CARINE ROITFELD, TOT EIND VORIG JAAR DE HOOFDREDACTRICE VAN DE FRANSE VOGUE, HEEFT EEN BOEK UIT.

Ze staat sinds begin dit jaar niet langer aan het hoofd van Vogue Paris. Carine Roitfeld, 57, is opnieuw haar eigen baas. En dat doet haar zichtbaar deugd. Ze blijft een belangrijke pion in de textielindustrie, een stijlicoon met macht.

Wie een beetje in de mode circuleert, komt haar gegarandeerd tegen. Op glanspapier (ze heeft een shoot van maar liefst 72 pagina’s in het oktobernummer van V, een belangrijk Amerikaans modetijdschrift, en poseert in couturejurken in W, een ander belangrijk Amerikaans modetijdschrift), of in het echt. In New York, op het feestje dat tijdens de recente fashion week voor haar werd georganiseerd. Of in Milaan, front row bij Gucci. Of in Parijs, op haar vampierenbal (dresscode : black tie & robe longue).

Zodra Carine Roitfeld buitenkomt, wordt ze herkend, aangeklampt, gefotografeerd. Ze is een populaire vedette, met fans en ruim drie miljoen vermeldingen op Google.

Ze ontvangt thuis, vierhoog, met uitzicht op Les Invalides, voor een gesprek over haar pas verschenen boek, Irreverent, een fors, rijkelijk geïllustreerd overzicht van Roitfelds beste werk, vergezeld van haar eigen, met de hand geschreven commentaar, afgewisseld met de veelal hijgerige getuigenissen van alle ontwerpers die ertoe doen.

Het idee voor Irreverent, vertelt ze, kwam niet van haar. “Ik ben iemand die zelden terugkijkt en als ik het al doe, word ik snel melancholisch. Dat is mijn Russische kant. Olivier Zahm ( de uitgever en hoofdredacteur van het kleine, maar invloedrijke Franse magazine Purple Fashion) kwam met het voorstel. Ik heb Olivier altijd geapprecieerd, en dus dacht ik : waarom ook niet ? Het boek had al een jaar geleden moeten verschijnen. Maar u weet hoe dat gaat. Olivier kwam tijd te kort, en zelf had ik het ook bijzonder druk bij Vogue. Achteraf beschouwd komt het voor mij goed uit dat Irreverent pas nu verschijnt. Het sluit een hoofdstuk van mijn leven af. Ik draai een bladzijde om.”

EEN G ONDER DE NAVEL

Ze is opgegroeid in het dure zestiende arrondissement. Haar vader, van Russische afkomst, was een filmproducer met goede connecties, haar moeder een elegante Française, “de perfecte huisvrouw”, aldus Roitfeld – een keurige dame met een passie voor kleren.

Roitfeld begon haar loopbaan in de mode als mannequin, onder contract bij een bureau in Londen. “Ik heb het nooit gebracht tot het niveau van een Kate Moss. Maar die ervaring heeft me wel veel bijgebracht. Ik weet precies hoe ik met modellen moet omgaan.” In de late jaren zeventig is ze beginnen te werken als styliste, freelance, voor bladen als Elle, de eerste, intussen legendarische incarnatie van de Franse editie van Glamour, en The Face. Voor die Engelse stijlbijbel van de jaren tachtig en negentig (thans verdwenen) werkte ze meestal in tandem met fotograaf Mario Testino. “We hebben samen enorm veel gelachen, het waren fantastische tijden.” In dezelfde periode leerde ze haar partner kennen, Sisley, met wie ze dertig jaar later nog altijd samen is. “We zijn nooit getrouwd, misschien is dat de reden waarom onze relatie nooit is stukgelopen.” De twee kinderen van het koppel leiden intussen een eigen leven in de spotlampen (dochter Julia jetset de wereld rond, zoon Vladimir handelt in hedendaagse kunst). “We hebben elke dag contact. We vormen onze eigen stam. Ik ben daar trots op. Niet iedereen heeft zo’n goede relatie met zijn kinderen.”

Op de valreep van de twintigste eeuw kreeg Roitfeld een nieuwe baan : ze werd de offi-ciële muze van Tom Ford bij Gucci. Het paar ontketende een moderevolutie. “Onze reclamecampagnes hadden enorm veel impact. We waren oneerbiedig, we gingen ver.” Roitfeld kreeg een reputatie als hogepriesteres van de pornochic : leder, stiletto’s, strings, (braaf) bloot en (nog braver) bondagewerk in de traditie van de Japanse fotograaf Araki. In één infame advertentie pronkte een model met een in de schaamstreek geschoren G-logo.

