Borek Sipek is ongetwijfeld een van de markantste

hedendaagse ontwerpers. Zowel zijn meubels als zijn

glas en porselein hebben iets sprookjesachtig.

Barok, sensueel, maar altijd funktioneel.

JEAN-PIERRE GABRIEL

Levendige ogen, een expressief gezicht, een sportief uiterlijk en een ijzersterk karakter. Borek Sipek (46) is een man die zeer goed weet waar hij staat en wat hij wil. Net zoals zijn generatiegenoot Starck en de wat oudere Sottsass, is de Tsjechische architekt-ontwerper groot geworden dank zij de designercultus van de jaren ’80. Nu is hij een van de laatste vertegenwoordigers van een periode waarin de ontwerpers van meubelen en voorwerpen, bekender waren dan het merk waarvoor zij werkten en dat hun werk verspreidde.

Borek Sipek verloor al zeer jong zijn ouders. Het gevolg daarvan was dat hij zich ging wapenen met een vrij uitzonderlijke intellektuele bagage. Hij werd opgevoed door pleegouders die allebei werkten als ambachtelijke glasblazers. Vandaar dat hij in Praag naar de kunstnijverheidsschool ging en er glas, metaal, hout en keramiek leerde bewerken.

In 1968 trok de 19-jarige Borek naar Duitsland, een land dat hij al kende van reisjes met de handbalklub. Hij woonde vijf jaar in Hamburg en studeerde er architektuur. Dan ging hij een jaar filozofie studeren in Stuttgart en daarna volgden vier jaar onderzoek in Delft waar hij een doctoraat in de architektuur behaalde. Ondertussen doceerde hij designteorie aan de universiteit van Essen en ontwierp hij de woning van zijn zus in Hamburg waarvoor hij in 1983 de Deutsche Architektur Preis kreeg.

Datzelfde jaar richtte Borek Sipek in Amsterdam (zijn “tweede vaderland, want Amsterdam is Nederland niet”) de Studio Sipek op. Nu, twaalf jaar later, heeft de studio tien medewerkers in dienst, vier in Nederland en zes in Praag. In zijn geboortestad is het team het meest gediversifieerd : drie personen houden zich bezig met design en de andere drie met architektuur.

Sipek maakt er grapjes over dat hij “per week 2000 gulden aan vliegtuigbiljetten voor Praag spendeert”. Maar hij heeft nooit met een groter team willen werken. Dat ligt aan zijn autoritair karakter en zijn zin voor perfektionisme. Hij wil over alles toezicht houden en zelf beslissen.

Geen makkie als je tegelijkertijd de architekt bent van het kasteel van Praag in opdracht van president Vaclav Havel, drie andere grote projekten op stapel hebt staan in diezelfde stad, twee in Japan de opera van Kyoto en een opslagplaats voor Kubota in het centrum van Tokyo en in ’s Hertogenbosch Het Kruithuis-museum. Gelukkig zijn de 62 sociale woningen in Apeldoorn net afgewerkt.

Sipek is blij met zijn orderboek, blij dat hij het vak kan uitoefenen dat hij gestudeerd heeft. De architektuur laat hem momenteel niet veel tijd om aan design te doen, terwijl het nu net dát is dat hem wereldberoemd heeft gemaakt. Denk maar aan zijn best-seller, de kandelaar in silver plated steel, uitgebracht door Driade in 1988.

