Een van de meest toonaangevende modejournalisten, Tim Blanks, editor-at-large van Style.com, komt in oktober naar België voor een lezing over het veranderende modelandschap. “Het is toch opmerkelijk dat België, of all places, een bron van talent is die nooit lijkt op te drogen.”

Wat u zoal moet weten over Tim Blanks voor u verder leest : hij is geboren in Nieuw-Zeeland, ergens eind jaren vijftig, over de exacte datum is hij vaag. Hij ging op zijn vijftiende naar de universiteit, én studeerde af. Hij werkte als persoonlijk assistent van Bryan Ferry in Los Angeles en als muziekjournalist in Toronto. Hij presenteerde zeventien jaar lang Fashion File, dat wereldwijd in 120 landen werd uitgezonden. Hij is editor-at-large van de modewebsite Style.com en schrijft geregeld voor bladen als Vogue, GQ en de Financial Times. Hij is gefascineerd door David Bowie, net als Walter Van Beirendonck. Hij werkte mee aan Van Beirendoncks boek, en aan dat van Alexander McQueen en Dolce & Gabbana. Hij haat technologische snufjes en heeft geen eigen twitteraccount. Hij was de voorbije maand in Colombia, New York, Londen en Mykonos, waar we dit gesprek voerden. Hij woont vandaag in Londen met zijn twee jack russells : Annie en Stella.

Wat zijn uw vroegste herinneringen aan mode ?

Tim Blanks : Mijn oma had een abonnement op Life Magazine. Daarin las ik de verhalen over het huwelijk van Elizabeth Taylor en Richard Burton in Montreal. En over Mia Farrows kapsel. Of nee, (pauze) het moet nog eerder geweest zijn. Mijn allereerste herinnering aan mode is Jean Shrimpton (Britse actrice en model uit de jaren zestig) op de races in Melbourne. Ze droeg wat in die tijd beschouwd werd als een minirok, enkele centimeters boven de knie. En ze had geen hoed op of panty’s aan. Wat een schandaal ! Het was de eerste keer dat ik bewust werd van de macht van mode, en van de ophef die ze kan teweegbrengen.

Hoe bent u in de sector beland ?

Ik heb enkele jaren als freelance journalist gewerkt in Toronto, toen er mij een vaste baan werd aangeboden bij een modemagazine. Niet veel later heb ik aan de CBC, de Canadian Broadcast Company, voorgesteld om een programma over mode op televisie te maken, waarvan het magazine dan de coproductie zou doen. Ik heb Fashion File uiteindelijk zeventien jaar lang gepresenteerd, tot in 2006. Ik kan niet zeggen dat ik in het begin veel over kleren wist, maar ik deed graag interviews. Wat babbelen met de mensen over wat ze doen. En in de mode vind je de meest kleurrijke figuren. Wat me ook altijd geïntrigeerd heeft aan mode is haar efemere karakter. Al dat werk voor een show die slechts tien minuten duurt, door een paar honderd mensen gezien wordt en dan nooit meer terugkomt. Dat geeft het iets magisch.

Vandaag de dag kun je door live streaming en Youtube de show wel opnieuw bekijken. Neemt dat een deel van de magie weg ?

Nee, er is absoluut geen equivalent voor het bijwonen van een show in real life. Een video blijft een tweedimensionale ervaring. Je kunt niet rondkijken om te zien wie in de zaal zit, je voelt niet hoe luid de muziek staat of hoe de zaal ruikt. Het is als een film van een Led Zeppelinconcert bekijken of echt het concert bijwonen. Bovendien zijn er nu een hoop mensen die hun mening over een collectie online gooien, gebaseerd op een handvol foto’s. Zonder bijvoorbeeld de achterkant van die outfits te zien. Daarom vind ik het belangrijk dat we op Style.com ook detailfoto’s tonen. En zelfs dat is geen vervanging voor een echte show.

Waar let u op als u een show bijwoont ?

Er zijn de evidente zaken, zoals innovatie en techniek, de basis van wat elke artisan doet. Maar ik vind het belangrijk dat de designer ook een verhaal te vertellen heeft. De collecties die me het meest ontroeren zijn die met een verhaal. Want daar houden de mensen van. Verhalen vertellen is zo oud als de mens zelf.

