Ooit schonk de auto ons de vrijheid om quasi onbeperkt te bewegen. Tegenwoordig is het zoeken naar alternatieven om diezelfde vrijheid nog even te evenaren.

Info : www.fietsersbond.nl www.marktplaats.nl

www.step-and-go.com

www.ligfiets.net www.tim.be

www.segway.com www.trikke-belgium.com

Nooit waren nieuwe auto’s sneller, geavanceerder, properder en functioneler. Nog nooit was het gebruik ervan frustrerender. De gemiddelde snelheid van de auto neemt al jaren gestaag af, terwijl de overheid almaar meer verkeersdrempels legt en royaal flitspalen neerpoot. Bovendien is de kostprijs van het bezit en het gebruik van een auto torenhoog opgelopen, terwijl de steden ook nog eens hun parkeertarieven opdrijven. Dan hebben we het nog niet over de recentste kwaal : de verkeersagressie.

Terwijl de verkoop van nieuwe auto’s in ons land ongeveer op eenzelfde niveau blijft, daalt het aantal Belgen die hun auto privé kopen. Grootstedelingen ervaren het autobezit steeds meer als een last, in Parijs bezit een kwart van de inwoners geen auto meer. Voor een weekenduitstap of een vakantie wordt er een gehuurd.

Constructeurs proberen het onefficiënte gebruik (een gemiddelde bezetting van 1,2 personen per auto) te lijf te gaan door kleinere auto’s te bedenken, met de Smart voorop. Toyota drijft die gedachte nog verder door en presenteerde op de salon van Tokio de PM (Personal Mobility), een eenzitter met variabele lengte. Tijdens de rit kan die lengte op 2,65 meter worden gebracht, bij het parkeren teruggevoerd tot slechts 1,75 meter. Misschien nog belangrijker zijn de extra mogelijkheden van de PM, die uitgerust is om te chatten, informatie uit te wisselen en zelfs om aan andere PM’s vast te koppelen die eenzelfde bestemming hebben. Op die manier ontstaat een ketting van individueel-openbaar vervoer, een denkpiste die interessante perspectieven biedt.

Wie vouwt, komt vooruit

Het lijkt er steeds meer op dat de automobilist op zijn minst selectiever met zijn voertuig zal horen om te springen. De reclamecampagnes van afgelopen zomer waren wat dat betreft absoluut op hun plaats. Ook het voornemen van de Vlaamse regering om het autobezit minder en het gebruik méér te belasten, snijdt hout : met de dalende snelheid van het verkeer in de steden is de auto er stilaan tot het minst efficiënte vervoermiddel gereduceerd, om nog van de vervuiling te zwijgen. Nochtans reikte de industrie de afgelopen jaren valabele alternatieven aan en dan denken we in de eerste plaats aan de BMW C1, de motor met dak. Die kan bovendien zonder helm worden gereden en de rijder zit stevig vastgesjord zodat hij zelfs een valpartij overleeft zonder ernstige averij. Toch werd de C1 geen succes, de productie ervan werd zelfs opgedoekt. Misschien kwam het Duitse initiatief te vroeg, de prijs (6000 euro) was in elk geval niet echt aanlokkelijk.

Motorfietsen mogen dan wel een stijgende verkoop laten noteren, het gebruik ervan blijft helaas al te vaak beperkt tot de vrije tijd. De risico’s en de weersomstandigheden weerhouden de gebruikers ervan ze voor het woon-werkverkeer te gebruiken, zodat een gemengde oplossing zich opdringt. Het idee van de kleine motorfiets, die gewoon mee kan in de auto, opent onvermoede perspectieven. Vooral in Italië en in Taiwan is een hele markt ontstaan van opvouwbare, kleine motorfietsen (inclusief elektrisch aangedreven skateboards), die zelfs de ervaren automobilist niet onverschillig kunnen laten. Bij Callebert in Knokke (050 62 75 55) ontdekten we de pas gehomologeerde PaceLite, een elektrische vouwmotorfiets met een autonomie van 12 à 15 km die thuis in drie à vier uur aan de stekker wordt opgeladen. Met zijn 27 kg valt hij niet echt licht uit, maar meenemen in de autokoffer is geen probleem, en de prijs van 949 euro kan nauwelijks een bezwaar zijn.

Wie voor een vouwfiets kiest, vangt twee vliegen in één klap : hij rijdt ecologisch en zorgt voor een minimum aan beweging en inspanning. Dahon is ’s werelds grootste producent van plooifietsen, verwierf wereldwijd zestig patenten en kan inmiddels op een ervaring van twintig jaar terugkijken. In de Grote Vouwfietstest van de Nederlandse Fietsenbond kwam de Brompton T5 als eerste uit de bus, voor de Dahon Roo, de Birdy Blue, de DahonPresto en de Batavus Pro Versa. In Nederland zijn vouwfietsen al langer een vertrouwd gezicht op de trein, hier blijven ze relatief zeldzaam. Omdat de gebruikers ook niet helemaal onder het zweet op het werk wil verschijnen, blijft hun realistische actieradius beperkt tot hooguit zes, zeven kilometer, net voldoende om van de stadsrand of het station tot aan de werkplek te rijden.

