Mezelf fotograferen is een van de moeilijkste opdrachten die ik ooit gekregen heb. Ik hou niet van poseren, laat staan dat ik mezelf graag portretteer. De worsteling met mezelf was des te groter omdat mijn vader onlangs is overleden en ik hem voortdurend tegenkwam bij mijn zoektocht. Als architect had mijn pa een buitengewoon gevoel voor verhoudingen en maatvolle composities. Ik heb enorm veel aan hem te danken, ook mijn perfectionisme. Ik ben niet rap content, ik zal nooit beelden leveren waar ik niet honderd procent achtersta. Een interieur kan je op 1001 manieren fotograferen, maar voor mij is een reportage pas af als ik ze precies hetzelfde zou maken mocht ik nog eens teruggaan. Het liefst werk ik alleen. Zo ben ik tenminste de eindverantwoordelijke van mijn beelden. Aan bemoeizucht heb ik echt de pest : er kan uiteindelijk toch maar één iemand door de lens kijken en klikken ?”

“Ik voel me een vakman, geen kunstenaar. Een artiest begint van nul en cre- eert, ik registreer zo mooi mogelijk de werkelijkheid. Mijn werk heeft geen onderliggende filosofie of maatschappijkritische context. Eerlijk gezegd spreek ik er zelfs niet graag over. Ik ben een gevoelsmens, ik maak foto’s met mijn hart, niet met mijn verstand. Bij het technische aspect van fotografie – de keuze voor een bepaalde belichting, kadrering of lens – sta ik niet meer stil. Talent is, denk ik, net de kunst om je niet te verliezen in al die praktische beslommeringen. Natuurlijk is er ook een fikse dosis geluk mee gemoeid. Ooit was ik op bezoek bij een collectioneur die in zijn idyllische duiventil een verzameling opgezette dieren had, waaronder een kameleon op sterk water. Het licht viel perfect, de setting was subliem, het werd een unieke momentopname, die eigenlijk al voorbij was op het moment dat ik afdrukte. Fotografie heeft veel met sterven gemeen. Maar ook al lijken interieurs, en zeker die kameleon, dood, toch tracht ik ze tot leven te laten komen. Dat kan door in te zoomen op persoonlijke details of door aanwezigheid te suggereren. Mijn interieurfoto’s zijn meer dan de som van de meubels. Ik voeg er animo aan toe, ook al lukt dat niet altijd even spontaan. Ik wil geen steriele showrooms tonen, maar interieurs waar de bewoners toevallig net uit het beeld zijn gelopen om een koffie te halen of een boek weg te zetten. Ik zoek ook altijd details die een interieur en de eigenaars typeren. Niks is gemakkelijker dan vanuit elke hoek van de kamer met een breedhoeklens een plaatje te schieten waar zoveel mogelijk op staat. Om een interieur in een paar details te vatten, moet je het eerst intens beleven. En de moeite doen om eens te praten met de bewoners.”

“Van interieurfotografie word je niet rijk. Na mijn studies liep ik in Londen stage bij commerciële topfotografen. In dat wereldje ging bijzonder veel geld om. Van hen leerde ik vooral om mijn eigen weg in te slaan en alles te vergeten wat ik op Sint-Lukas had opgestoken. Ik heb er ook geleerd om voortdurend te twijfelen en verwonderd te blijven. Na 15 jaar maak ik nog steeds elke reportage alsof het mijn allereerste was. Dat is mijn manier om gefascineerd te blijven. In al die jaren heb ik al ongelofelijke droomhuizen gezien, en ik zou daaruit best mijn eigen interieur à la carte kunnen samenstellen. Maar de meeste interieurs waar ik kom, liggen ver buiten mijn budget en leefwereld. En eigenlijk ben ik ook niet jaloers op die paleizen, want mijn smaak is veel eenvoudiger. Waar ik dan zelf van droom ? Een simpele houten strandhut met twee raampjes en een deur. En een grote boot om in alle vrijheid op zee te varen.

Door Thijs Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content