Om Mickey Rourke van repliek te dienen in zijn film-in-een-filmverhaal Shades, zocht Erik Van Looy een actrice met een geloofwaardig Amerikaans accent. Het werd Mireille Leveque, een Antwerpse die het vak leerde aan het Lee Strassberg Theatre Institute en Los Angeles als thuisbasis heeft.

Wie Shades gezien heeft, zou tot de conclusie kunnen komen dat een mens een beetje masochistisch moet zijn om met een beperkt budget een film te willen draaien. Vraag maar aan Erik Van Looy en scenarist Guy Lee Thys, die het project oorspronkelijk van de grond probeerde te krijgen. Je zou Shades een tegendraadse La Nuit Américaine in Antwerpen kunnen noemen. Américaine in meer dan één opzicht trouwens. Zowel Van Looy als Thys zijn immers echte cinemalopers – om een term van Robbe De Hert te gebruiken – en de film krioelt dan ook van de dubbele bodems en verwijzingen naar Amerikaanse klassiekers, zowel in de dialogen als in de beeldtaal.

Shades gaat over een filmploeg die een Vlaams-Amerikaanse prent opneemt, geïnspireerd door het leven van een berucht Belgisch massamoordenaar. En nee, die heet niet Freddy Horion, maar Freddy Lebecq en hij draagt geheel toevallig altijd een zwarte zonnebril. Freddy wordt gespeeld door de Amerikaanse acteur met sterrenkapsones Dylan Cole ( Andrew Howard), die zich wat al te zeer inleeft in zijn rol van psychopaat en het daardoor aan de stok krijgt met regisseur Paul Sullivan ( Mickey Rourke), een Hollywood-legende op zijn retour. Maar dat is niet het enige probleem waarmee de dubieuze producent Max Vogel ( Gène Bervoets) te kampen krijgt. Het vlot niet echt met zijn vriendin Michelle ( Mireille Leveque) die de vrouwelijke hoofdrol speelt. Er zijn juridische problemen rond de filmrechten en er is voortdurend geldtekort, waardoor de crew dreigt op te stappen. Tot overmaat van ramp gaan ook de nabestaanden van de slachtoffers van de echte Lebecq en tenslotte ook Lebecq zelf ( Jan Decleir) zich met de film bemoeien… Het leven zoals het is dus, althans op een filmset. En in die heksenketel probeert aankomend actrice Michelle zich te handhaven.

Moet een mens een ego als Ford Knox hebben om in de filmwereld te floreren?

Mireille Leveque ( glimlachend): Laat ons zeggen dat het helpt. Je hebt nu eenmaal te maken met mensen die naar buiten willen komen met wat ze doen. En film is teamwork, maar niet iedereen heeft noodzakelijk dezelfde visie. Die verschillende visies willen dus wel eens botsen, maar dat hoort erbij. Er zijn ook factoren van buitenaf: tijdsdruk, bijvoorbeeld. Tijd kost geld, in de film misschien nog meer dan elders. Soms had ik de indruk dat de acteurs nog het meest rustig van allemaal waren. Ik zat in elk geval braaf op mijn stoel tot de stormen overwaaiden. Je mag ook niet vergeten dat Shades een soort karikatuur is. Op elke filmset raakt de crew wel eens over haar toeren, maar in deze film wordt dat flink aangedikt.

Er is een scène waarin Michelle tegen een spiegel praat, een beetje zoals Robert De Niro dat doet in Taxidriver. ” Am I an actress?” vraagt ze zich af. Kon je je inleven in die twijfels?

Ja natuurlijk. Want eigenlijk zat ik net in dezelfde situatie als zij. Het is niet omdat je in een film speelt dat je een actrice bent. Een toneelopleiding kan heel waardevol zijn, maar de praktijk is toch anders. Je kunt het vergelijken met de eerste werkdag na je studies. Ik kon mij dus perfect vereenzelvigen met haar onzekerheid en haar behoefte om door de crew geaccepteerd te worden. Die bewuste scène vond ik trouwens best moeilijk om te doen: ze is redelijk dramatisch, maar ik wilde het er vooral niet te dik op leggen. Dat is het verschil met theater: film is intiemer, je moet veel zuiniger met je emoties omspringen, anders wordt het publiek zeeziek.

Shades geeft een vrij clichématig beeld van vrouwen in de film: Michelle krijgt haar rol omdat ze het vriendinnetje van de producent is.

