Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Hier en daar geraakt een enkeling verstrikt in de vraag : wat is mode, maar de meeste studenten hakken de knoop door. Mode is letterlijk en figuurlijk wat ze er zelf van maken. Zelden hebben we zulke doelgerichte kollekties gezien :

van glamourbadpakken tot tailleurs voor rijpere dames.

Mode is weer vele dingen en ze hebben allemaal gelijk.

LENE KEMPS

De grote toeloop is voorbij en we zijn naar een realistisch getal teruggekomen, ” zegt Walter Van Beirendonck. Het aantal kandidaten voor de afdeling mode is teruggelopen en gestabilizeerd. Ontwerper is blijkbaar niet langer het beroep à la mode. Waarschijnlijk heeft de ekonomische krisis er iets mee te maken. Waarom zou je kleren willen ontwerpen als ze onverkocht in de winkel blijven hangen ? Of misschien is de terugval gewoon het gevolg van de levenscyclus die elk fenomeen doormaakt. Na het hoogtepunt komen onvermijdelijk de kritieken en even later de parodieën. Die faze is aangebroken met films als Prêt-à-porter en boeken als The Designer Scam van Colin McDowell of Model : The Ugly Business of Beautiful Women van Michael Gross. Mode wordt beschreven als een rookgordijn, oplichterij en geldklopperij. Als tegenreaktie op de blinde verering is de slinger naar de andere kant doorgeslagen.

De tegenreaktie is overdreven, maar Angélique Raeven van de Antwerpse Akademie formuleert het algemene ongenoegen zeer duidelijk : “What the fuck is a Supermodel ! ? ” Ze parodieert de big-breasted, narrow-hipped, silicone perfectbabes. Tijdens haar defilé zie je op een rij tv-schermen de overbekende topmodellen. Raeven heeft de gezichten van Linda, Eva en Christy in twee gesneden en verdubbeld. Het beeld is griezelig en tegelijkertijd ontnuchterend, want de gezichten van de topmodellen zijn niet zo ver van het perfekt symmetrische ideaal verwijderd. Voor de prezentatie van haar kollektie heeft Angélique haar kleding opgehangen met doktersscharen, die als metalen vlinders aan touwtjes bengelen. “Het streven naar de perfekte schoonheid is te ver gegaan, ” zegt ze. “Het schoonheidsideaal is te dwingend. Vrouwen zijn geen etalagepoppen. Trouwens, je kan zonder plastische chirurgie en zelfs zonder fitness ook een goed figuur krijgen : door goedgeknipte kleren. ” Het is het couture-uitgangspunt van de jaren vijftig, op een aktuele manier geïnterpreteerd. In haar strakke jumpsuits en shortpakken creëert ze met naden en inzetstukken op ingenieuze wijze de illuzie van een perfekt figuur. Het is een sterke kollektie, gebaseerd op diepgaand onderzoek. Ze heeft zich de vraag gesteld : wat moet mode doen ? Waar dienen kleren voor ? En heeft het meest voor de hand liggende antwoord gekozen : vrouwen mooier maken. Of hoe een eenvoudig idee geaktualizeerd kan worden.

Ava Schmitt is in de vraagtekens blijven steken. Ze formuleert het probleem waar iedereen die met mode bezig is, het over heeft : alles gaat zo snel, de geschiedenis herhaalt zich voortdurend, waar eindigt het ? “De ene dag is het grunge en de volgende dag glamour, ” zegt ze. “Wanneer komen we echt aan de jaren negentig toe ? ” In haar fashion tale probeert ze het gevoel van Generation X te formuleren. “Ik wil een parodie op het systeem van de mode maken, ” zegt ze. “Maar zonder het in het belachelijke te trekken. ” Haar breedgeschouderde zwart-witsilhouetten, gekombineerd met boots, bivakmutsen en bunny-tasjes, brengen een bijna filozofische diskussie onder de juryleden op gang. Ava kan niet overtuigen, maar heeft duidelijk een gevoelig punt geraakt. “Misschien volstaat het niet om de vinger op het probleem te leggen, ” zegt modejournaliste Gerdi Esch. “Misschien moet je ook oplossingen bieden. ” “Mode moet simpel zijn, ” vindt Didier Dumetz. “Je moet geen vragen stellen. De konsument heeft geen boodschap aan ingewikkelde teorieën. Die wil gewoon een mooi kledingstuk kopen, dat kan begrepen worden zonder gebruiksaanwijzing of filozofisch manifest. “

In Gent worstelt Helga Verhulst met hetzelfde probleem. “De mode verandert te snel. Waarom krijgen we elke maand een nieuwe trend ? Ik wil op zoek gaan naar een universeel gevoel, ” zegt ze. Jammer genoeg stopt ze in haar zoektocht bij de voor de hand liggende nostalgische fin-de-siècle-sfeer en de estetische lijnen van vloeiende jurken.

