Een landelijke stulp op hedendaagse wijze verbouwd : geen vanzelfsprekende oefening, maar wel een voortreffelijk voorbeeld.

Interieurarchitecte Ann Gryp groeide op tussen velden en bossen, ten zuiden van Brugge. Ze voelt zich niet echt aangetrokken tot de stad en hoopte weer naar het platteland te kunnen trekken. In het verstedelijkte Vlaanderen is het vinden van een echt landelijke pleisterplaats niet gemakkelijk. “We hebben lang gezocht”, zucht ze. “We stelden niet eens zoveel eisen. We wilden gewoon wat gevoel van vrijheid om ons heen en veel licht. Eerst dachten we eraan om een woning te bouwen in een verlaten bos. We zijn daar wel honderd keer naartoe gereden. We vonden die plek geweldig, maar veel licht kwam er niet, en je kon er ook niet genieten van de avondzon. Uiteindelijk raakten we niet overtuigd door die plek, achteraf gezien maar best.”

Op een dag bladerden ze in een advertentieblad waarin een piepkleine foto stond van een vervallen jachthuisje. “We reden ernaartoe en waren er meteen weg van. Ondanks het gure weer zag de plek er idyllisch uit. Hetzelfde weekend gingen we terug en we werden nog intenser verliefd op het wijde landschap rond het huisje. Hiernaast is er een moeras in een soort depressie die in de winter onderloopt. Naast dit overstromingsgebied zie je een mysterieus bos en overal rietkragen en weilanden, kortom een fors stuk ongerepte natuur. De ligging bleek perfect, maar vervolgens moesten we ook de bouwtechnische mogelijkheden onderzoeken, want je mag een kleine stulp niet zomaar uitbreiden.” Ondanks de strenge wetgeving mocht het huis worden vergroot.

“Ook dat was een opgave, want ik wenste het landelijke karakter van het huis en zijn omgeving te bewaren, zonder het tot een klassieke fermette om te dopen. Bovendien mochten we niet te veel uitbreiden en moesten dus binnenin goochelen met de ruimte. Dat zijn natuurlijk leuke uitdagingen die het ontwerpen extra spannend maken”, geeft Ann toe. Ze besloot het basisgebouw te herstellen en uit te breiden met een groter volume dat het silhouet heeft van een oude schuur. Daarvan werden de buitenmuren ruw gemetseld met oude bakstenen en het dak voorzien van oude Boomse pannen. “Zelfs de typische dakhelling van het oude huisje werd bij het nieuwe gebouw herhaald. Het dak kreeg ook geen goot, waardoor de nieuwe vleugel er vrij authentiek uitziet. Maar de vensterindeling verraadt een meer hedendaagse vormgeving.”

Met de deur in huis

Het interieur is strak, maar intiem. Dat komt door de structuur. Je valt op twee plaatsen, aan de voordeur en in de keuken, met de deur in huis, zoals in een oude boerderij. “Dat is voor sommige bezoekers misschien even wennen, vooral aan de voordeur omdat je er meteen op de eettafel botst”, zegt Ann. “Dat was een bewuste keuze. Zo maak ik het onderscheid tussen deze landelijke woning met een soort boerderijstructuur en een doordeweekse villa die eigenlijk een soort stadswoning is, die in de natuur wordt gedropt.”

De verschillende woonruimtes zijn niet via een gang bereikbaar, maar sluiten direct op elkaar aan. Meest opvallend is de grote woonkamer met een groot glasvlak. Ann heeft veel van deze elementen ter plaatse ontworpen, zoals de venstertjes en het haardvuur waarvan de opening uit de wanden werd gesneden. Dat heeft een elegant grafisch effect. De venstertjes zorgen voor boeiende zichten op het landschap en werden bewust niet streng symmetrisch geordend. Ook de afwerking van het interieur is landelijk, met een prachtige natuurstenen vloer en oneffen gepleisterde wanden. “Je merkt ongetwijfeld dat ik dit interieur met potlood en gom heb ontworpen. Met de gom heb ik achteraf veel overbodige elementen uitgewist. Ik wilde een strak en handig interieur, dat na de ruwbouwfase ongeveer af was en waarin er niet veel meubels hoeven te staan.”

Tuinarchitect Eric Dhondt ontwierp de landschapstuin in eenzelfde geest, met respect voor de organische structuur van de omgeving. Het hogere gedeelte van de tuin heeft een duidelijke structuur met hagen die open kamers omsluiten. Hier en daar merk je ook fruitbomen op die herinneren aan de boomgaard die daar stond. Maar de lagere delen, die aan het moeras grenzen, zijn opgevat als een glooiende grasvlakte afgezoomd met een rietkraag. Daarachter zit er nog een kleine weide verstopt, waar de schapen van Ann grazen.

Door Piet Swimberghe | foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content