmermansbaan op en stapte weken met haar hond Satchmo door de heuvels rond Bozeman. Als therapie. Terug in de wereld, heeft ze een baan als dienster gezocht. En ze schijft, zoals zovelen die zich hier door de overweldigende natuur met zichzelf geconfronteerd zien en daar volop inspiratie uit putten.

Nu voor toeristen : Johnny Grants ranch in Deer Lodge.

Voor drinkers en lezers : Charlies in Higgins Street, Missoula.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content