Op het eerste gezicht is Shades een echte mannenfilm, maar achter de schermen wordt er ook door de vrouwen flink geïntrigeerd. De gemakkelijkste oplossing was natuurlijk om Michelle te spelen als de totale bimbo die kiest voor de relatie die haar het meest oplevert in haar carrière. Dat element zit er ook wel in. Maar na overleg met Erik besloot ik dat ze meer moest zijn dan dat. In mijn ogen was Michelle aanvankelijk het enige wat naïevere personage in het verhaal, de anderen zijn veel doortrapter. Nu ja, doortrapter is misschien niet het juiste woord. Laten we zeggen dat ze het reilen en zeilen van de filmbusiness beter kennen. Maar ook Michelle wordt er op de duur door verslonden. En ze raakt gefascineerd door de regisseur…

Maar uiteindelijk kiest ze toch voor Max Vogel, in mijn ogen een totale gluiperd.

Ik wilde Max niet als een volkomen negatief personage zien. Volgens mij voelen Vogel en Michelle echt iets voor elkaar, ondanks al hun gebreken en het geruzie. Ik hield mij voor dat Max ook zachtere kanten had en dat Michelle die kende. Nu, misschien zat dat meer in mijn hoofd dan het op het scherm te zien is. ( ontwapenend) Of misschien kwam het doordat ik in het echte leven zo goed met Gène Bervoets kon opschieten. Maar dan hebben we het over een film in een film in een film…

Hoe ben je eigenlijk in het Lee Strassberg Theatre Institute terechtgekomen?

Als kind al wilde ik actrice worden. Zo zijn er natuurlijk wel meer, maar het was mij menens. Toen ik een jaar of twintig was, ben ik in Brussel aan de Kleine Academie gaan studeren. Daar kun je een driejarige toneelopleiding van twintig uur per week volgen, die het voordeel heeft dat je ze met een baan kunt combineren. In het derde jaar heb ik mijn stoute schoenen aangetrokken en heb ik contact opgenomen met het Lee Strassberg Theatre Institute in New York. De method die daar onderwezen wordt, heeft veel beroemde acteurs voortgebracht: MarlonBrando, James Dean, Marilyn Monroe, Paul Newman en Al Pacino… Ik had erover gelezen en het sprak natuurlijk tot mijn verbeelding. Dankzij referenties en een uitgebreide persoonlijke motivatiebrief ben ik aanvaard. In het begin was het wel doorbijten: ik kende niemand in New York en als je niet veel geld hebt, is het geen gemakkelijke stad om in te overleven. Gelukkig was er de school die een echte gemeenschap vormde, waarin je als buitenlander zonder veel problemen opgenomen werd. Er waren bijvoorbeeld ook nogal wat studenten uit Scandinavië.

In Shades wordt er een grapje verteld over de method: Dustin Hoffman staat zich helemaal in te leven in zijn rol in Marathon Man en Laurence Olivier zegt langs zijn neus weg: “Als je nu gewoon eens een beetje acteerde…”

Ik zeg ook niet dat de method zaligmakend is. Soms komt acteren inderdaad neer op ervoor zorgen dat je je tekst kent en niet over de meubels struikelt. Maar het is wel een heel goede systematische training die je helpt om in situaties op te gaan. Je begint met relaxatie-oefeningen die je zintuigen verscherpen. Je inbeelden dat je in bad zit, bijvoorbeeld: er is de sensatie van het water op je huid, de warmte, de opstijgende damp… En dat alles met de bedoeling dat je een dergelijke sensatie later opnieuw kunt oproepen.

Van Mickey Rourke is bekend dat hij veel improviseert. Maakte hij het je niet moeilijk?

Hij bleef wel binnen de grote lijnen van het gegeven, maar elke take was weer anders en dat maakte dat je extra alert moest zijn. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat de relatie tussen ons eerder koel was. Met de mannen op de set was hij veel hartelijker. Maar hij is natuurlijk een professional. Zo bleef hij bijvoorbeeld op de set als er close-ups van mij gemaakt werden bij scènes waarin we samen speelden. Het is ook veel prettiger om dat met je echte tegenspeler te doen dan met een stand-in. Nu was het voor de film misschien niet eens zo slecht dat we niet echt een persoonlijk contact hadden. Paul Sullivan is tenslotte een beroemd regisseur en Michelle een debuterende actrice, het is normaal dat er tussen die twee een zekere afstand bestaat. Later krijgen die twee een aarzelende relatie. Die is vooral op fascinatie van haar kant gebaseerd, wat meteen verklaart waarom die relatie niet lang duurt. Maar een bedscène spelen met iemand met wie je geen enkel persoonlijk contact hebt, dat is inderdaad niet simpel…

Speelt Mickey Rourke niet voortdurend een rol, ook als hij niet acteert?

