Met de comeback van de deftige tailleur en het androgyne broekpak keert ‘High Fashion’ terug naar de werkvloer. Het nieuwe zakelijke silhouet is daarmee net zo tegenstrijdig als de emancipatie aan de basis ervan. Anderzijds vertelt het ook veel over de evolutie in onze werkethos. Mode onder de sociologische loep.

:: De tentoonstelling ‘Ć  la garƧonne’ loopt van

4 september t.e.m. 28 december in het

Stedelijk Modemuseum Hasselt,

Gasthuisstraat 11, Hasselt. 011 23 96 21.

Toegegeven. Het was de afgelopen seizoenen armoe troef voor werkende vrouwen met modeambities. Niet in het minst omdat de mode weinig om het lijf had. Diep uitgesneden glamourjurken werken nu eenmaal beter op de rode loper dan op kantoor. Net als opkruipende microjurkjes en transparante chiffonblouses.

Alle postfeminisme ten spijt, het blijft een biologisch gegeven dat natuurlijke driften de overhand krijgen bij een diep decolletƩ of een hoge split. Dan mag je als vrouw de relativiteitstheorie staan te verkondigen, geen man die nog luistert. En dus grepen heel wat vrouwelijke professionals terug naar hun oude garderobe, opgefrist met hier en daar een eigentijds accessoire. Maar er is goed nieuws. Nu Tom Ford de deuren van Gucci voorgoed achter zich heeft gesloten, lijkt dan toch een einde te komen aan de heerschappij van de sexy stoeipoes. De komende wintercollecties laten er geen twijfel over bestaan : het vlees moet opnieuw bedekt. Ontwerpers halen hun ideeƫn door een kuise filter : damesachtige tailleurs en zedige jurken zijn weer hot, net als outfits met androgyne schemerzones waarbij mannelijke elementen in het vrouwensilhouet opduiken.

Een grotere tegenstelling tussen twee vrouwenbeelden is haast niet denkbaar. Aan de ene kant van het spectrum staat het prototype van de brave huisvrouw uit de jaren vijftig model. Terwijl de androgyne look gestoeld is op iconen van het feminisme als George Sand en Sarah Bernhardt. Zij droegen een pak en rookten sigaren nog voor het maatschappelijk aanvaard werd. Niet toevallig wijdt het Stedelijk Modemuseum Hasselt een tentoonstelling aan hen onder de titel : Ć  la garƧonne. Letterlijk vertaald, betekent dat zoveel als ‘vrijgevochten meisje’. En inderdaad, tot nu toe was de geschiedenis van de vrouwenemancipatie nauw verbonden met het veroveren van de herengarderobe. Als vrouwen voor dezelfde privileges als mannen streden, deden ze dit het liefst in mannenkleding. En toch is het niet vanuit een emancipatorische reflex dat modeontwerpers vandaag de dag opnieuw flirten met de androgyne look. Integendeel, heren als Valentino en Dolce Ć© Gabbana lieten zich naar eigen zeggen inspireren door de erotiserende beeldspraak van de onlangs overleden Helmut Newton. Zijn zwart-wit beelden staan gegrift in ons collectief geheugen als symbolen voor seksuele ambiguĆÆteit.

Een grotere tegenstelling met de burgerlijke preutsheid van de jaren vijftig is bijna onvoorstelbaar en toch duiken beide beelden dit seizoen terug op, vaak in ƩƩn en dezelfde collectie. En waarschijnlijk binnen enkele weken ook in de garderobe van ƩƩn en dezelfde vrouw. Wat resulteert in een soort mode Ơ la carte, ontdaan van elke onderliggende symboliek. Conclusie ? De geƫmancipeerde vrouw laat zich geen vormvoorschriften meer opleggen. Het is ooit wel anders geweest.

Van ‘dress for succes’ tot ‘back to basics’

De brede schouders van de typische eighties-damesblazers met de mannelijke colbertstijl wonden er geen doekjes om : de vrouw van de jaren tachtig was machtsbelust en ze kwam daar ook voor uit. Dit was het tijdperk van work hard, play hard. U herinnert zich ongetwijfeld Alexis, het alter ego van Joan Collins in Dynasty, een van dĆ© televisionele blauwdrukken van de jaren tachtig. De machiavellistische zakenvrouw Alexis vatte het perfect samen : na het neen-aan-geld-en-macht van de alternatieve jaren zeventig, was het eindelijk hip om carriĆØre te maken, goed geld te verdienen en dat onmiddellijk royaal uit te geven, met je kledij te pronken Ć©n geen mening te hebben over politiek. De young urban professional of de yuppie, hĆ©t symbool van de eighties, was bij voorkeur vrijgezel en kinderloos en timmerde twaalf uur per dag aan haar carriĆØre. En uiteraard waren de juiste outfits daarbij onontbeerlijk. Die hoefden ze, als absolute lievelingen van de modeontwerpers, niet ver te zoeken. Het resultaat van die pril ontloken liefde ? Power dressing : sterk getailleerde carriĆØrepakjes met mannelijk brede schouders, blitse mantelpakjes… Dress for succes was de toverformule en geen ontwerper bleef er immuun voor. De beruchte ballonrok van Christian Lacroix buiten beschouwing gelaten, kon nagenoeg elk silhouet zĆ³ van de catwalk het kantoor binnenstappen. Mens, wat was het opwindend een werkende vrouw te zijn .