“Pornochic is best moeilijk”, zegt Roitfeld. “Niet iedereen heeft daar een gave voor. Erotisch, sexy, provocatief, allemaal geen probleem. Chic, dat is minder evident.”

Ze heeft een dubbel gevoel bij de term pornochic. Ze vindt dat de vlag misschien niet helemaal de lading dekt. “Seks is niet noodzakelijk pornografisch. Seks is een extreme vorm van verleiding.” Het was sowieso een interessante periode. “Er werd toen vaak meer uitgekeken naar de advertenties in de bladen, dan naar de inhoud.”

ROKEN IN HET VLIEGTUIG

Tien jaar geleden werd Carine Roitfeld hoofdredactrice van de Franse editie van Vogue, ter opvolging van de Amerikaanse journaliste Joan Juliet Buck. Ze gaf de enigszins ingeslapen titel opnieuw aanzien. “Ik had veel druk op mijn schouders, maar ik had ook veel macht. Je kunt modellen maken – Lara Stone poseerde voor derderangscatalogi voor ik haar oppikte. Je kunt ontwerpers lanceren, zoals Riccardo Tisci, die ik in Milaan had leren kennen. Vogue stelde niets voor. Geen enkele goede fotograaf wou voor dat blad werken.”

“Marie-Amélie Sauvé ( een styliste) en ik hebben iedereen kunnen overtuigen. Zij heeft Inez en Vinoodh ( Van Lamsweerde en Matadin) laten komen, David Sims en Steven Klein. Ik heb Mario Sorrenti kunnen overtuigen, Mert & Marcus, Bruce Weber.”

Roitfeld boetseerde Vogue naar haar gelijkenis : een Parisienne, maar thuis in de wereld. Bourgeois, maar met een rock-‘n-rollattitude, omfloerst door een wolk sigarettenrook (de sigaret komt voortdurend terug in Irreverent, al heeft Roitfeld onlangs beslist dat je toch maar beter geen sigaretten toont in een modeshoot : “Jongeren zijn nu eenmaal beïnvloedbaar. Toen ik ben opgeroeid was roken de normaalste zaak ter wereld. We rookten nog in het vliegtuig.”)

Aan het roer van Vogue werd Roitfeld snel Carine : idool van de front row, fashionista par excellence. “Ik werd bijna een marionet, net als Karl of Anna Wintour. We zijn bijna iconen. Het is aangenaam om herkend te worden, om geapprecieerd te worden voor je werk. Ik geniet daarvan. Het blijft misschien niet duren. Ik ben altijd onder de indruk als jonge mensen me als een rockster behandelen, als ze me brieven schrijven.”

Op een bepaald moment werd er gefluisterd dat ze op het punt stond de leiding van de Amerikaanse Vogue over te nemen van Anna Wintour. ” Vogue Paris was perfect voor mij. Dat blad heeft honderdduizend lezers, dat is net genoeg om impact te hebben, maar ook niet zoveel dat je je vrijheid verliest. De Amerikaanse Vogue, de modebijbel van de planeet, die spreekt tot heel Amerika. Ik zou dat niet kunnen. Dat publiek is te divers, ik zou mijn identiteit verliezen. Anna kan dat perfect.”

“In die tien jaar bij Vogue is de mode veel meer een business geworden. Het draait nu allemaal om handtassen, schoenen, zonnebrillen. Daar wordt de winst gemaakt, en je kunt daar weinig tegen inbrengen. Maar ik vind die obsessie met handtassen wel een beetje jammer.”

Eind vorig jaar vertrok ze bij Vogue. De deur gewezen, zei de geruchtenmolen, op vraag van belangrijke adverteerders, die zouden gevonden hebben dat Carine hen niet voldoende aandacht gaf.

Zelf zegt ze, zonder boe of ba : “Na tien jaar werd het tijd voor iets anders. Ik had al eerder beslist om er op tijd mee te stoppen.”

Het was fijn bij Vogue. Maar de leukste jaren heeft ze toch beleefd toen ze nog free-lance werkte. “Er was toen meer vrijheid. Intussen is de censuur soms schrikwekkend geworden. Niets mag nog. Mijn boek bestrijkt bijna dertig jaar. Van die dertig jaar heb ik er twintig heel veel gelachen, vooral met Testino. Bij Vogue had ik een veel grotere verantwoordelijkheid. Het was een amusante baan, maar om andere redenen.”