Kunt u als modecriticus ook fan zijn van een designer ?

Bedoel je of ik objectief kan zijn ? Ja, daar ben ik van overtuigd. Ik denk dat je kunt houden van wat iemand doet, zonder te houden van alles wat die doet. Om even een vergelijking te maken : je kunt fan zijn van David Bowie zonder te houden van elk nummer op elke plaat.

Mijn favoriete designer is Miuccia Prada. Ik hou van wat ze doet. En van de manier waarop ze denkt. Maar dat wil niet zeggen dat ik van elke collectie houd. In de collecties die ik niet goed vind, kan ik wel steeds haar gedachteproces appreciëren, en de manier waarop ze van punt a naar punt b is gegaan.

Na meer dan 25 jaar in het vak hebt u waarschijnlijk iedereen geïnterviewd. Wat is uw meest memorabele interview ?

Goh, dat is een moeilijke. Ik denk dan automatisch aan de interviews die moeilijk waren om vast te krijgen. Zoals mijn interview met Rei Kawakubo in Tokio in de late jaren tachtig. Helmut Lang heeft ook lange tijd geen interviews gegeven, als dat dan lukt, voelt het als een overwinning. En iemand als Christian Lacroix is altijd fantastisch om mee te praten. Hij beantwoordt elke vraag die je stelt op zo’n hartverscheurend eerlijke manier. Terwijl er ook designers zijn die gewoon een persbericht aframmelen. Christian niet, die kun je alles vragen. Soms zou je hem willen beschermen tegen zichzelf.

Wie had u graag geïnterviewd, maar is u nooit gelukt ?

Andy Warhol. Of bedoel je in de mode ? Dan weet ik het zo niet. Ik krijg meestal alle interviews die ik aanvraag. Euhm. (lange pauze) In zijn tijd, Cristobal Balenciaga. Hij moet een fantastisch man zijn geweest. Hij was in ieder geval de beste designer die ooit geleefd heeft.

U zei meteen Warhol. Wat trekt u zo in hem aan ?

Als ik een teletijdmachine had, dan zou ik daar naartoe willen : The Factory in 1965. Iedereen heeft een plek of gebeurtenis waar hij graag had willen bijzijn. Dat is de mijne. Ik houd van Warhols werk, en van de passie in zijn werk. Warhol was een echte profeet. Lang voor het opkomen van reality televisie en het internet voorspelde hij al dat ‘in the future everyone will be world-famous for 15 minutes’. Warhol was ook een religieus persoon, op zoek naar een nieuwe kerk voor zichzelf in zijn werk. Net zoals Balenciaga trouwens. Die geloofde dat zijn ontwerpen hem dichter bij God zou brengen. Ik denk dat Warhol diezelfde religieuze intensiteit deelde. Hoe meer tijd er voorbij gaat, hoe mythischer hij wordt.

ALLES BEHALVE DE KLEREN

In een panelgesprek voor Show Studio noemde u de Saint Laurentshow het hoogtepunt van het herfst/winterseizoen. Dat is op zijn minst een controversiële keuze te noemen.

Na afloop van de show waren de meningen zeer verdeeld. Er waren lovers en haters. Mij deed het vooral denken aan de tijd dat shows nog iets wakker maakten in de mensen, zoals Vivienne Westwood dat deed of Alexander McQueen. Begrijp me niet verkeerd : ik vond de kleren maar niks. Maar ik kon wel appreciëren wat Hedi Slimane (hoofdontwerper van Saint Lauren) probeerde : iets anders doen dan de rest. Het totaalplaatje klopte : de uitnodiging was ongeëvenaard, het decor, de muziek,… alles behalve de kleren eigenlijk. (lacht)

Ik zie honderden shows per seizoen en de meeste ben je de dag erna al vergeten. Die show is echt in mijn kleren gekropen. Wat controverse kan ook geen kwaad. Het is een teken dat mode leeft. Dat ze nog steeds mensen kan beledigen. En dat het belangrijk genoeg is om een waaier aan reacties uit te lokken, van adoratie tot afkeer.