En toen kwamen thenineties, de stilte na de power- en glamour-storm van jaren tachtig. De consumptiewoede bekoelde, werklozenaantallen begonnen te pieken en een economische crisis naakte. We hadden plots de buik vol van ‘meer, hoger en beter’. Nee, dan liever back to basics. Power dressing verzuurde tot een scheldwoord en werd ingeruild voor het relativerende minimalisme. Giorgio Armani introduceerde het begrip ‘uniseks’ door het herenpak in de damesmode te introduceren. Maar het tot op vandaag populaire, slanke silhouet van de boot-cut-broek met het nauwe jasje is in principe een destillaat van Tom Fords debuutcollectie bij Gucci in 1994. Het favoriete accessoire van de minimaliste werd daarbij de zwarte nylontas van Prada.

Maar verder ging het niet. De modewereld zocht niet langer inspiratie in de executive office en keerde de werkende vrouw genadeloos de rug toe. Wie keek trouwens nog op van ambitieuze vrouwen die carriĆØre wilden maken ? Meer nog, een vrouw die koos voor een leven aan de haard, hield maar beter een gefundeerde verantwoording klaar. Na die hyperenthousiaste jaren tachtig maakten ontwerpers zich niet langer druk om werkende vrouwen. Hoe ze zich op de werkvloer moesten kleden of wat de do’s and don’ts waren : het zou vanaf nu een wazig hoofdstuk in de modeactualiteit worden. En dat is af te lezen aan de weinig inspirerende outfits van Alexis’ opvolgers. De klassieke pakjes van carriĆØre- bitch Amanda in Melrose Place of van advocate Ally McBeal kunnen we bezwaarlijk fris modieus noemen. De desinteresse, aanvankelijk zelfs afkeer voor het hele carriĆØregedoe, leidde eind jaren negentig in sommige bedrijven zelfs tot een informele revolutie. Vooral sinds dotcom-ondernemers in een slobbertrui fortuinen vergaarden, leken dress codes achterhaald en klonk het motto dress down for succes. In Amerika kondigden bedrijven glunderend c asual Friday aan : jeans, sandalen en soms zelfs shorts waren welkom op deze laatste werkdag. Een initiatief dat behalve in de Amerikaanse filialen, in Europa nooit echt uit de steigers is geraakt.

Sexy werkt niet

In dezelfde jaren negentig ontlook parallel met het aseksuele minimalisme de pikante girlie look, verpersoonlijkt door het Aerosmith-meisje Alicia Silverstone of door Tomb Raider-babe Lara Croft : hotpants, combat boots, ultrakort T-shirtje en rugzak. Een zelfde pikante richting sloegen iets later de postfeministen in, stevig in het gelid gehouden door Gucci-ontwerper Tom Ford : sterke vrouwen hoefden niet langer mannen na te bootsen en mochten voluit de sexy kaart trekken. Helaas, die seksuele rebellie ontspoorde gaandeweg en vrouwen dreigden tegen het eind van de jaren negentig weer tot lustobjecten te verbleken. Grofweg samengevat : na de integere meerwaardezoeker van het minimalisme omarmde de media ongegeneerd mevrouw bimbo. Maar hoe alomtegenwoordig ook, de werkende vrouw heeft zich blijkbaar nooit aangesproken gevoeld door die pikante golf. En naar eigen zeggen : niet omdat het haar geloofwaardigheid zou ondermijnen, wel omdat een onsubtiel sexy silhouet op de werkvloer gewoon niet stijlvol en weinig relevant blijkt. Ook imagoconsulenten zijn het erover eens : te sexy outfits vloeken met een werkomgeving.

Geplaagd door een economische malaise heeft nu eindelijk ook de mode-industrie dat begrepen. Niet in het minst vanuit het besef dat het grote kapitaal niet bij de babes, maar veeleer bij de carriĆØrevrouwen te vinden is. Bovendien kondigen experts aan dat, na de verslapte voorschriften van de jaren negentig, doordachte, krachtige en verzorgde werkoutfits weer belangrijker worden. “De arbeidsmarkt is woeliger dan ooit en dus moet je jezelf verkopen. Bijna als een merk”, bevestigt imagoconsulente Dany Geypen. “De indruk die je maakt, bouw je voor 55 procent op met je uiterlijke voorkomen, voor 38 procent met je stem, en slechts voor 7 procent met je woorden. Een persoonlijke en krachtige kledingsstijl is met andere woorden een must. En almaar meer.”

Tekst Guinevere Claeys en Pascale Baelden I Foto’s Michel Vaerewijck

Er lijkt dan toch een einde te komen aan de heerschappij van de sexy stoeipoes. De komende wintercollecties laten er geen twijfel over bestaan : het vlees moet opnieuw bedekt.

‘Dress for succes’ was de toverformule in de jaren tachtig. Nagenoeg elk silhouet kon zĆ³ van de catwalk het kantoor binnenstappen. Mens, wat was het opwindend een werkende vrouw te zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content