Ik verlang weleens terug naar de tijd waarin de mens in het onzekere tastte omtrent de weersverwachting. De dagen, kortom, waarin de weerman ‘Pientje de Leugenaar’ werd genoemd en waarin de komst van regen of zonneschijn hooguit kon worden afgeleid uit de vlucht van de vogels of de stand van de barometer aan de muur van de veranda.

Tegenwoordig laat het weer zich nauwkeuriger voorspellen, met als gevolg toestanden van massahysterie wanneer het kwik belooft ‘vlotjes’ boven de dertig graden uit te klimmen. Zo schrijven de kranten dat : ‘vlotjes’, wat ik een raar woord vind voor een worstelend medium. Er was een tijd dat kolommen van kranten gereserveerd waren voor dingen die relevant waren, om eens een woord met pijp en rolkraag te gebruiken. Nu echter smeren de kranten zich in met zonnebrandolie. Zij spreiden gewillig hun wegsmeltende dijen voor de zon en de wind, vervoermiddelen van presidenten, de das van Bart De Wever, de vrouw die zwanger is van Hans Van Themsche en andere pop-upverschijnsels.

De meesten van ons houden van een lekker weertje, maar het is mij onduidelijk sinds wanneer precies woorden als bakken, braden en puffen worden uitgesproken met dwepende ogen. Hoe heter hoe beter, schijnt het devies te zijn als het aankomt op de atmosferische omstandigheden. Vanwaar die vreemde assumptie ? De euforie waarmee de media nakende hitterecords aankondigen, ontgaat mij een beetje, alsook de lokroep om collectief richting Noordzee aan te schuiven. Alsof er ergens stiekem afgesproken is dat hittegolven behoren tot de meest exquise lekkernijen van het leven. Voor de kritische geest is het overtal aan zonnige dagen niet echt een reden om te juichen, met het smelten van de gletsjers en de polen en het vrijkomen van virussen die in oertijden zijn ingevroren. Soms lijkt het op een soort vreugdedans rond onze nakende verdwijning. Freddy, zwier nog een sateeke op de barbecue en trek een blikje Jupiler open, om vervolgens Sabrina gezwind een tong te draaien. Sabrina, zou dat tegenwoordig nog de naam zijn van een bepaald type, zich door toegankelijkheid kenschetsende vrouwen ? Clichés regeren de wereld, en ik verontschuldig mij alle Sabrina’s die met hun jeugdliefde getrouwd zijn en bij de branding Ulysses lezen.

Maar om tot de hoofdzaak terug te keren : het gemekker rond tropische temperaturen zadelt mij op met de verplichting daarvan te genieten, terwijl ik een minnaar ben van het koele, voor wie alles boven de 27 graden al te veel is van het goede – laat ons zeggen : zodra je ’s nachts geen laken op het klamme lijf kunt verdragen. Ik voel een huivering wanneer er weer zo’n aanrollende hittegolf met veel tamtam wordt aangekondigd. Ik kan ze al voorspellen, de berichten die eerstdaags weer zullen verschijnen : de sfeeropnames aan zee en bij fonteinen waar ‘de’ Vlaming ‘massaal’ op zoek ging naar ‘verkoeling’. De reportages over hoe dieren in de zoo de hitte overleven. Erg is dat niet, hooguit een beetje ergerlijk, zoals het breaking news dat blonde vrouwen niet dommer zijn dan brunettes. Zo kan ik elke dag wel een primeur of zes, zeven verzinnen. “Aardbeien niet giftiger dan kersen.”

Ik heb geleerd mij bij dat alles niet veel vragen te stellen want vragen zijn lastig. Het is ongezellig de wereld te zien zonder het laagje kuddegevoel dat de pers eroverheen legt. Het beste is, zoals ten tijde van een vreemde bezetting, je gedeisd te houden en er in stilte het jouwe van te denken. Ik doe dus dapper mee met de zonnekloppers, vergaap mij aan onweders en hagelbollen en supporter voor onze Rode Helden. Als een soort mimicry, zeg maar. Misschien trek ik zelfs van die hoesjes over mijn buitenspiegels, met in de gele strook van de Belgische driekleur reclame voor een populair pilsmerk.

Jean-Paul Mulders

De euforie waarmee de media nakende hitterecords aankondigen, ontgaat mij een beetje

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content