FORMULE C

Heeft ze een formule, een succesrecept dat ze voor elke shoot toepast ? “Ik denk vaak aan mezelf. Hoe zou ik zo’n jasje dragen ? En verder : een grote dosis inconscience, een zekere onbewustheid. Ik leef een beetje in een bubbel. Ik denk vooral in beelden.”

In Irreverent zegt ze dat haar soort mode in feite alleen in dromen bestaat (en op glanspapier). “Mode is een kunst,” preciseert ze, “en niet alle kunst is even toegankelijk. Martin Margiela vroeger, Comme des Garçons : dat is geen evidente mode. Zelfs bij Prada weet je soms niet goed wat denken. Wat is mooi ? Wat is draagbaar ? Miuccia Prada laat je daarover nadenken, en dat brengt de mode verder, en dat is goed.”

Ze heeft een voorkeur voor wat ze ‘ronde’ modellen noemt. “Ik heb er bij Vogue altijd op gelet dat de meisjes nooit té mager waren.” Ze noemt Lara Stone, niet echt een dikkertje. “Lara is ondertussen flink afgevallen. Toen we voor het eerst samenwerkten, kreeg ze de helft van de kleren die ik had uitgekozen niet dichtgeknoopt. Dat gaf niet : Lara was gewoon onvoorstelbaar knap.” Ze voegt eraan toe dat ze ook graag heeft gewerkt met Crystal Renn.

“Ik heb de vrouw altijd belangrijker gevonden dan de kleren die ze draagt”, zegt Roitfeld. “Kleren komen pas op de tweede plaats. Ik heb de voorbije dertig jaar geleerd dat je mensen nooit mag beoordelen op basis van hun uiterlijk. Dat is onnozel. De interessantste mensen zijn niet noodzakelijk de best geklede. De shoot die deze maand in V staat, is geïnspireerd door Elizabeth Taylor. Een icoon, zeker, maar allesbehalve de best geklede actrice van haar generatie. Dat doet er niet toe, en daar gaat het ook niet om. Elizabeth Taylor is sterker dan mode. Als ik een boodschap heb, dan is het dat mode vrouwen moet helpen zichzelf mooi te vinden. Je mag nooit afzien van mode.”

En nu ? Ze heeft plannen genoeg. Shoots, commerciële opdrachten (zoals de vitrines van de Amerikaanse grootwarenhuisketen Barney’s, die in september aan haar waren gewijd). In februari en maart is ze niet naar de modeshows gegaan, “om de zaken niet te ingewikkeld te maken voor het team van Vogue.

Maar in juli was ze opnieuw paraat, voor het coutureseizoen. “Ik mis Vogue niet. Ik heb geen baas meer, dat is zeker geen slecht gevoel. Jonathan Newhouse ( het hoofd van tijdschriftenuitgever Condé Nast) was een goede baas. Hij liet me mijn gang gaan.” Vogue, suggereert ze, was een vergulde kooi, maar uiteindelijk toch wel een kooi.

Ze werkt op dit moment aan een tweede boek, met Karl Lagerfeld. Ze denkt aan een eigen publicatie. “Ik wil graag weer in mijn eigen keuken staan. Ik wil iets doen dat voor een groot publiek is bedoeld, maar dat tegelijk ook iconisch is. Je moet durven in dit vak, een identiteit hebben. Het publiek apprecieert dat, de business niet altijd, vaak ten onrechte.” Ze heeft al een dreamteam klaar, is op zoek naar geldschieters.

Ze wil op de een of andere manier haar naam verzilveren, zoveel is zeker. “Ik heb mijn naam wereldwijd laten registreren. In China in twee talen. Dat heeft flink wat tijd gekost, en geld. Maar mijn naam is nu van mij. Als ik morgen een brillencollectie wil lanceren, of een samenwerking met een ander merk, dan kan dat.”

“Vroeger was ik ietwat verlegen”, zegt Carine Roitfeld. “Ik liet mijn assistenten de mensen bellen. Nu moet ik dat weer zelf doen, met de mensen praten. Dat doet me deugd. Ik leer de mensen anders kennen, en zij leren mij kennen. Uiteindelijk is de ‘echte ik’ interessanter dan de hoofdredactrice die ze alleen van horen zeggen kenden. Je lijkt gelukkiger, hoor ik nu vaak, meer ontspannen, en dat zal ook wel waar zijn. Ik geniet.”

“Maar ik weet ook dat er iets nieuws wordt verwacht. En ik wil niet teleurstellen.”

‘Irreverent’ is uitgegeven door Rizzoli.

DOOR JESSE BROUNS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content