“Wanneer je ontworteld bent, buiten je sociale kontekst leeft, is het moeilijk om aan architektuur te doen. Daarom ben ik begonnen met design. In de loop van de jaren ’80 heb ik een gelijkaardige evolutie meegemaakt als Philippe Starck. Wij waren toen de namen die door fabrikanten en bedrijven gelanceerd werden als vedetten. Die vedettencultus deed verkopen en ik besef maar al te goed dat dit systeem mij gemaakt heeft, net zoals Ingo Maurer en iets recenter Massimo Iosa Ghini in Italië. Die jaren ’80 zijn voorgoed voorbij. Nu leven we in een tijd van massaprodukten met een korte levensduur. Kollekties als “Atlantide” bij Driade zijn veel anoniemer. De ontwerpers zijn niet langer cultfiguren. Philippe is advizeur geworden, art director. Ikzelf ontwerp bijna geen meubelen meer, zoals voor Vitra. Ik richt me veel meer op architektuur, dat is mijn levensdoel. Wat ik nog wel blijf doen, is de kollektie “Follies” bij Driade en nog enkele beperkte en genummerde reeksen zoals voor galerie Steltman. “

Nochtans is dat afstand nemen van design zeer relatief. De kreaties van Borek Sipek blijven best-sellers, door welk merk ze ook worden uitgebracht. Het produktiehuis Ajeto (ook de naam van zijn kollektie), waar hij en enkele vrienden al van droomden vóór de val van het ijzeren gordijn, is in volle expansie. “Aanvankelijk was het een kleinschalige onderneming. Met enkele vrienden, onder wie Petr Novotny, kocht ik een groot huis in Praag. De bedoeling was er tien ambachtslui te laten werken aan kleine, heel geraffineerde en verzorgde reeksen, in de geest van de grote meesters in Venetië, Lino Tagliapietra bijvoorbeeld. Maar dank zij de ontwikkelende ekonomie in Oost-Europa stelt de firma momenteel 100 personen tewerk. “

Omdat hij zich niet wou bezighouden met het toezicht en de leiding van zo’n grote groep mensen, heeft Sipek zich uit dit industriële projekt teruggetrokken. Hij blijft wel instaan voor het design van de Ajeto-kollektie. Bovendien voert de kristalfabriek ook de ontwerpen uit voor de meeste merken die Borek Sipek verdelen, tot zo’n 60 procent van de totale produktie.

“In tegenstelling tot de glasblazers van Murano, werkt men in Bohemen met gietvormen. Op het ogenblik dat die vormen gemaakt worden, ben ik altijd in de buurt. Ik maak ze met drie, vier ambachtslui die heel goed mijn manier van denken aanvoelen. Dat ik die technieken geleerd heb tijdens mijn middelbare studies, komt me nu zeer goed van pas. “

Zo ontstaan van de mooiste, meest sensuele en meest emotionele siervoorwerpen die tegenwoordig gemaakt worden. Maar als je ze één voor één bekijkt, dan merk je dat ze zelfs met al hun krullen en versieringen toch altijd funktioneel zijn. Dat is geen schijn en evenmin een stijlformule. De eerste doelstelling van Sipek is altijd de funktionaliteit geweest, die hij dan op een estetische en spirituele manier vorm geeft. Wie zijn stijl wil typeren door hem te koppelen aan de Tsjechische traditie of de Slavische geest, krijgt steevast als antwoord : “Ik heb in te veel kulturen geleefd en in te veel landen gewerkt. Ik ben gewoon internationaal. En als ik toch invloeden moet citeren, dan komen ze voornamelijk uit Azië. “

Deze invloeden heeft hij ook echt gekonkretizeerd in een reeks die in 1993 werd uitgebracht door Steltman onder de naam “Confrontasians”. Zo is bijvoorbeeld het glas “Taky Aki” uit die kollektie, gemaakt uit Boheems kristal en Japans porselein.

Glas “Taky Aki” in Boheems kristal en Japans porselein. Uit de kollektie “Confrontasians”, uitgebracht door Steltman (1993).

Borek Sipek met de “Novotny” : een kristallen vaas die hij ontwierp voor deAjeto-kollektie (1992).

Servies in Sèvres-porselein uit de Follies-reeks van Driade.

“Bida’s Nouzi”, genummerde vaas in Boheems kristal uit de meest recente kollektievan Steltman (1994).

Kandelaar “Simon” in verzilverd staal, Driade (1988).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content