Wat uw reviews onderscheidt zijn de talloze referenties aan muziek, film en moderne kunst. Dat vereist ook een zeker niveau van uw lezers.

De meeste van mijn artikels worden enkel online gepubliceerd. Als ik een artikel van drieduizend woorden voor een magazine schrijf, heb ik de ruimte om te contextualiseren, online kan dat niet. Dus ga ik ervan uit dat mijn lezers het internet gebruiken zoals ik dat doe : als ik iets niet ken, zoek ik het snel even op. Het is zo gemakkelijk om iets te googlen. Ik heb ook al voor magazines gewerkt waarbij je elke keer je Helmut Lang vermeldt, moet schrijven ‘de avant-gardedesigner blabla’. Dat vind ik betuttelend. Ik veronderstel dat wie mijn reviews leest op Style.com ook echt geïnteresseerd is in mode, of toch geïnteresseerd genoeg om het op te zoeken. Ik doe dat toch. Maar misschien is het verkeerd om dat van iedereen te verwachten.

Wat vindt u de belangrijkste verandering in de mode ?

Zonder twijfel het internet. Iedereen heeft het altijd over hoe de jaren zeventig het gouden tijdperk voor de Amerikaanse filmindustrie was. Wel, ik denk dat de jaren negentig de gouden jaren van de mode waren. Het was een heel vluchtige periode : de mode ging van maximalisme tot minimalisme. Modellen en designers kregen de status van supersterren. En het internet werkte dat allemaal verder in de hand. Toen ik Fashion File presenteerde, begin jaren negentig, waren er maar een viertal cameraploegen op de shows. Daarom werd het programma uitgezonden in 120 landen. Tien jaar later waren dat er vierhonderd. Iedereen met een camera en toegang tot het internet, gooit nu zijn beelden online. Alleen, informatie is geen kennis. Je hebt iemand nodig die die informatie kan omzetten in kennis. Ik denk dat we in de fase zijn aanbeland dat er opnieuw meer belang wordt gehecht aan wat ik schrijf, of wat Suzy Menkes of Cathy Horyn (bekende modecritici) schrijven, omdat we door onze ervaring geacht worden te weten waarover we het hebben.

Is er sprake van een verschuiving in focus ? Er lijkt soms meer aandacht te gaan naar wat er buiten, voor de showlocatie, gebeurt dan binnen.

Niet meer aandacht, maar even veel. Het maakt deel uit van wat de mode vandaag geworden is. Dat wil niet zeggen dat het over vijf jaar ook nog zo zal zijn. We zien nu al dat er minder aandacht gaat naar het hele streetstyle fenomeen. Anna dello Russo (hoofdredactrice van Vogue Japan) was dit seizoen opvallend low profile -om eens een paradox te gebruiken – in vergelijking met de seizoenen ervoor. Misschien is er een nieuwe Anna opgestaan, maar dat gevoel had ik niet. Er wordt veel kritischer naar de streetstylers gekeken. Uiteindelijk zal het circus wel gaan liggen. Veel wordt ook bepaald door wat er op de catwalk gebeurt. Als je daar veel spektakel en ophef krijgt, zoals tijdens de hoogdagen van McQueen en Galliano, dan verplaatst het circus zich naar binnen. Het maakt allemaal deel uit van één grote organische beweging. Ik krijg vaak de vraag wat er met blogs zal gebeuren. En mijn antwoord is altijd hetzelfde : exact wat er altijd gebeurt. De goeie overleven en de rest zal verdwijnen. Die vierhonderd cameraploegen die er stonden eind jaren negentig zijn nu ook verdwenen.

Ik heb eens ergens gelezen dat in het lichaam van een vrouw die net bevallen is, een hormoon vrijkomt dat doet vergeten hoe pijnlijk het is om een kind op de wereld te zetten, zodat ze het nog eens opnieuw zou doen. De mode heeft eigenlijk net zo’n hormoon. Iets wat heel betekenisvol lijkt het ene seizoen, is men een half jaar later al weer vergeten. Zo blijft het zichzelf steeds opnieuw uitvinden.