De nieuwste truc heet Trikke

Wie grotere afstanden wil overbruggen, comfortabel wil fietsen en ook nog fit op het werk wil verschijnen, kan de aanschaf van een ligfiets overwegen. Die legt bij eenzelfde inspanning grotere afstanden af. Toch ondervindt ligfietsontwerper Tim Biesemans, dat zijn klanten in de eerste plaats opteren voor het comfort van de ligfiets, in de tweede plaats voor de grotere snelheid. Dat komt doordat veel ‘gewone’ fietsers vaak met rugpijn kampen.

In Bologna probeerden we een gloednieuw alternatief uit, de Trikke. Het gaat om een soort dubbele autoped, die voortbewogen wordt door een slalommende beweging van het lichaam en bijzonder compact (107 x 23 x 38 cm) wordt samengevouwen. De Trikke is in Amerika geboren en wordt sinds enkele maanden in ons land geïmporteerd. Invoerder Sebastian DeRoeck beschrijft de beweging als een fijn carving-gevoel, waarbij in tegenstelling tot de klassieke fiets, alle spieren worden gebruikt. De aluminium Trikke bestaat in drie groottes. De volwassen versie, die negen kilogram weegt, kost 259 euro. De maximumsnelheid van de fiets-zonder-trappers bedraagt zo’n 30 km/uur.

Over de Segway hebben we zo onze twijfels. Het geesteskind van de Amerikaan DeanKamen ziet eruit als een stevige plank met twee wielen en een forse stuurkolom en wordt rechtstaande bediend. In de plank steken zowel batterijen als gyroscopen die ervoor zorgen dat het ding rechtop blijft, maar de aankoopprijs (6400 euro) lijkt voorlopig een kolossaal struikelblok. Daarom werkt Kamen aan een vereenvoudigde uitgave : twee derde van de omvang, het gewicht van de oorspronkelijke Segway (28 kg) en een topsnelheid van 16 km/uur.

Wel een succes zijn de pedelecs, de elektrisch aangedreven fietsen die vooral in communistisch China een gigantische boom hebben gemaakt, nadat de verkoop van tweetaktmotoren door de wet aan banden werd gelegd. Afgelopen jaar werden er drie miljoen stuks van verkocht, tegenover slechts vijfhonderdduizend twee jaar eerder. In Europa schat men de verkoop op zeventigduizend stuks. In de VS werden vorig jaar ook nog eens 270.000 elektrische scooters verkocht. In Italië maakt de Taiwanese E-Scooter van A-Pro furore, een elektrische minimotorfiets met een autonomie van dertig kilometer en een snelheid tot 25 km/uur. De Amerikaanse fietsengigant Giant probeert op de fietsmarkt iets nieuws met de Easybike, een ontwerp waarbij de rijder lager zit dan op een klassieke fiets, achterover leunt en een rugsteuntje meekrijgt. Gazelle ontwikkelde de Mitka, die in de toekomst ook een elektrische motor krijgt.

Hoewel we geen aanhanger zijn van drastische beperkingen, zoals de Chinezen ze toepassen, zijn ze allicht de noodzakelijke hefboom om de verkeersknoop te ontwarren. Niet het tolrijden, zoals in Londen, maar het verkeersvrij maken van hele stadskernen, kan voor een vlotter, gezonder en ecovriendelijke evolutie zorgen, zoals dat in kleinere, Italiaanse historische steden al lang gebeurt. En dan zijn we eindelijk af van de ouders die hun kroost elke morgen tot aan de schoolpoort brengen, op het trottoir parkeren en zowat het symbool zijn geworden van hoe het niet moet.

Allemaal de lucht in !

Een man die zo zijn eigen ideeën ontwikkelde op individuele mobiliteit is Paul Moller, een geniale Canadees die op zijn veertiende al zijn eerste auto bouwde. Later verdiende hij een fortuin met de Supertrapp, een motorfietsuitlaat, en begon het hogerop te zien : hij investeerde het verdiende geld in een vliegende auto. Vliegende auto’s niet echt nieuw, in de jaren vijftig maakte de Aerocar, een auto met opvouwbare vleugels furore, maar commercieel flopte het idee. Al jaren buigt Moller zich over de Skycar, een tweezitter met rotatiemotoren die volgens het VTOL-principe (Vertical Take Off and Landing) werkt. Hij kan dus op de spreekwoordelijke zakdoek vertrekken of landen. De uitvinder botste uiteindelijk niet zozeer op technische, maar op sociale obstakels. Geen verzekering kon becijferen wat de schade van een ongeval in de lucht met ronddwarrelende stukken zou kosten. Dat zette de Canadees ertoe aan om de Autopilot te ontwikkelen, waarbij Skycars zich via snelwegen in de lucht zouden voortbewegen en hun reis gecontroleerd kon worden via een geavanceerde versie van Air Traffic Control. Moller becijferde dat de eerste exemplaren van zijn M400, die een snelheid van 500 km/uur haalt en milieuvriendelijker is dan een auto, 450.000 dollar zullen kosten en over vier jaar leverbaar zijn. Tom Cruise en John Travolta zijn alvast geïnteresseerd en honderd fanaten deponeerden al een voorschot van vijfduizend dollar. Als de productie op kruissnelheid komt, zou de prijs kunnen dalen naar zestig- tot tachtigduizend dollar.

Tekst Pierre Darge

Technisch staat niets de Skycar in de weg, maar niet één verzekeringsmaatschappij durft de risico’s te becijferen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content