In het prachtige Tillegembos ontwierp architect Pascal van der Kelen een woning die tot in het kleinste detail eenvoud uitstraalt. “Noem het minimalisme, als je dat wil. Schoonheid is voor mij een kwestie van juiste verhoudingen.”

De imposante, L-vormige woning geeft niet veel prijs voor wie het kleine parkeerterrein bij de woning oprijdt. Veel meer dan een krijtwit blok in minerale pleister, asymmetrisch doorsneden door een gleuf, krijgt de bezoeker niet te zien. Pas als je dichtbij bent gekomen wordt duidelijk dat de gleuf toegang geeft tot een monumentaal portaal waar de voordeur zich bevindt.

In de hal benadrukt het interieur de verticale lijnen van het portaal. “Dat is niet zomaar een detail”, vertelt de architect. “Van grondplan over ruwbouw tot interieur, in alles zit één en dezelfde lijn. We ontwerpen de woning als één geheel. Het meubilair versterkt zo de architectuur. Ik heb bijna het volledige interieur ontworpen: keuken, badkamer, haard, tafels en kasten in de eetkamer, vestiaire. Ik heb daarbij donkere kleuren gebruikt, omdat de muren en de vloer heel zacht zijn. Zo krijgt de woning meer karakter en wordt ze niet te klinisch. Dat zie je onder meer bij de zwarte eettafel en het boekenmeubel in de living.”

“Voor de vloeren kozen we voor kleuren die zijn afgeleid van de natuur. In de eetkamer en de living ligt bijvoorbeeld een vloer van Spaanse zandsteen. Evidente kleuren. We willen niets forceren.” In het interieur zocht de architect dus naar een evenwichtig gebruik van kleuren. “Inderdaad. Het verschil tussen mooi en lelijk is een kwestie van verhoudingen. Dat merk je ook in de natuur. De afwisseling tussen koel en warm, tussen harde en zachte kleuren, tussen vol en leeg: alles wat mooi is, is ook uitgebalanceerd. De architect die ik daarom het meest bewonder, is de Duitser Mies van der Rohe. Hij is een meester in verhoudingen.”

In de hele woning prikkelt de architect de nieuwsgierigheid van de bezoeker door op een verrassende manier met ruimte te spelen. Hoeken en gangen suggereren op verscheidene plaatsen dat er meer is, als je tenminste de moeite neemt even door te stappen. En vooral: je hebt altijd het gevoel in één grote ruimte te zitten. “De beneden- en de bovenverdieping zijn telkens een aaneenschakeling van ruimtes die op een natuurlijke manier in elkaar overvloeien. Je krijgt niet meteen een loftgevoel maar wel een gevoel van ruimte”, aldus Pascal van der Kelen. Een voorbeeld. Als de twee schuifwanden tussen eetkamer, living en hal geopend zijn, kan je op de benedenverdieping vanuit de hal tot in de living kijken, wat een mooi dieptezicht geeft.

De grote (schuif)ramen in living, eetkamer en keuken zorgen voor veel lichtinval en geven een mooi zicht op de ruime achtertuin, wat het gevoel van ruimte nog meer benadrukt. Daar valt ook op hoe de rechtlijnigheid van de woning contrasteert met de grillige vormen van de natuur buiten. Nabij het huis is de tuin geometrisch en strakker dan bij het bos, waar de tuin losser wordt en waar enkele bomen aangeplant werden.

De keuken wijkt qua interieurvormgeving af van de rest van de benedenverdieping. Het aanrecht in inox in het midden van de keuken en de van alle franjes ontdane, bleke keukentafel geven de keuken een speels, ontspannen uiterlijk. De rest van de benedenverdieping oogt door de donkere tinten van het meubilair iets ernstiger.

De woning is een verademing voor wie de hectische buitenwereld even wil ontvluchten. De L-vorm van het huis is gericht naar de zuidzijde en tegelijkertijd naar het bos. De gevel die evenwijdig loopt met de straatkant heeft geen enkel venster. Maar veel verkeer is er sowieso niet op de smalle asfaltweg die door het bos loopt. In het huis ademt daardoor alles rust uit. “Dat is een opmerking die ik wel meer krijg van mensen voor wie ik een huis maak”, bevestigt Pascal van der Kelen. “Op de benedenverdieping zie je veel horizontale lijnen en sobere kleuren in het interieur, wat het gevoel van rust versterkt. Misschien moeten we ook maar de term ‘minimalisme’ gebruiken als we het over dit huis hebben. Alleen is dat voor sommigen blijkbaar een scheldwoord geworden. De stroming uit de jaren ’50 en ’60 zou achterhaald zijn. Dat geloof ik niet. De pioniers van het minimalisme zijn belangrijk geweest in de Europese architectuur, als reactie op het postmodernisme. Nu zou minimalisme plots niet meer mogen.”

Op de eerste verdieping bevinden zich de slaapkamers, de badkamers en het bureau. Er ligt een plankenvloer van gebleekte eik, behalve in de badkamer. De muren zijn overal wit. In tegenstelling tot het woongedeelte is de lichtinval hier weliswaar nog altijd royaal, maar toch een stuk beperkter, door de smallere horizontale vensters. Net als beneden zijn er schermen om de lichtinval te dimmen. De twee kinderkamers en de gastenkamer zijn elk uitgerust met een douche. Zij zijn gesitueerd boven de keuken en de garage. De slaapkamer en de badkamer van de ouders bevinden zich boven de eetkamer en de living. Ook hier is het wat zoeken vooraleer je alles gezien hebt. Een beetje een doolhof als je er de eerste keer rondloopt. Zo loert de verveling minder vlug om de hoek.

Dominique Soenens / Foto’s Koen Van Damme

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content