AH, NOG EEN BOWIEFAN

In september viert de Modeacademie van Antwerpen zijn vijftigste verjaardag. Wat is het belang van een school als de Academie ?

Van onschatbare waarde. Aangeboren talent is een groot voordeel, maar wanneer dat talent wordt gevormd en geïnspireerd door goede leraars als Linda Loppa en Walter Van Beirendonck, dan is er geen houden meer aan. Kijk maar naar Dries Van Noten of Ann Demeulemeester, zonder de Academie zouden zij niet hebben bestaan. Ik heb enkele jaren geleden in de jury gezeten voor de laatstejaarsstudenten. Ik zal de nooit de boeken vergeten die de ontwerpers hadden gemaakt voor hun afstudeercollectie. De graad van intensiteit, focus en vakmanschap die de leraars daar uit hun studenten halen is ongelooflijk. En ik houd van Walter. Hij is fantastisch. Stel je voor dat je een leraar hebt als hij. Hij is de reden waarom Raf Simons zo ver is geraakt.

Weet u dat u een Bowieobsessie deelt met Walter Van Beirendonck ?

Natuurlijk ! We hebben het er vaak over. Heel vaak. Voortdurend eigenlijk.

U schreef ook een lovende recensie over de laatste show van Dries Van Noten. Wat vindt u juist zo interessant aan zijn werk ?

Opnieuw, nog een Bowiefan (lacht). Antwerpen was ooit een van de machtigste steden ter wereld. Het was de stad waar Oost en West elkaar ontmoetten, waar alle diamanten en zijde naartoe gingen en waar iedere oosterling die iets exotisch en kostbaars had naartoe ging voor hij het elders probeerde te verkopen. Die rijkdom en spirit zitten ook in de kleren van Dries Van Noten. Hij vertelt verhalen met zijn collecties. Veel designers zijn nogal terughoudend om zichzelf een kunstenaar te noemen. Dries waarschijnlijk ook. En toch is hij er één, een echte artiest. Toen ik je vertelde dat ik Miuccia Prada’s collectie niet goed moet vinden om toch te houden van wat ze doet. Hetzelfde geldt voor Dries Van Noten. Er zit altijd zoveel diepte in zijn werk. Hij brengt dingen samen die niet samen zouden mogen passen, en toch werkt het. Hij is het soort mens die je meer wil doen weten, die je de dingen wil doen zien zoals hij ze ziet. En dat vind ik heel inspirerend.

Het lijkt erop dat het enige wat onze Belgische designers gemeen hebben hun individualiteit is. En hun liefde voor Bowie uiteraard.

Het is opmerkelijk dat België, of all places, zo’n bron van talent is die nooit lijkt op te drogen. Het kan niet anders of de Modeacademie zit daar voor iets tussen. Hoe heet die man weer die voor Boss heeft ontworpen ? Bruno Pieters. Ah, nog een Bowiefan ! Het kan bijna niet anders of hij zit er voor iets tussen. (lacht) Zou dat niet geweldig zijn ?

Ik denk dat je Belgische mode kunt vergelijken met wat er op dit ogenblik in Londen gebeurt : iedereen is een individu. Je kunt iemand als Marios Schwab ook niet vergelijken met Mary Katrantzou. Wat Belgische mode dus onderscheidt, zijn al die ongelooflijke individuele stemmen. Dat heeft volgens mij, opnieuw, te maken met het feit dat de wereld er ooit samenkwam. En dat doet ze eigenlijk nog altijd, op plaatsen als de Modeacademie. Designers van over de hele wereld komen er samen om te creëren. Zonder creatieve beperkingen. Dat zie je gewoon niet in Milaan of Parijs.

Fashion Talks, op 17 oktober, vanaf 9 u., Rijnkaai 29 in Antwerpen. Inschrijven kan via de website www.fashiontalks.be

DOOR ELLEN DE WOLF

“Al die modeblogs ? Ach, de goeie overleven en de rest zal verdwijnen”

“Dries Van Noten brengt dingen samen die niet samen zouden mogen passen, en toch werkt het”

“Walter Van Beirendonck is fantastisch. Stel je voor dat je een leraar hebt als hij”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content