Tessa Pimontel in Antwerpen is ambitieuzer en kiest resoluut voor de toekomst. Ze voorspelt dat mensen in het jaar 2000 geen behoefte meer hebben aan ingewikkelde kleding of accessoires, maar enkel nog doodgewone makkelijke kleren willen. Ze noemt haar kollektie : “The first collection, the final line” en prezenteert haar kleren in een donkere ruimte, waar onder het black light slechts één fluo streep op de kleding oplicht. Het koncept klinkt veelbelovend, maar op het podium blijkt het om al te eenvoudige stuks te gaan. Het begrip moderniteit is een hologram. Je ziet het, maar je kan het niet vatten.

Ontwerper Sami Tillouche vindt in La Cambre dat de kollekties verrassend rijp en commercieel zijn. “De meeste kunnen zo de winkel in, ” zegt hij. “De studenten zijn veel realistischer dan vroeger. Misschien denken ze al aan hun sollicitatie. ” “Gebrek aan kreativiteit, ” oordeelt Jenny Meirens van Martin Margiela. “Ze durven zo weinig. Ze zijn zo braaf, terwijl ze nog zo jong zijn. “

“Ik mis de modebeesten, ” zegt ontwerpster Veronique Leroy. “Er springen geen vonken over. Je vraagt je af waarom ze dit vak gekozen hebben als het hen zo onverschillig laat, want je hebt al je doorzettingsvermogen nodig. ” Ze zucht : “Ik kan het weten. Als ik het niet met hart en ziel deed, was ik al lang opgehouden. “

Nu hoeft commercieel niet noodzakelijk minder kreatief te betekenen, al blijkt dat in de praktijk in La Cambre wel vaak zo te zijn. Sommige kollekties kunnen niet alleen zo meteen in de winkel, ze hangen er nu al. Wouter De Coster is een van de mooie uitzonderingen. Hij blijft konsekwent zijn eigen straatstijl volgen : kleurig, grafisch, aktueel. Hij staat erop zijn sombere denkbeelden te blijven verspreiden. Deze keer is hij geobsedeerd door het cijfer 27, de leeftijd waarop Janis Joplin en Jim Morrison overleden. Tip voor de volgende keer : Jezus werd 33.

Een entoesiaste volgelinge van de “Laat ik maar meteen verkopen”-richting is Marijke Van Conkelberge uit Gent. Met haar glamourbadpakken en badjassen geïnspireerd op de jaren ’20 wil ze na het afstuderen meteen naar een modieuze badplaats. “Het moet een stad zijn waar men openstaat voor extravagantie, Miami of Biarritz of zo, ” zegt ze. Dat haar kollektie avant-garde of gewaagd is, kan je niet zeggen ; maar haar vrolijkheid is aanstekelijk. Ze heeft zelfs het Gentse Novotel kunnen overtuigen haar een defilé langs het zwembad te gunnen.

Walter Van Beirendonck omschrijft de nieuwe sfeer niet als commercieel. “Ze zijn positief ingesteld, dat wel, ” zegt hij over het Antwerpse derde jaar. “We hebben een tegenreaktie gekend, waarin studenten zich afzetten tegen mode en een anti-mode gingen maken. Dat is volledig voorbij. Er is geen agressiviteit meer, ze willen gewoon een mooi beeld neerzetten : speels, los en fun. De silhouetten zijn lichter en eenvoudiger geworden. Het hoeven geen vijf laagjes meer te zijn, één stuk volstaat. Dat zie je aan de kledingrekken backstage, die een stuk minder volumineus zijn. Misschien ogen de kollekties door die nieuwe ingesteldheid commercieel, maar per se willen verkopen, is zeker niet het uitgangspunt. De studenten doen gewoon hun ding en stellen zich geen vragen. “

Guy Van De Steen uit het derde jaar van Antwerpen toont een prachtige kollektie, getoond door een reeks rijpere dames. Mooi van kleur en met een uitgekiende kombinatie van materialen. In de stijl van de pakjes van Indische politie-agenten uit koloniale tijden. Hij krijgt er van Yan Aerts van Inno meteen een prijs voor. “Prachtige kollektie. Volgens mij was het gewoon de beste, ” zegt Aerts. “We wilden per definitie geen prijs geven aan iemand die afstudeert, omdat we denken dat iemand die nog op school zit het geld en de ervaring beter kan gebruiken. “

Joan Bebronne van La Cambre prezenteert niet alleen een kollektie, ze toont meteen een schaalmodel van de winkel waarin ze haar kleding graag verkocht zou zien. Een kant-en-klaar koncept. Audrey Hepburn-jurken, Halston-jumpsuits, baljurken, alles in het wit, geïnspireerd op cosmeticaverpakkingen. Wanneer ze achter haar tafeltje in een witte schort haar verhaal doet, ziet ze er trouwens net zo uit : als een efficiënte verkoopster van schoonheidsprodukten. “Een prima koncept waarmee ze alle kanten uit kan, ” vindt het ene jurylid. “Een rookgordijn, pure bluf, ” vindt de ander.

