Jean-Paul Mulders

Dit zijn de dagen van de opslorpende meisjes. In romans bedoel ik vanzelfsprekend, want in het echte leven kom ik opslorpende meisjes zelden tegen.

Het begon met Dood meisje van Geerten Meijsing, een vernietigend liefdesverhaal met als hoofdpersonages een piepjonge callgirl en een professor op zijn retour. Lang heb ik gewacht het te lezen, omdat ik Dood meisje zo’n onprettige titel vond en omdat die Geerten Meijsing op het achterplat het soort zijden sjaaltje droeg dat ik altijd verwijfd heb gevonden. Dat kan mij de lust ontnemen een boek te lezen, zo’n vooringenomen parkeend ben ik wel.

Toch beviel die roman mij. Toen ik hem wat aangedaan had dichtgeslagen, schakelde ik over op een andere titel die ik al te lang meed, en waarin nog meer levensgevaarlijke vrouwelijkheid op de loer lag : Het ongrijpbare meisje van Mario Vargas Llosa. Tegen die schrijver had ik ook al bezwaren, omdat zijn naam te geleedpotig was en mij deed denken aan fruitsap van Looza, dat ik soms koop in het naftastation aan de snelweg. Ik hou van naftastations aan de snelweg. Omdat ze een belofte van reizen en avontuur inhouden wellicht, al moet je de kauwgom die je er koopt altijd zo onnozel in de hoogte houden, de barcode gericht naar de m/v achter de wand van gewapend glas, zodat die ze kan scannen zonder gevaar te worden overvallen. Ik hou niet van dat sfeertje.

Maar goed, er is wel meer waar ik niet van hou en ik was aanbeland bij Het ongrijpbare meisje : het relaas van een zo mogelijk nog verwoestender liefdesaffaire. Het verhaal van een wat sullige tolk die zo verslingerd raakte aan een Peruaanse schone met ‘donkerhoningkleurige’ ogen dat hij haar de vloer liet aanvegen met hem, decennialang en op diverse continenten. Telkens weer dook zij op en wond hem rond haar vinger om er vervolgens vandoor te gaan met een ander, die rijker, gewiekster of gewoonweg een grotere smeerlap was. “Vertel mij nog een van je banaliteiten, brave jongen”, placht dat meisje te zeggen, als de arme tolk haar in lyrische bewoordingen weer eens zijn eeuwige liefde had verklaard. Ik kreeg medelijden. Ik wou hem bij de schouders pakken, hem eens goed dooreenschudden en roepen : “Stop daar toch mee. Wees een man !” Maar zoiets werkt niet bij romanfiguren, evenmin trouwens als in het echte leven. Bovendien vond ik het wel prettig de navrante belevenissen te vernemen van iemand die zich nog gretiger door de liefde bij de neus liet nemen.

Ik had iets aan die boeken over onmogelijke meisjes. Zij brachten mij tot rust en herinnerden mij eraan dat lezen een van de dingen is die mij in dit leven het meeste plezier hebben verschaft. Mocht ik vijf activiteiten in een deathproof capsule naar het hiernamaals kunnen meenemen, dan zou lezen er een van zijn, met het vinden van de liefde als verdienstelijke tweede. Over de resterende drie zou ik nog eens goed moeten nadenken, maar het luisteren naar reclamespotjes voor de website Hebbes ! zou er waarschijnlijk niet bij zijn. Het verorberen van een spiegelei vergezeld van koffie en een dikke bruine boterham, besmeerd met echte boter, maakt dan wél weer kans.

Dit zijn gelukkig niet alleen de dagen van de opslorpende meisjes in romans. Het zijn ook de dagen waarop Barack Obama aan de macht kwam in Amerika. Uit nieuwsgierigheid heb ik zijn achternaam eens gegoogeld, wat ik – het heeft iets dwangmatigs – met de meest uiteenlopende dingen doe. Dat Obama beter scoort dan pakweg het mooie woord molslot zal geen verbazing wekken. Maar toch : 262 miljoen treffers, dat is meer dan Napoleon, Picasso, Einstein, Jezus, Lennon, Allah én Sam Gooris samen. Alleen God doet beter, met 496 miljoen hits, wat erop wijst dat Obama nu toch echt wel de proporties aanneemt van een rokende messias.

Wat een mooi verhaal. En welk een druk rust er op die man zijn schouders. Als ik op dit moment iemand liever niet zou zijn, dan is het wel die nieuwe verlosser die ons van de rampspoed kan bevrijden en de wereld haar toekomst terug moet geven.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content