Ieder seizoen schotelt de mode-industrie ons nieuwe tendensen en kledingstukken voor. Maar wat u draagt, bepaalt u nog altijd zelf. Vier creatievelingen over hun visie op mode en stijl.

Bijna even belangrijk als eten

Linda Van Waesberge (53) werkt voor Modo Bruxellae. Haar stijl ziet ze als een eclectisch allegaartje.

Linda woont sinds 1984 in de Dansaertstraat. In die tijd was de buurt nog niet zo hip als nu. Ze zegt een geboren klerenfreak te zijn.

“Mijn kleren zijn, net als ik, eclectisch. Ik ben uitbundig, extravert en enthousiast. Een vriendin omschrijft me als een ongeleid projectiel. Dat vind ik wel grappig en ze heeft nog gelijk ook. Kleding is bijna even belangrijk als eten. Als ik me slecht voel maar ik ben mooi gekleed, fleur ik op.

Mijn garderobe is werkelijk een allegaartje. Ik ben geen purist in die zaken. Je zal me dus nooit voorgekauwde silhouetten zien dragen. Ik hou van eenvoudige outfits met echte parels als accessoire, van ouderwetse stukken en van klassiek, zoals het vaak onbetaalbare Chanel. Ik draag vooral jurken, in een broek zul je me nooit tegenkomen.

Ik heb een eigen zin voor esthetiek, maar de mening van anderen telt wel. Vooral die van mijn dochter. Ze heeft een talent voor het uitpikken en combineren van leuke dingen die soms heel weinig kosten.

Bij mij is shoppen een kwestie van liefde op het eerste gezicht. Ik kan lange tijd door een stuk geobsedeerd zijn om me na aankoop af te vragen of al die heisa wel nodig was.

Ik herinner me nog een grappig voorval. Ik woonde nog bij mijn ouders. Ik had een knalrode tuniek gekocht en op straat staarde een jongen die op zijn brommer voorbijreed me zodanig aan, dat hij met brommer en al omviel. Tegenover die extravagantie van vroeger, ben ik nu wel sterk versoberd.”

Schoonheid zit vanbinnen

Jurgen Claeys (35) is stylist. Zijn stijl: ambachtelijk met Italiaanse flair.

Creativiteit en religie zijn een rode draad doorheen Jurgens leven. Hij omschrijft zichzelf als een levenskunstenaar, met de natuur en de mens als grootste inspiratiebronnen.

“Kleding is een attitude. Een mode d’emploi voor jezelf, als het ware. Ik straal via mijn specifieke stijl uit wie ik ben. Ironisch genoeg schatten mensen mij vaak fout in omdat die look vrij onconventioneel kan zijn.

Ik hou van ambachtelijke stukken met Italiaanse flair en een artistieke toets. Ik werk veel met sjaaltjes en kleur. Ik ben altijd al extravagant geweest qua kleur en combinatie. Pasvorm, functionaliteit en comfort zijn van het allergrootste belang. Als ik me goed voel in mijn kleren, voel ik me ook goed in mijn vel. Dan pas komt schoonheid echt tot uiting.

Ik wil trouwens ook ‘voelen’ wat ik ’s morgens zal aantrekken. Twijfel betekent dat ik onzeker ben van mezelf. Als dat voorvalt, begin ik steevast met een stuk waar ik wel zeker van ben. Anderzijds mag je niet te veel nadenken bij mode.

Ik heb een aantal duurdere collector’s items in mijn kast hangen, maar je kan evengoed goedkoop aan leuke en originele stukken geraken. Nu spendeer ik veel minder dan vroeger. Ik ga nog naar uitverkopen van ontwerpers, maar ik hou ze niet fanatiek in de gaten. Ik vind dat er tegenwoordig niet veel nieuwe input is. De echte mode leefde in de jaren zestig, zeventig en tachtig. Nu draait men in cirkeltjes. Mode is dood voor mij.”

Kleding als buitenverblijf

Misjel Vossen (58) is lector beeldcommunicatie en grafisch consulent. Zijn stijl: eenvoud met een pure vorm.

Misjel brengt met plezier presentjes mee voor zijn wederhelft. Zo was onlangs de vetersjaal, een speciaal ontwerp van Ann Demeulemeester, een leuke vondst.

“Omdat mode tijdgebonden is en vorm tijdloos, kies ik voor het laatste. Mijn vrouw heeft een vierkant jasje van Comme des GarƧons dat zo ingenieus ontworpen is dat het perfect aansluit als ze het aantrekt.Tegenwoordig lijken veel ontwerpers decorateurs of grafisch ontwerpers. Bikkembergs is daar een mooi voorbeeld van. In Senegal is de mode gebonden aan de tekening en aan de decoratie van de stof. Architect Koen Van Synghel schreef een boek waarin hij vertelt dat in Kinshasa kleding als een buitenverblijf wordt beschouwd. Die visie is niet op mij van toepassing, maar ik vind het een heel mooi gegeven. Het getuigt van een zekere fierheid en respect voor het lichaam. Het valt erg te betreuren dat die traditie verloren gaat door de invloed van Amerika en de media. De mode van nu is heel moeilijk te definiĆ«ren.

Op congressen van grafici zie je niets anders dan zwarte pakken. Dat is omdat – met de woorden van Yamamoto – ‘in zwart alle kleuren samenkomen’. Ik hou zelf ook nogal van eenvoud en sobere kleuren, maar daar zit mijn postuur voor iets tussen. In mijn generatie komt zwart gewoon vaker voor, omdat je gemakkelijker accenten kan leggen. Maar al draag ik zelf geen warme kleuren, ik kan er wel van houden.”

Kleding is abstract

Lot Lemm (49) is costumiĆØre bij Needcompany. Haar stijl noemt ze tijdloos.

Lot is een goedlachs, extravert, uitbundig talent, dat naar verluidt de wildste creaties aankan.

Ik hou van beeldende kunst in het algemeen en wat mij betreft horen kleren daar bij, want ze geven vorm aan het lichaam. Je kunt er dingen al dan niet mee benadrukken. Ik bekijk kleding niet vanuit een modestandpunt, ik zie het abstracter. Zeker in de theaterwereld zijn kostuums een expressiemiddel. Een outfit verklaart een personage, geeft vorm aan een karakter en brengt emoties over. Zelf hou ik vooral van tijdloze stukken die niet na tien jaar gedateerd zijn. Een look uit de sixties of seventies doorbreekt die tijdsbarriĆØre. Ik heb een patroon voor een broek dat ik al twintig jaar gebruik. Ik ga niet mee met trends, maar ik weet wĆ©l wat er aan de hand is. In mijn branche moet je toch wat up-to-date blijven.

Naast het tijdloze aspect moet kleding ook goed gemaakt, en dus kwalitatief hoogstaand zijn. Door er al zo lang mee bezig te zijn, zie ik snel of iets al dan niet goed geknipt is.

Een eigen stijl hebben, vind ik belangrijk. Zo uit je hoe je bent of hoe je je voelt. De mening van anderen heeft weinig invloed op mijn garderobe. Wel als het werk betreft! Dan gebruik ik eventuele kritiek om tot een resultaat te komen waar iedereen zich in kan vinden.

Mijn shoppinggedrag hangt een beetje van het budget af. Ik shop vaak in outlets, maar ik geef over het algemeen niet te veel geld uit, omdat ik regelmatig zelf dingen maak. Wat ik nooit doe, is shoppen via het internet. Ik gebruik niet graag computers.”

Door Ine Bonte – Foto’s Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content