Maarten Lambach (Antwerpen) is in zijn eindejaarskollektie van een eenvoudig idee vertrokken : bier ! Hij gebruikt de etiketten en slogans als grafische inspiratiebron voor zijn tricot. Hij kombineert zijn mooie truien met klassieke, nauw gesneden fifties-pakken. De modellen lijken op Buddy Holly of Jerry Lewis.

De cyber-trend heeft volledig afgedaan en is vervangen door een vrije interpretatie van de sportswear. De wit-groen-oranje-golf. Rugzakjes alom, doorstikte stoffen zover het oog rijkt en skibrillen zoveel als maar mogelijk is. Dat de trend mogelijkheden biedt, zie je in de kollektie van de Antwerpse derdejaars Liesbeth Louwyck. Ze situeert haar kleding in de sfeer van autoraces en maakt er een fris geheel van. Meestal verzandt de sport-richting echter in een massa multifunktionele survival-spullen.

Het meest verrassende nieuws is dat “seks” niet alleen gebleven is, maar zelfs in versterkte versie is teruggekomen. De blote borsten en wiebelende achterwerken zijn niet meer te tellen en worden altijd in de kollektie van vrouwelijke ontwerpers getoond.

“Het is opmerkelijk, ” zegt Van Beirendonck. “Normaal wordt aangenomen dat vrouwen realistischer zijn ingesteld en niet zo gefixeerd zijn op een sexy uitstraling. Maar nu tonen ze zichzelf zonder veel poeha als lustobjekt. En niet zomaar een objekt, ze gaan er echt met de bijl door, op het choquerende af. Veel vrouwenkollekties door vrouwen getekend zijn supersexy. Alle stereotypen worden bovengehaald, zonder enige gêne of verantwoording. Ze doen het gewoon. “

Als mannen mannenkollekties tekenen, worden de clichés door elkaar gehaald. Manuel Samyn steekt in zijn “Omar Johnny Sharif forever” de draak met verleiderstypes als Rudolph Valentino en balanceert op het randje van wat verwijfd en wat macho is. Romeo Hoornaert stuurt een legertje Elvis-imitators met metersbrede schouders het podium op.

Als vrouwen op zoek gaan naar sterke beelden, komen ze blijkbaar automatisch bij mannelijke fantazieën terecht. Lieve Gerrits duikt in haar eindejaarskollektie in de wereld van vrouwelijke fantasmes en illustreert die met plaatjes uit Playboy en Penthouse. Jarretellen en wonderbra’s behoren tot de vaste gevechtsuitrusting. De kleren gaan alleen aan de achterkant open, zodat je hulp nodig hebt om ze aan of uit te krijgen.

Isabelle Lenfant uit La Cambre kiest Calamity Jane als rolmodel en Las Vegas als thuisbasis. Zij ziet de onafhankelijke vrouw in een cowboyhoed, wonderbra en een short met franjes. Een interessante dubbelzinnigheid vinden we bij Catherine Piqueray die mannelijke seriemoordenaars en hun vrouwelijke slachtoffers als inspiratiebron neemt. Mannen met een revolver-hand achtervolgen en worden gevolgd door makkelijke prooien : vrouwen in rokken met dijhoge splitten en bloezes met duizelingwekkende decolletés. Een provocerende visie, op het randje van gevaarlijk.

De vrouwen van Ellen Monstrey zijn ontegensprekelijk sterk, zelfs in een body met luipaardvlekken en netkousen. “Ik wilde een parodie op het koningshuis maken, ” zegt Ellen die in Antwerpen afstudeert. Het is kleding voor een disko-queen geworden : uitbundig en sexy, als een uniform voor een mega-majorette. Ze noemt haar kollektie “Female Trouble” en wanneer de mannequins op hun hoge hakken het podium opwandelen, zien ze er ook zo uit : gevaarlijk. Sexy en sterk, het kan.

Van boven af : disko-koninginnen van Ellen Monstrey. “Wie wil een supermodel zijn, ” vraagt Angélique Raeven zich af. De politie-agentes van Guy Van De Steen.

Geniet met Maarten Lambach van zijn “bierkollektie”.

Race-kleding van Liesbeth Louwyck.

Helga Verhulst heeft heimwee naar het fin-de-siècle-gevoel.

Rechtsboven : de Las Vegas cowboysvan Isabelle Lenfant.Onder : Ava Schmitt zet vraagtekensachter het begrip mode.

De vrouw als slachtoffer, bij Catherine Piqueray.

Marijke Van Conkelberge wil Miami veroveren.

Links boven : de Wouter De Coster-straatmode. Onder : Joan Bebronne kiest vooreen witte cosmetica-kollektie.

De vrouwelijke erotische fantazieën, volgens Lieve Gerrits.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content