Als dat al zo is, dan gaat hij er wel volledig in op, in die mate zelfs dat je zijn ware ik nooit meer te zien krijgt. De man is een enigma, ik zou niet durven zeggen wie Mickey Rourke echt is. Of hij kapsones had? Kijk, een Amerikaanse ster van zijn formaat wordt hoe dan ook met speciale egards behandeld. Hij is tenslotte de man die met CoppolaRumblefish en The Outsiders gemaakt heeft. En van die status is hij zich natuurlijk bewust. Maar kapsones? Dat is veel gezegd. Alleen kom je maar beter niet te dicht in de buurt van zijn hondje Bojack. Hij behandelt dat beest echt als zijn kind: Bojack heeft een Burlington-regenjas en een bontjas van het kindermerk Dada. En als Rourke ook maar even uit het gezicht verdwijnt, slaat Bojack helemaal tilt. Thuis heeft Rourke trouwens nog twaalf andere honden, allemaal verschoppelingen die hij van de straat gehaald heeft. Ja, voor dieren heeft hij een groot hart…

Je woont nu al een paar jaar in Los Angeles. Ben je daardoor niet een beetje veramerikaniseerd?

Af en toe sluipen er wel eens Amerikaanse woorden in mijn Nederlands, maar ik ben en blijf een Belgische. Wel beginnen mij dingen op te vallen als ik weer eens thuis kom: dat het leven hier nog altijd trager verloopt en dat de Belgische televisie veel meer kwaliteit brengt dan de Amerikaanse, bijvoorbeeld. Een talkshow waarbij mensen een half uur met elkaar praten zonder onderbroken te worden door een commercial, dat is daar ondenkbaar. En hoe raar het ook klinkt, het publiek is hier veel beter geïnformeerd over wat er in de wereld omgaat dan in de States. Voorlopig pendel ik tussen Los Angeles en België: ik volg toneellessen aan The Beverly Hills Playhouse en ik ben aangezocht voor een paar filmprojecten. Maar zolang er niets op papier staat, wil ik daar liever niets over kwijt. Om in Los Angeles carriére te maken, moet je er doorlopend verblijven en je intensief bezighouden met het leggen van contacten. Erik Van Looy heb ik trouwens ook in Los Angeles ontmoet, via producent Paul Breuls, die er een Amerikaans zusterbedrijf voor het Belgische Corsan films oprichtte.

Wat is het magische aan acteren?

Laten we zeggen dat ik er een liefde-haatverhouding mee heb. Vóór een opname kan ik sterven van de zenuwen, in zoverre zelfs dat ik me afvraag of het allemaal wel de moeite waard is. Ik ben iemand die veel geruststelling nodig heeft en af en toe een schouderklopje. Gelukkig is Erik Van Looy een zeer aanspreekbare regisseur. Hij wordt nooit kwaad, geeft je veel vrijheid, maar tegelijkertijd is hij heel gedecideerd: als hij iets ziet dat hem niet aanstaat, grijpt hij meteen in. Hij heeft een visie, hij weet waar hij naartoe wil en daar kun je je als acteur aan optrekken. En als het echt goed gaat, dan is er die opwinding, de adrenaline die volop pompt… Ik vind het nog altijd vreemd om mezelf op een scherm te zien. Je hebt een bepaald beeld van jezelf en van wat je in een scène wil bereiken, maar soms draait het helemaal anders uit. Ik raak zeker niet geëmotioneerd of meegesleept door scènes waarin ik zelf meespeel. Daarvoor zit ik alles veel te veel te ontleden: dat soort belichting is redelijk flatteus, maar uit die hoek kunnen ze me maar beter niet filmen… Er gebeurt ook veel in de montage. Er was een scène met Michelle als de vrouw van Delbecq die kwaad wordt en begint te huilen. Wel, ik ging zo op in het spel dat ik echt razend werd en in tranen uitbarstte. Als zo’n scène dan sneuvelt, ben je best wel teleurgesteld. Al die emotie voor niets! Hoewel, misschien was het te duidelijk Mireille die kwaad was en niet de vrouw die ik op dat moment verondersteld werd te zijn …

Shades loopt vanaf 15 september in de zalen.

Linda Asselbergs / Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content